Huishoudens kunnen door de economische crisis te maken hebben met een onvoorzienbare, onvermijdelijke en plotselinge terugval in hun inkomen. Zij kunnen daardoor in problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonlasten. Hierbij valt onder meer te denken aan de volgende situaties:
- Huishoudens die nog wel inkomen uit werk hebben, maar tegelijkertijd met een dusdanige terugval in inkomsten geconfronteerd worden dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen zelfstandigen zijn die veel van hun opdrachten zien verdwijnen, maar ook flexwerkers die plotseling minder worden opgeroepen en ook werkenden die kortdurend vanwege quarantaine inkomsten mislopen.
- Huishoudens die terugvallen op een uitkering en daardoor dusdanig achteruitgaan in inkomsten dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Dit kunnen werkenden zijn, zoals artiesten en sekswerkers, die moeten terugvallen op het sociaal minimum.
- Huishoudens waar een of beide partners geen inkomen uit werk meer heeft en ook geen recht op een uitkering. Daardoor kunnen zij een dusdanige terugval in inkomsten ervaren dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. Zelfstandigen kunnen bijvoorbeeld hun opdrachten ineens zien teruglopen of maken vanwege de partnertoets of het urencriterium geen aanspraak op de Tozo.
Het bestaande stelsel van sociale zekerheid en de maatregelen uit de steunpakketten bieden voor deze problemen niet altijd soelaas. Deze huishoudens dreigen daardoor tussen de wal en het schip te vallen.
Het kabinet creëert daarom een Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijk Kosten (TONK) om mensen die zich door de coronacrisis geconfronteerd zien met een substantiële inkomensterugval te ondersteunen bij het voldoen van noodzakelijke kosten die zij niet langer kunnen dragen.
Daarmee kunnen gemeenten ook tijdelijke ondersteuning bieden aan mensen die vanwege quarantaine te maken hebben met dusdanig inkomensverlies (en onvoldoende vermogen) dat zij bepaalde noodzakelijke kosten ondanks het bestaande stelsel van arbeidsrecht en sociale zekerheid niet langer kunnen dragen.
Bijzondere bijstand
Voor deze tijdelijke ondersteuning wordt het bestaande instrument van de bijzondere bijstand gebruikt. Gemeenten voeren de bijzondere bijstand uit en hebben daarbij eigen beleidsruimte.
De verwachting is dat 1 februari 2021 de uitwerking met gemeenten van de TONK gereed is. Mogelijk komt er ook een handreiking om de uitvoering te vereenvoudigen en daarmee de uitvoeringslast voor gemeenten te verlichten.
Tot 1 juli 2021
In totaal is een bedrag van maximaal € 130 miljoen gereserveerd voor het eerste halfjaar van 2021. Voor het eerste kwartaal komt € 65 miljoen beschikbaar. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2021 zal op basis van de dan geldende situatie rondom de maatregelen tegen het coronavirus de inzet voor het tweede kwartaal van 2021 worden gewogen.
De afspraken over de beleidsinzet zullen, net als de lopende steunpakketten, gelden tot 1 juli 2021.
Kamerbrief over aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket