
De werkgever kan te maken krijgen met loonbeslag. Het kan dan gebeuren dat er meerdere beslagleggers zijn die beslag leggen op het inkomen van de medewerker.
Als beslag wordt gelegd op het inkomen van een van de medewerkers, heeft de werkgever een belangrijke rol om te zorgen dat de medewerker de beslagvrije voet ontvangt.
Wat is de beslagvrije voet?
De beslagvrije voet is het gedeelte van het inkomen waarop beslagleggers geen beslag mogen leggen. De wetgeving hiervoor is sinds 1 januari 2021 vereenvoudigd. Dit maakt de manier van berekening voor iedereen gelijk. Daarmee zijn de rechten voor de medewerker overzichtelijk en goed beschermd.
Derdenverklaring
Als beslag wordt gelegd op het inkomen van een van de medewerkers, ontvangt de werkgever van de beslagleggende organisatie een derdenverklaring. Daarmee verklaart de werkgever of er eerdere beslagleggers zijn en op welke datum dit beslag is gelegd.
Coördinerend deurwaarder
Bij meerdere beslagen op het inkomen van de medewerker wijzen de beslagleggers een ‘coördinerend deurwaarder’ aan. Dit is jouw enige aanspreekpunt voor alles wat met het beslag te maken heeft. Van de beslagleggende partij die optreedt als coördinerend deurwaarder ontvang je daarover een bericht.
Je draagt een deel van het inkomen van de medewerker af aan de beslaglegger die de coördinerend deurwaarder is. Deze zorgt voor de juiste verdeling van de afdracht met de andere schuldeisers.
De coördinerend deurwaarder is niet altijd de beslaglegger die het eerste loonbeslag heeft gelegd. Soms krijgt een andere beslaglegger voorrang. Die neemt dan de rol van coördinerend deurwaarder op zich.
Lees meer in de infographic ‘Kennis over samenloop bij loonbeslag’
Maximale beslagvrije voet
De bedragen voor de maximale beslagvrije voet zijn per 1 januari 2022 herzien. Zoals is opgenomen in artikel 475da van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering worden deze bedragen berekend aan de hand van de verschillende normwaarden uit de Participatiewet, de Wet op de zorgtoeslag, de Wet op de huurtoeslag en de Wet op het kindgebonden budget.
In artikel 475da van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staan de volgende bedragen genoemd:
De beslagvrije voet bedraagt per 1 januari 2002 maximaal:
- voor een alleenstaande: € 1.691,66;
- voor een alleenstaande ouder: € 1.814,73;
- voor gehuwden zonder kinderen: € 2.236,89;
- voor gehuwden met een of meer kinderen: € 2.262,98.
De bedragen wijzigen met ingang van 1 januari en 1 juli van elk jaar en door of namens de minister van Sociale Zaken medegedeeld in de Staatscourant.
Zie voor meer informatie ook de site Uw beslagvrije voet
Zie ook de rekentool Bereken uw beslagvrije voet