
De werknemer werkte op het dak van een manege en viel zeven meter naar beneden met letsel als gevolg. De werknemer spreekt de werkgever aan voor de gevolgen van het bedrijfsongeval. Maar de werkgever heeft aan de zorgplicht voldaan. De werknemer is bewust roekeloos geweest, aldus de kantonrechter.
In het kort
De werkgever van de werknemer is niet aansprakelijk voor de materiële en immateriële schade van de werknemer als gevolg van het arbeidsongeval. Er is namelijk geen sprake van een tekortschieten van de werkgever in de zorgplicht. Ook is er in de situatie waarin de werkgever aan de zorgplicht heeft voldaan geen sprake van een handeling van de werknemer waarmee de werkgever rekening had moeten houden of die zij had kunnen voorzien. Gezien het motief waarmee de werknemer zich heeft losgekoppeld van de veiligheidslijn en de omstandigheden waaronder hij dat heeft gedaan, treft de werkgever geen verwijt voor het ongeval. De schade is het gevolg van bewust roekeloos handelen van de werknemer en moet voor zijn rekening blijven.
Wat is er gebeurd?
De man, in dienst van de werkgever, was op woensdag 6 mei 2013 werkzaam op het dak van een manege waar een lichtstraat moest worden aangebracht of vervangen. Daarbij was hij met een harnasgordel met een paar meter lange vallijn gekoppeld aan een in lengterichting over het dak gespannen kabel.
Een aangelijnde werknemer kon het dak dus in de lengterichting gezekerd belopen (door de kabel door het oog van zijn vallijn te laten lopen) en had daarnaast (via zijn eigen vallijn) ook een paar meter ruimte rondom zich om gezekerd te manoeuvreren. Op enig moment heeft de werknemer zijn vallijn losgekoppeld van de kabel, is een paar passen achteruit gelopen en is vervolgens door een lichtdoorlatende dakplaat heen zeven meter naar beneden gevallen, met letsel tot gevolg.
Werknemer: niet voldaan aan zorgplicht
De werknemer heeft aangevoerd dat de werkgever niet heeft aangetoond dat hij heeft voldaan aan haar zorgplicht jegens hem, door al die maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig waren om de schade te voorkomen. Hij betwist dat aan de zorgplicht is voldaan.
In strijd met wettelijke regels
De werknemer baseert zich voor dat standpunt op een boeterapport van de Inspectie SZW van 4 februari 2014 over het gebruik van een ladder om plaatmateriaal omhoog te brengen naar het dak en het daarvoor niet gebruiken van een kraan of verreiker. Bovendien was de werkplek onveilig volgens de werknemer omdat geen doorvalbeveiliging was aangebracht. Ook waren op de plek waar de dakplaten naar boven werden aangegeven geen loopplanken neergelegd en er was een gebrek aan werkruimte op het dak. Een en ander was volgens de werknemer in strijd met wettelijke regels (Arbeidsomstandighedenwet of Arbeidsomstandighedenbesluit).
Werkgever: bewuste roekeloosheid
De werkgever heeft het standpunt ingenomen dat sprake is geweest van bewuste roekeloosheid van de werknemer en dat hij haar zorgplicht niet heeft geschonden. Dit laatste ten eerste niet omdat hij diverse en voldoende maatregelen heeft getroffen in verband met de gevaren van het werken op hoogte en verder niet omdat de uiteindelijke beslissing van de Inspectie SZW van 12 november 2014 uitwijst dat haar op dit punt niets te verwijten valt.
Voldoende maatregelen inzake valrisico’s
De kantonrechter stelt vast dat de werkgever adequate maatregelen en voorzieningen heeft getroffen inzake het werken op hoogte en ter voorkoming van de verwezenlijking van valrisico’s: het in kaart gebracht zijn van de risico’s als onderdeel van de RI&E (deel 3), toolboxmeetings (o.a. over de gevaren van werken op een hellend dak), het op dit werk toegespitste inventariseren van de risico’s op meerdere momenten voorafgaand aan de werkzaamheden, voor het laatst op de dag waarop het werk ging starten voorafgaand aan het werk zelf, het voorzien in (technische) voorzieningen (aanlijnkabels, loopplanken, harnasgordels met vallijn) met instructies hierover.
Geen boete door Arbeidsinspectie
Daarnaast kent de kantonrechter betekenis toe aan de beslissing van de Inspectie SZW van 12 november 2014, gegeven als vervolg op het boeterapport van de Arbeidsinspecteur van de Inspectie SZW van 5 februari 2014. In die beslissing is gemotiveerd waarom aan de werkgever geen boete wordt opgelegd hoewel de Arbeidsinspecteur aanvankelijk een overtreding van de Arbeidsomstandighedenbesluit signaleerde.
De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever aan de zorgplicht als werkgever heeft voldaan. Dat de Arbeidsinspectie dit ongeval met minder dan de gebruikelijke aandacht en zorgvuldigheid (of om met de werkgever te spreken: “het zijn pietjes-precies”) heeft onderzocht is gesteld noch gebleken.
Werknemer handelt bewust roekeloos
Had de werkgever ondanks het voorgaande rekening moeten houden met het loskoppelen van de vallijn door de werknemer of die handeling moeten voorzien, in verband waarmee hij voor de gevolgen daarvan aansprakelijk moet worden gehouden?
Het antwoord is nee. De kantonrechter oordeelt dat de schade van de werknemer door het ongeval het gevolg is van zijn eigen bewust roekeloos handelen en dat de werkgever daarvoor niet verantwoordelijk is.
Ervaren en goed geïnstrueerd
De werknemer was ervaren en goed geïnstrueerd: hij wist dat het werk aangelijnd moest worden gedaan. Niet valt in te zien dat de werknemer zich niet bewust is geweest van de risico’s en gevaren die het werken op een hoog en hellen dak meebrengt. Daarnaast moet worden aangenomen dat hij de situatie ter plaatse goed kende: hij had voorafgaand aan de start van het werk meegeholpen om de beveiligingsvoorzieningen op het dak aan te brengen. Verder heeft hij aangegeven dat de kans op doorzakken bij dit soort al wat oudere dakbedekking groot is waarbij hij ook nog heeft opgemerkt dat een lichtdoorlatende plaat door ouderdom ‘bros’ wordt en dan ‘nog geen gereedschapskist kan dragen’.
Werknemer heeft zich losgekoppeld
Ondanks deze wetenschap heeft de werknemer zich losgekoppeld. De kantonrechter stelt vast dat de werknemer wisselend heeft verklaard over de reden waarom hij dit deed. Uit zijn verklaringen is af te leiden dat hij zich heeft losgekoppeld toen er een plaat die een collega vanaf een ladder omhoog bracht moest worden aangepakt om op het dak te leggen. Waar de werknemer in het verzoekschrift echter aangeeft dat dit in een soort noodsituatie snel moest gebeuren om de bewuste collega uit een benarde situatie te ontzetten, heeft hij ter zitting verklaard dat er geen sprake was van paniek of een penibele situatie waarin heel snel moest worden gehandeld om de collega te ontzetten.
De kantonrechter gaat uit van de verklaring die de werknemer uiteindelijk zelf heeft gegeven voor het loskoppelen, namelijk dat hij dat heeft gedaan om meer bewegingsruimte te hebben bij het manoeuvreren op het dak. Hij is vervolgens “vrij gaan werken”.
Willens en wetens losgekoppeld
Bij die stand van zaken is het nog relevant om te bezien of de werknemer in aangelijnde toestand voldoende ruimte had om het werk te verrichten. Als dat niet het geval is had de werkgever immers mogelijkerwijs op zijn gevaarlijke zet bedacht moeten zijn. De werknemer heeft echter onvoldoende onderbouwd gesteld dat zijn vallijn te kort was om de plaat behoorlijk aan te kunnen pakken. De kantonrechter wil wel aannemen dat het voor de werknemer prettiger was om zonder lijn te kunnen manoeuvreren, maar dat dit met andere feitelijke omstandigheden dan een eigen persoonlijke voorkeur te maken had is niet komen vast te staan.
Het voorgaande brengt de kantonrechter tot de conclusie dat de werknemer willens en wetens en zich bewust van het gevaar, in een situatie waarin daarvoor niet een dringende reden bestond of haast geboden was, zijn vallijn heeft losgekoppeld. Dat heeft hij gedaan met de intentie om vrijer te kunnen werken en te bewegen.
Voor het werk was dit niet nodig en was juist het tegendeel geboden. Dit handelen moet worden aangemerkt al bewust roekeloos handelen van de werknemer. De gevolgen van dit handelen moeten, hoe verdrietig deze ook zijn, daarom voor zijn rekening blijven.
De slotsom is dat de werknemer jegens de werkgever geen actie uit werkgeversaansprakelijkheid toekomt.
Uitspraak Rechtbank Overijssel, 25 januari 2022, ECLI:NL:RBOVE:2022:286