Invaren is de term die wordt gebruikt voor het overdragen van de pensioenrechten en pensioenaanspraken die zijn opgebouwd onder de huidige wetgeving, naar een pensioen dat past binnen het nieuwe pensioenstelsel.
Afspraken over pensioenopbouw
Pensioen is een arbeidsvoorwaarde en wordt overeengekomen door de partijen die bevoegd zijn hierover afspraken te maken. Dat kan op collectief niveau, bijvoorbeeld bij bedrijfstakpensioenfondsen, of op individueel niveau tussen een individuele werkgever en de werknemers. Deze partijen maken afspraken over of de toekomstige pensioenopbouw in het nieuwe contract plaatsvindt. Is de pensioenregeling eenmaal gewijzigd voor de toekomstige opbouw, dan kan de werkgever of sociale partners verzoeken om de al opgebouwde pensioenen om te zetten naar pensioenen in de nieuwe pensioenregeling.
Omzetting pensioenen naar nieuwe premieregeling
Het is de wens van sociale partners en het kabinet om nieuwe pensioenen en bestaande pensioenen zoveel mogelijk bij elkaar te houden door omzetting van de bestaande pensioenen naar de nieuwe premieregeling mogelijk te maken. Dit biedt verschillende voordelen. Bijvoorbeeld dat ook de al opgebouwde pensioenaanspraken en –rechten kunnen meebewegen met de economische
ontwikkelingen, dat ook voor al opgebouwde pensioenen meer perspectief op indexatie ontstaat, dat financiële schokken gedeeld kunnen blijven worden door het hele collectief en dat een pensioenregeling voor een deelnemer eenduidiger en daardoor inzichtelijker is.
Geen verplichting voor omzetting
Er is echter geen verplichting overeengekomen om de opgebouwde pensioenaanspraken en –rechten om te zetten. Sociale partners bepalen of zij, rekening houdend met de belangen van de verschillende belanghebbenden, een verzoek doen aan het pensioenfonds om de opgebouwde pensioenen om te zetten naar de nieuwe pensioenregeling. Dit verzoek wordt vervolgens door het
pensioenfondsbestuur en de pensioenfondsorganen beoordeeld en al dan niet aanvaard.
Twee wijzigingstrajecten
De belangen van deelnemers en gepensioneerden worden op allerlei momenten meegenomen en meegewogen in deze stelselherziening.
Er zijn twee wijzigingstrajecten:
- het wijzigen van de toekomstige pensioenopbouw; en
- het wijzigen van de bestaande pensioenopbouw.
Voor beide wijzigingstrajecten gelden regels en waarborgen zodat de belangen van (gewezen) deelnemers en gepensioneerden worden meegenomen en gewogen in de besluitvorming.
Standaardpad voor invaren
Is er overwogen om bij de pensioenhervorming het bestaande stelsel te handhaven voor de bestaande aanspraken en rechten en alleen nieuwe rechten onder te brengen in het nieuwe stelsel?
Er is overwogen invaren niet het uitgangspunt te maken. Vanwege de voordelen is er echter wel voor gekozen gebruik te maken van een standaardpad voor invaren.
Het is daarom de wens van sociale partners en het kabinet om nieuwe pensioenen en bestaande pensioenen zoveel mogelijk bij elkaar te houden door omzetting van de bestaande pensioenen naar de nieuwe premieregeling mogelijk te maken.
Verzoek tot invaren niet verplicht
De sociale partners doen een verzoek tot invaren tenzij dit onevenredig ongunstig is voor de belanghebbenden. Sociale partners zijn dus niet verplicht om een verzoek tot invaren te doen. Het pensioenfonds kan, na het verzoek van sociale partners, besluiten tot invaren, maar moet ook hier een eigen afweging maken.
Het pensioenfondsbestuur beoordeelt bijvoorbeeld of het invaren onevenwichtig nadelig is voor de belanghebbenden. Een voorgenomen besluit tot invaren wordt voorgelegd aan de fondsorganen. Het huidige financieel toetsingskader blijft van toepassing op de opgebouwde pensioenen die niet worden ingevaren.
Doordat er geen wettelijke verplichting tot invaren bestaat kan per specifiek pensioenfonds worden bepaald of invaren in het belang van de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden is.
Twee omrekenmethoden
Pensioenfondsen staan twee omrekenmethoden ter beschikking, namelijk de value based ALM methode en de standaardmethode. Hoewel de naam van de standaardmethode anders kan doen vermoeden, is dit geen default methode: beide methoden zijn toelaatbaar. Het pensioenfonds kiest welke methode zij wil gebruiken bij het invaren en legt dit vast in het implementatieplan.