In het debat van 19 januari 2021 over het rapport ‘Ongekend Onrecht’ van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is bij motie van het lid Marijnissen (SP) c.s. verzocht om “een voorstel te doen hoe overal binnen overheidsinstellingen vervuilde data, risicomodellen en het gebruik van nationaliteit worden opgeruimd”.
Uitvoering van deze motie vindt plaats met inachtneming van het verzoek van lid Klaver (GroenLinks) c.s. om hierbij niet alleen te kijken naar nationaliteit, maar ook naar etniciteit en geboorteplaats.
Discriminatie voorkomen
Het kabinet hecht er zeer aan dat discriminatie, zoals bedoeld in artikel 1 van de Grondwet, door het gebruik van risicomodellen te allen tijde wordt voorkomen.
Objectieve rechtvaardigingsgrond
Het kabinet merkt op dat het gebruik van afkomst gerelateerde indicatoren, zoals nationaliteit, etniciteit of geboorteplaats, alleen is toegestaan als daar een objectieve rechtvaardigingsgrond voor is.
Binnen de werkingssfeer van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), alsook de Wet Politiegegevens (Wpg) en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (Wjsg),
moet gegevensverwerking bovendien voldoen aan de vereisten van een wettelijke grondslag en de eisen van behoorlijkheid, transparantie, rechtmatigheid, proportionaliteit en subsidiariteit.
Volledig gebruik beëindigen kan niet
Het volledig beëindigen van het gebruik van risicomodellen door de overheid zou een te grote impact hebben op alle vormen van toezicht en handhaving – en andere overheidstaken. Het volledig beëindigen van alle gebruik van nationaliteit zou daarnaast veel overheidstaken ernstig bemoeilijken, zoals dienstverlening aan diplomaten, buitenlandse studenten en expats, maar ook internationale handel en het werk in de vreemdelingenketen dat in voorkomende gevallen nagenoeg onmogelijk wordt gemaakt.
Onrechtmatig of oneigenlijk gebruik
In de interpretatie van het kabinet heeft deze motie daarom betrekking op onrechtmatig of oneigenlijk gebruik van deze indicatoren in risicomodellen. Het kabinet kijkt hierbij dus zowel naar de rechtmatigheid – of het gebruik op basis van de geldende wet- en regelgeving is toegestaan – als naar oneigenlijk gebruik: of behalve een juridische basis ook een objectieve rechtvaardiging bestaat.
Het kabinet vat de motie bovendien zo op dat als sprake is geweest van onrechtmatig of oneigenlijk gebruik, de uitkomsten van deze modellen, die gedeeld zijn met andere overheden en opsporingsinstanties, als vervuilde data worden beschouwd en moeten worden opgeruimd.
Acties in gang gezet
Voor de Belastingdienst en Toeslagen hebben de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst en de staatssecretaris Toeslagen en Douane inmiddels de nodige acties in gang gezet. Ook de minister van Sociale Zaken is een inventarisatie gestart over de wijze waarop binnen de sociale zekerheid gebruik wordt gemaakt van nationaliteit in wetten, regelingen, procedures en risicomodellen bij UWV, SVB, gemeenten en Inspectie SZW.
In aanvulling op de al lopende onderzoeken van de Belastingdienst, Toeslagen en van de minister van Sociale Zaken, zijn ook de overige ambtgenoten verzocht om voor hun beleidsterreinen onderzoeken voor te bereiden naar het onrechtmatig of oneigenlijk gebruik van afkomst gerelateerde indicatoren in risicomodellen. In 2021 wijzen zij een projectleider aan en stellen de departementen plannen van aanpak op.
Beoogde aanpak
De staatssecretaris stelt voor om hierbij een vergelijkbare aanpak te kiezen en te leren van de
ervaringen en bevindingen van de al lopende onderzoeken.
1 Inventarisatie
Ten eerste vindt een inventarisatie plaats waar afkomst gerelateerde indicatoren een rol spelen. Dit gebeurt langs drie sporen:
- een juridische analyse van relevante wet- en regelgeving op het beleidsterrein;
- op grond van de juridische analyse een doorlichting van de verwerkingsregisters van persoonsgegevens;
- een actieve zoektocht om binnen de eigen organisatie, processen en systemen in kaart te brengen waar deze indicatoren in risicomodellen worden gebruikt.
Voor deze inventarisatie kan gebruik worden gemaakt van de gehanteerde definities en resultaten van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer ‘Aandacht voor Algoritmes’.
2 Toetsing
De tweede stap betreft de toetsing in hoeverre er sprake is van (on)rechtmatig of (on)eigenlijk gebruik van afkomst gerelateerde variabelen in de aangetroffen risicomodellen. De manier waarop uitkomsten uit risicomodellen gebruikt worden in de besluitvorming en de mate van automatisering is hier ook van belang.
De vraag of het (on)rechtmatig of (on)eigenlijk gebruik betreft moet objectief meetbaar zijn, zodat de resultaten tussen overheidsorganisaties vergelijkbaar zijn. Bij twijfel zal bij de Autoriteit Persoonsgegevens of het College voor de Rechten van de Mens melding worden gemaakt.
Is sprake van risicomodellen waar onrechtmatig of oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van afkomst gerelateerde variabelen, dan wordt het gebruik ervan beëindigd.
3 Vervuilde gegevens
Als derde en laatste stap is het, voor de personen die het betreft, van belang dat overheidsinstellingen zo snel mogelijk gegevens rectificeren of wissen wanneer deze gebaseerd zijn op risicomodellen waarin onrechtmatig of oneigenlijk gebruik is gemaakt van afkomst gerelateerde indicatoren. In de tekst van de motie wordt dit het opruimen van de ‘vervuilde data’ genoemd.
Besproken wordt nog in hoeverre vervuilde gegevens enige tijd (veilig) bewaard moeten en mogen worden.
Komende kabinetsperiode
De staatssecretaris benadrukt het belang van deze operatie voor de personen die het betreft. Tegelijkertijd speelt de reikwijdte en complexiteit van deze operatie, en de benodigde zorgvuldigheid in de uitvoering hiervan. Daarom verwacht Knops dat de uitvoering van deze motie voor sommige departementen in de volledige komende kabinetsperiode de nodige tijd in beslag kan nemen.
Kamerbrief voorstel onderzoek naar en opruimen van vervuilde persoonsgegevens