Een gerichte vrijstelling geldt voor het vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen van tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking, zoals overnachtingen tijdens dienstreizen.
Tijdelijk verblijf
Als de werkgever aan de werknemer kosten van tijdelijk verblijf verstrekt of vergoedt, is deze vergoeding of verstrekking mogelijk gericht vrijgesteld.
In de volgende twee gevallen is onder meer sprake van tijdelijk verblijf:
- Het gaat om een ambulante werknemer. Een werknemer is ambulant als hij naar steeds verschillende arbeidsplaatsen reist. Een werknemer is ook ambulant als hij doorgaans op ten minste 1 dag per week heen en weer reist naar dezelfde arbeidsplaats en hij dat doet op maximaal 20 dagen (20-dagencriterium).
- De werknemer reist heen en weer tussen een tijdelijke verblijfplaats en zijn werkplek, omdat er
zakelijke redenen zijn om (nog) niet bij de plaats van zijn werk te gaan wonen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij tijdelijke projecten of zolang de werknemer in de wettelijke proeftijd zit.
Zodra er geen sprake meer is van tijdelijk verblijf, is de vergoeding van de kosten van het verblijf niet meer gericht vrijgesteld. De vergoeding is dan loon van de werknemer vanaf het moment dat hij niet meer ambulant is. Of als er geen zakelijke redenen meer zijn om niet bij de werkplek te wonen. Je kunt dit loon mogelijk ook als eindheffingsloon aanwijzen.
Bedragen verblijfkosten
In de CAO Rijk regelen de paragrafen 10.2 en 10.3 de vergoedingen voor ambtenaren op dienstreis, maar je kunt ze ook toepassen voor werknemers die wat hun uitgaven betreft vergelijkbaar zijn met ambtenaren op dienstreis.
Voor binnenlandse dienstreizen kun je maximaal de volgende bedragen voor verblijfkosten gericht
vrijgesteld vergoeden aan de werknemer:
- kleine uitgaven overdag: € 4,87 (2020: € 4,69)
- kleine uitgaven ’s avonds: € 9,74 (2020: € 9,38)
- een ontbijt: € 10,23 (2020: € 10,23)
- een lunch: € 9,82 (2020: € 9,56)
- een avondmaaltijd: € 24,65 (2020: € 24,00)
- logies: € 112,43 (2020: € 103,62)
Als je meer vergoedt dan deze bedragen, kun je het bovenmatige deel van de vergoeding tot het loon
van de werknemer rekenen of als eindheffingsloon aanwijzen.
Buitenlandse dienstreizen
Vergoedingen voor buitenlandse dienstreizen volgens de CAO Rijk paragraaf 10.3 Dienstreizen zijn gericht vrijgesteld. Hierop is een uitzondering: als je de kosten van een overnachting niet aannemelijk
kunt maken, mag je volgens deze cao een vergoeding van € 11,34 geven voor maximaal vier overnachtingen per dienstreis. Deze vergoeding is niet gericht vrijgesteld. Je kunt dit loon wel als eindheffingsloon aanwijzen.
Verblijfkosten binnenlandse dienstreizen gericht vrijgesteld