
Daarmee komt de totale loonstijging in 2022 uit rond de door het Centraal Planbureau verwachte inflatie van ruim 3 procent. Dat stelt werkgeversorganisatie AWVN.
AWVN baseert zich op alle cao’s waarvan de contractloonstijging vastligt voor het jaar 2022. Dit is het geval voor 2 van de totaal 5,5 miljoen cao-werknemers. Het gaat om cao’s die in januari 2022, in het jaar 2021 of eerder zijn afgesloten en die pas in 2023 of 2024 aflopen.
Uit recente informatie van CBS en ABN AMRO blijkt daarnaast dat veel werkenden tussentijds zichzelf verbeteren door promotie of een andere baan. Deze incidentele stijgingen komen niet tot uitdrukking in de contractloonstijgingen.
Gemiddelde loonafspraak: 2,5 procent
In januari werden 21 nieuwe cao’s afgesloten met een gemiddelde loonafspraak van 2,5 procent. Het maandcijfer is iets lager dan dat van december. Toch voorziet AWVN dat de opwaartse trend in de loonafspraken zich zal voortzetten. Die trend past volgens AWVN in een normaal patroon waarin loonafspraken met een vertraging de ontwikkeling van de economie volgen.
Loonafspraak stijgt verder
De trend in de cao-onderhandelingen past volgens AWVN in een normaal patroon waarin loonafspraken met een vertraging de ontwikkeling van de economie volgen. Op grond hiervan verwacht AWVN dat de komende maanden de gemiddelde afspraak nog verder zal stijgen.
Incidentele loonsverhogingen
Daarnaast ziet AWVN dat veel werkgevers incidentele loonsverhogingen toekennen aan (groepen) werknemers. Deze incidentele stijgingen komen niet tot uitdrukking in de AWVN-cijfers.
Dat er in 2021 zo veel cao’s werden afgesloten duidt er volgens AWVN op dat onderhandelaars van vakbonden en werkgevers het eens kunnen worden ondanks verschillende opvattingen over de gewenste loonontwikkeling.
Bedrijfseconomische situatie
Verder blijkt uit de grote variatie aan afspraken dat de onderhandelaars goed kijken naar de bedrijfseconomische situatie van de onderneming of de bedrijfstak waarvoor zij onderhandelen. Loonafspraken liepen daardoor afgelopen jaar uiteen van 0 tot boven de 4 procent. Tegenover hoge afspraken in industrie en groothandel, staan zeer lage afspraken in sectoren die hard zijn geraakt door de lockdown, zoals de horeca en de cultuursector.
Kerncijfers
- Loonafspraken januari: gemiddeld 2,5 procent
- Loonafspraken 2022: gemiddeld 2,5 procent
- Loonafspraken 2021: gemiddeld 2,1 procent
- Hoogste maandgemiddelde afgelopen jaren: 3,1 procent in december 2019
- Laagste maandgemiddelde afgelopen jaren: 1,7 procent in november 2020
- Aantal nieuwe cao-akkoorden in januari 2022: 21
- Gemiddeld aantal nieuwe cao-akkoorden in maand: januari 27
- Aantal aflopende cao’s in 2022: 373 voor 2,7 miljoen werknemers
- Aantal vernieuwde cao’s die in 2022 ingaan: 55 voor 900.000 werknemers
- Aantal openstaande cao’s op dit moment (expiratie in 2022): 318 voor 1,8 miljoen werknemers
- Aantal openstaande cao’s op dit moment met expiratie in 2021: 91 cao’s (650.000 werknemers)
Redelijk normaal patroon
Het patroon in de maandgemiddelden van cao-afspraken is redelijk normaal: na gunstige economische berichten volgen stijgende loonafspraken met een vertraging van meestal tenminste een jaar. Nu lijkt de stijging iets sneller te zijn ingezet. Dat is waarschijnlijk terug te voeren op de zeer snelle omslag van economische groei in krimp en van krimp in groei in 2020 en 2021.
Krapte op de arbeidsmarkt
Daarbij wordt de huidige stijging van de lonen versterkt door krapte op delen van de arbeidsmarkt. Die krapte zal naar verwachting aanhouden.
Langlopende meningsverschillen
Berichten over inflatie en over (komende) arbeidsonrust spelen tot dusver nauwelijks een rol in de uitkomst van de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen. Wel spelen er in de onderhandelingen een aantal langlopende meningsverschillen die dat beeld binnenkort kunnen verstoren.
Verschillen minder groot
Verder lijkt het er op dat de verschillen tussen sectoren qua loonafspraken minder groot worden. Ook bij de achterblijvers van de afgelopen twee jaar, zoals horeca en cultuur, worden nu loonstijgingen afgesproken van 2,5 procent of meer.