De uitspraak van Rechtbank Rotterdam vermeldt dat betrokkene directeur en enig aandeelhouder is van de bv. De rechtbank overweegt dat omdat betrokkene de feitelijke macht heeft in de vergadering van aandeelhouders, hij daaraan niet ondergeschikt is, geen sprake is van een reële gezagsverhouding en evenmin van werknemerschap en van verplichte verzekering. Dat is wat kort door de bocht.
Statutair bestuurder
Het feit dat betrokkene enig aandeelhouder is, maakt niet dat hij niet verplicht verzekerd is. Slechts als betrokkene statutair bestuurder van de bv is, is hij niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Als betrokkene statutair bestuurder is, dan is hij weliswaar werknemer voor de werknemersverzekeringen maar wordt hij op grond van de Regeling aanwijzing dga 2016 als directeur-grootaandeelhouder aangemerkt. Dit omdat hij over zoveel aandelen beschikt dat hij over zijn eigen ontslag kan besluiten.
Arbeidsverhouding dga
De arbeidsverhouding van een dga wordt voor de werknemersverzekeringen niet als dienstbetrekking beschouwd. Om die reden is betrokkene geen werknemer voor de werknemersverzekeringen en dus ook niet voor de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). De dga ontvangt dus ook geen loon in de zin van de Wfsv en daarom heeft de bv in deze casus geen recht op NOW.
De echtgenote
De echtgenote van de dga is beperkt gevolmachtigde. Volgens de rechtbank is niet in geschil dat de echtgenote, een meewerkend familielid, geen werknemer in de zin van de werknemersverzekeringswetten is, omdat voor die wetten over haar loon geen premies worden afgedragen.
Geen statutair bestuurder
Ook dat is wat kort door de bocht. Dat er geen premies zijn betaald betekent niet dat zij geen werknemer is voor de werknemersverzekeringen. De verzekeringsplicht staat in beginsel los van de premieplicht. De echtgenote is kennelijk geen statutair bestuurder, dus valt zij niet onder de Regeling aanwijzing dga 2016. Pas als zij bestuurder is en ten minste één aandeel houdt, valt zij daar wel onder. Zij zou dan alsnog niet verzekerd kunnen zijn als de familieverhouding de arbeidsverhouding overheerst.
Geen reële gezagsverhouding
In dat geval is er geen sprake van een reële gezagsverhouding. Dit moet echter wel blijken uit de feiten en omstandigheden en kan niet zomaar worden aangenomen. Aanwijzingen zijn bijvoorbeeld dat de echtgenote haar eigen werkzaamheden, vakanties en werktijden bepaalt en, in vergelijking met andere werknemers, een hoog loon ontvangt. Uit de uitspraak volgt niet dat deze feiten en omstandigheden zijn onderzocht.
Net als in mijn eerdere commentaar blijkt maar weer dat de beoordeling van de verzekeringsplicht lastige materie is. Wil je hier meer over weten volg dan mijn cursus Kansen en risico’s bij advies aan DGA over verzekeringsplicht op 11 november 2021
Door Hans Tabak, adviseur en trainer loonheffingen bij Fiscount Juristen