Voor auto’s zonder CO₂-uitstoot met een datum 1e toelating op of na 1 januari 2021 geldt zo een verlaagde bijtelling van 12 procent. Daarvoor geldt de korting van 10 procent alleen over de eerste €40.000 cataloguswaarde.
Voor het deel van de grondslag boven € 40.000 wordt geen korting gegeven en geldt de algemene bijtelling van 22 procent.
Volledige cataloguswaarde
De korting op de bijtelling is niet gemaximeerd voor waterstofauto’s. De korting is dan van toepassing op de volledige cataloguswaarde. Dat geldt vanaf 1 januari 2021 ook voor elektrische auto’s met geïntegreerde zonnepanelen waarbij de voor de aandrijving benodigde energie wordt opgeslagen in een accupakket dat geen lood bevat en de zonnepanelen een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek, zogenoemde zonnecelauto’s.
Voor beide soorten auto’s bedraagt de korting op de bijtelling steeds 10 procent van de cataloguswaarde, dat resulteert in een verlaagde bijtelling van 12 procent.
De korting op de bijtelling is wel gemaximeerd voor elektrische auto’s die geen zonnecelauto zijn.
Over het meerdere wordt dan geen korting gegeven.
Voorbeeld zonnecelauto
De werknemer krijgt van de werkgever een elektrische auto met geïntegreerde zonnepanelen (zonnecelauto) ter beschikking.
De datum 1e toelating is 1 februari 2021. De grondslag voor de bijtelling is € 85.000.
Het loontijdvak van de werknemer is een maand.
De werknemer betaalt de werkgever elke maand een eigen bijdrage van € 200.
De bijtelling per maand is dan:
((€ 85.000 x 12%): 12) – € 200 = € 650
Voorbeeld elektrische auto
De werknemer krijgt van de werkgever een elektrische auto (geen zonnecelauto) ter beschikking.
De datum 1e toelating is 1 februari 2021. De grondslag voor de bijtelling is € 85.000.
Het loontijdvak van de werknemer is een maand.
De werknemer betaalt de werkgever elke maand een eigen bijdrage van € 200.
De bijtelling per maand is dan:
((€ 40.000 x 12%) + ((€ 85.000 – € 40.000) x 22%)): 12 = € 1.225, minus € 200 = € 1.025
Bron: Nieuwsbrief Loonheffingen 2021