Wat zijn de gevolgen bij overlijden tijdens deze RVU-periode voor de RVU-uitkeringen en het nabestaandenpensioen? AWVN gaat daarop in.
Mocht de werknemer vóór de AOW-datum overlijden, dan bepalen de meeste RVU-regelingen dat de werkgever of het fonds waarin de RVU-regeling is ondergebracht dat nog één of twee RVU-uitkeringen worden betaald aan de nabestaanden. Daarna stoppen de RVU-uitkeringen. De gedachte hierbij is dat de RVU-regeling de AOW compenseert.
Geen AOW
De werknemer ontvangt geen AOW vanwege het verhogen van de AOW-leeftijd en het gegeven dat de werknemer, onder meer door een zwaar beroep, niet kan doorwerken tot aan de AOW-datum. Met het overlijden van de werknemer vervalt de grondslag deze compensatie te betalen. In uitzonderlijke gevallen ziet AWVN RVU-regelingen waarbij de aanspraak op de RVU-uitkeringen volledig overgaat van de werknemer op de nabestaanden bij het overlijden van de werknemer.
Partnerpensioen op risicobasis
De Stichting van de Arbeid vraagt in een brief van 7 oktober 2021 ook aandacht voor een ander aspect verbonden aan het overlijden van de werknemer vóór de AOW-leeftijd, namelijk het risico met betrekking tot het nabestaandenpensioen.
Als een pensioenregeling een partnerpensioen op zogenoemde risicobasis kent, is er tussen het moment waarop de vervroegde uittreding ingaat en de pensioendatum geen dekking voor het partnerpensioen. Als een werknemer overlijdt tijdens de RVU-periode, betekent dit dat de achtergebleven partner niet in aanmerking komt voor partnerpensioen. Deze ongewenste situatie doet zich niet voor als er sprake is van een partnerpensioen op zogenoemde opbouwbasis.
Drie mogelijke oplossingen
Om ervoor te zorgen dat er bij een nabestaandenpensioen op risicobasis tijdens de RVU-periode toch sprake is van dekking, ziet de Stichting van de Arbeid de volgende mogelijke oplossingen:
1 Uitruilen ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen
Bij uitdiensttreding kan een deel van het ouderdomspensioen worden uitgeruild voor een partnerpensioen (op opbouwbasis). De werknemer hoeft zijn ouderdomspensioen dan nog niet in alle situaties te laten ingaan. Bij overlijden van de werknemer tijdens de RVU-periode ontvangt de partner dan het partnerpensioen. Als de werknemer de oorspronkelijke pensioeningangsdatum bereikt, kan deze het partnerpensioen eventueel weer terugruilen voor het ouderdomspensioen.
Let op: hierbij geldt wel dat het resterende ouderdomspensioen iets lager zal zijn. Dit heeft te maken met de dekking die heeft plaatsgevonden tijdens de RVU-periode en de gemiste opbouw tijdens de RVU-periode.
2 Vervroegen ouderdomspensioen bij aanvang RVU-periode
Een andere mogelijkheid is dat de werknemer die vervroegd uittreedt (een deel van) het ouderdomspensioen laat ingaan op het moment van uitdiensttreding. Bij overlijden tijdens de RVU-periode is dan sprake van dekking, omdat de meeste pensioenregelingen na pensioendatum (ook bij een vervroegde pensioendatum) een partnerpensioen op opbouwbasis kennen.
Let op: bij vervroeging van het ouderdomspensioen zal de pensioenuitkering lager uitvallen, en daarmee ook het partnerpensioen.
3 Aanspraak RVU-uitkering gaat over op de nabestaanden
Een derde oplossing is dat in de RVU-regeling wordt afgesproken om de RVU-uitkering (gedeeltelijk) aan de partner toe te kennen ingeval de werknemer overlijdt voor de pensioendatum. Uitruil bij beëindiging van het dienstverband blijft dan nog wel raadzaam, omdat bij overlijden tijdens de RVU-periode het nabestaandenpensioen vanaf de oorspronkelijke pensioendatum vaak niet is geregeld.
Goede afspraken maken
In dezelfde brief raadt de Stichting van de Arbeid aan goede afspraken te maken om de werknemer in staat te stellen zich, voorafgaand aan het besluit om deel te nemen aan een RVU-regeling, te laten adviseren over mogelijke risico’s. Denk hierbij aan het risico van overlijden vóór de AOW-datum, maar ook het niet opbouwen van pensioen tijdens de RVU-periode en de gevolgen van het vervroegen van het ouderdomspensioen om de RVU-uitkering aan te vullen. Of bepaalde risico’s zich voordoen, is afhankelijk van de afspraken en vormgeving van de regeling en de individuele situatie van de werknemer.