Een commissie van arbeidsrechtexperts heeft eind 2019 al een toekomstvisie over de arbeidsmarkt opgesteld in opdracht van het kabinet. Dit is het ‘Wetboek van Werk’ 2025.
Achtergrond
Met de invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) op 1 januari 2020 heeft de regering al geprobeerd om meer bescherming te bieden aan flexibele krachten en flexwerk onaantrekkelijk te maken. Dit waren echter vooral verbeteringen en reparaties van het bestaande systeem. Een aantal weken later, eind januari 2020, concludeerde de commissie-Borstlap dat de regels voor werk veel te ingewikkeld waren en de verschillen tussen vast en flex te groot. De enige oplossing was om het hele systeem alsnog op z’n kop te zetten. Krap twee maanden daarna maakte de coronacrisis pijnlijk duidelijk dat er snel actie nodig was.
Wat staat er in het Wetboek van Werk? Vijf arbeidsrechtelijke veranderingen op een rij.
1 Loondoorbetaling bij ziekte verkorten
In de praktijk merken wij dat de twee jaar verplichte loondoorbetaling bij ziekte dé reden is waarom werkgevers kiezen voor flexkrachten en (schijn)zelfstandigen. Waar de gemiddelde loondoorbetalingsverplichting bij ziekte in de EU zo rond de zes weken ligt, bedraagt dit in Nederland dus 104 weken. Daar komt bij dat de regels voor re-integratie ingewikkeld zijn en vooral voor MKB werkgevers een te zware last vormen.
In het Wetboek van Werk wordt voorgesteld om de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever terug te brengen naar slechts zes weken. Na die periode wordt het loon betaald uit private collectieve verzekeringen. De zogenoemde ‘Werkhub’ wordt verantwoordelijk voor re-integratie.
2 Ontslagbescherming bij alle typen arbeidsrelaties
Flexkrachten en zelfstandigen hebben minder rechtsbescherming dan reguliere werknemers. Dit is een andere reden waarom werkgevers vaste contracten willen vermijden en liever werken met flexkrachten of zelfstandigen. In het Wetboek van Werk wordt voorgesteld om iedere werkrelatie dezelfde rechtsbescherming te geven. Voor de beëindiging is dan wel nog steeds een redelijke grond nodig.
Een groot verschil met het huidige systeem is dat die redelijke grond achteraf pas getoetst zal worden door een gespecialiseerde arbeidsrechter. Het is dan niet meer nodig om eerst naar het UWV (bij bedrijfseconomisch ontslag) of naar de kantonrechter te stappen (bij ontslag om persoonlijke redenen). Daardoor wordt het ook eenvoudiger om vaste contracten te beëindigen.
3 Verval transitievergoeding en meer focus op ontwikkeling
In het Wetboek van Werk wordt voorgesteld om de transitievergoeding te laten vervallen. De bedoeling van de transitievergoeding was om een budget te bieden voor een soepele transitie naar de volgende baan. In de praktijk is gebleken dat de transitievergoeding vooral gebruikt wordt als aanvulling van de WW-uitkering zodat het inkomen op peil blijft tijdens werkeloosheid.
In het Wetboek van Werk wordt daarom voorgesteld dat de werkende zich tijdens werkloosheid via de eerder genoemde Werkhub kan laten trainen of omscholen om zijn positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.
4 Wegnemen fiscale voordelen zzp-ers
Flexibele arbeidscontracten, zoals oproepcontracten of tijdelijke contracten, zijn vorig jaar na invoering van de WAB al duurder geworden vanwege de hogere WW-premie. Maar voor zzp-ers bestaat nog steeds te veel fiscaal voordeel. De zelfstandige houdt daardoor maandelijks onder de streep meer over. De zelfstandige heeft echter weinig rechtsbescherming, kan geen gebruik maken van een sociaal vangnet en is vaak ook niet zelf verzekerd voor werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen. Om deze voorzieningen zelf te regelen moet de zelfstandige eigenlijk een uurloon in rekening brengen dat vér boven het minimumloon ligt.
In het Wetboek van Werk wordt daarom voorgesteld dat álle werkenden (werknemer of zzp-ers) een gelijke fiscale behandeling krijgen. De meeste politieke partijen zijn het er ook over eens dat de financiële voordelen voor zelfstandigen moeten worden verminderd.
5 Tegengaan schijnzelfstandigheid via de Pilot Webmodule ZZP
Tot slot nog een toevoeging die niet in het Wetboek van Werk staat, maar wel een andere belangrijke verandering wordt op arbeidsmarktgebied. Medio januari 2021 is de pilotfase van de webmodule zzp gelanceerd die nog loopt tot juli 2021. Via deze webmodule kunnen werkgevers door middel van het invullen van vragen erachter komen of hun arbeidskracht kwalificeert als een overeenkomst van opdracht (zzp-er) of toch als een (fictief) dienstverband.
Onze mening is dat de webmodule goed werkt en een duidelijke uitslag geeft waar de ondernemer verder mee kan. Wel nog hier en daar te complex om door de ondernemer zonder juridische hulp te worden ingevuld. Hopelijk wordt deze webmodule, na wat vereenvoudiging, met bijbehorende wetgeving, dan ook definitief ingevoerd aan het einde van dit jaar.
Lees het volledige artikel, geschreven door bedrijfsjuridisch adviseurs mr. Hella Vercammen en mr. Alain Hardy van The Legal Company B.V. op Accountancy Vanmorgen