Minister Koolmees beantwoordt Kamervragen van de vaste commissie voor Sociale zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van de wetenschappelijke toets over het Wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof.
Hoeveel verlof opnemen?
Voor de raming van de uitkeringslasten is verondersteld dat ruim 80 procent van de vrouwen en circa 60 procent van de mannen die recht op verlof hebben, verlof opnemen. Aangenomen is dat vrouwen van de 9 weken betaald verlof gemiddeld bijna 8 weken verlof opnemen; voor mannen is dit 4 weken.
Bij de duur van het verlof is gekeken naar meerdere factoren. Op dit moment hebben vrouwen in het eerste jaar na de geboorte recht op 10 weken bevallingsverlof en hebben partners recht op 6 weken geboorteverlof. Daar bovenop komen voor elke ouder 9 weken betaald ouderschapsverlof. Het lijkt daarbij onwaarschijnlijk dat in veel gezinnen beide ouders het gehele verlof opnemen.
Het CBS geeft aan dat de vrouwen die in 2013 verlof opnamen dit voor circa 10 uur per werkweek deden. Aansluitend bij deze bevinding is de aanname dat vrouwen die betaald ouderschapsverlof opnemen dat voor circa 8 keer hun gebruikelijke arbeidsduur per week doen. De verlofopname van mannen zal, aangezien het betalingsniveau voor mannen zwaarder meeweegt, lager zijn dan van vrouwen. Bij het geboorteverlof is aangenomen dat mannen gemiddeld 70 procent van de 5 weken aanvullend geboorteverlof opnemen (= 3,5 week, tegen 70 procent van het loon). Aangezien het bij ouderschapsverlof gaat om een lager vergoedingspercentage en dit verlof bovenop de 6 weken geboorteverlof komt, is aangenomen dat mannen gemiddeld minder dan de helft van het verlof opnemen (4 weken).
Evenwichtiger verdeling
Op basis van de literatuur wordt verondersteld dat de opname van ouderschapsverlof bijdraagt aan een evenwichtiger verdeling van taken tussen mannen en vrouwen en de verbetering van de arbeidsmarktpositie van vrouwen.
In lijn met het IBO Deeltijdwerk en het SER-advies Optimalisering van verlof na geboorte kind wordt gestimuleerd om het ouderschapsverlof op te nemen in de eerste periode na de geboorte omdat de eerste periode na de geboorte vaak een bepalend moment is voor de verdeling van arbeid en zorgtaken tussen mannen en vrouwen.
Hoewel de regering van mening is dat solozorg – door volgtijdelijke opname van verlof door de ouders – de doelstellingen van het wetsvoorstel verder kan ondersteunen, laat het de keuze aan de ouders. Ouders moeten zelf vrij kunnen beslissen of en wanneer betaald ouderschapsverlof wordt opgenomen, zodat dit zo goed mogelijk aansluit bij hun persoonlijke situatie.
50 procent dagloon
Ten aanzien van de uitkeringshoogte heeft de regering gekozen voor een inkomensafhankelijk systeem waarbij wordt uitgegaan van 50 procent van het dagloon. Hiermee wordt aangesloten bij de berekening van andere verlofregelingen op basis van de dagloonsystematiek die worden uitgevoerd door UWV.
Het instellen van een ondergrens is niet mogelijk omdat betrouwbare gegevens over de arbeidsduur niet beschikbaar zijn. Het is niet de bedoeling om werknemers die erg weinig uren per week werken een vergoeding voor ouderschapsverlof te verschaffen die hun gebruikelijke uurloon overtreft.
20 minuten per aanvraag
Administratieve lasten voor het bedrijfsleven worden begroot op basis van 20 minuten per aanvraag. Is deze inschatting reëel voor kleine werkgevers met weinig ervaring met aanvragen voor deze regelingen?
Het wetsvoorstel is op regeldruk getoetst door de ATR. De ATR komt tot het oordeel dat de regeldrukparagraaf met de berekening van de administratieve lasten zeer gedetailleerd en toereikend is.
Additionele kosten?
In hoeverre is er rekening gehouden met additionele kosten voor werkgevers bij vervanging tijdens ouderschapsverlof?
Gedurende de opname van ouderschapsverlof hoeft de werkgever geen loon door te betalen waarmee deze middelen kunnen worden ingezet voor het regelen van vervanging. Het wetsvoorstel voorziet niet in aanvullende compensatie van kosten voor het zoeken van vervanging.
Beantwoording Kamervragen wetenschappelijke toets over wetsvoorstel betaald ouderschapsverlof