Veel werkplatforms zetten de werkers als zzp’ers in, maar het is de vraag of dat terecht is. De aard van de arbeidsrelatie is bepalend voor de geldigheid van cao’s en andere werknemersrechten, en dus van groot belang voor de positie van werkers. De SER adviseert om hierover snel besluiten te nemen, en het toezicht door de Belastingdienst en de Inspectie SZW hierop te intensiveren.
Kwalificatie arbeidsrelatie
Uit het SER-rapport Hoe werkt de platformeconomie:
“Zolang er geen duidelijkheid is over de kwalificatie van de arbeidsrelatie van veel platformwerkers, de handhaving tekortschiet en consequenties van die kwalificaties zo groot blijven, is er een oneigenlijke prikkel om platformwerkers als zzp’er in zetten. Er is op korte termijn behoefte aan een politiek en beleidsmatig antwoord op deze discussie.”
Aanpassing regelgeving
“Deze verkenning maakt duidelijk dat de bestaande nationale wet- en regelgeving rondom het werken met zelfstandigen en de naleving daarvan aanpassing behoeft omdat dit tot problemen leidt en niet meer past bij de huidige en toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Platforms leggen een vergrootglas op een aantal van die ontwikkelingen. In dat verband moet er speciaal aandacht zijn voor:
- De inrichting van het systeem van arbeidsrelaties en het onderscheid tussen verschillende contractvormen (verschillende soorten arbeidsovereenkomsten/ Regeling Dienstverlening aan Huis/werken als zelfstandige) om het draagvlak voor sociale regelingen te behouden;
- De vraag of het gebruik van een algoritme voor werkverdeling tot een gezagsverhouding kan leiden die een arbeidsovereenkomst impliceert;
- De inrichting van het systeem van collectieve arbeidsvoorwaarden. Dit systeem kan onder druk komen te staan.
Deze elementen zullen voor een deel ook onderdeel zijn van de bredere discussie over de inrichting van de arbeidsmarkt naar aanleiding van de rapporten van de Commissie Regulering van werk en de WRR.”
Handhaving door Belastingdienst en Inspectie SZW
“De handhavingsissues bij de Belastingdienst en de Inspectie SZW vragen om een oplossing. Het moratorium dient zo snel mogelijk opgeheven te worden, dit vraagt om extra capaciteit bij de Belastingdienst. Daarbij moeten de uitvoeringsproblemen en knelpunten die aanleiding waren voor het moratorium worden opgelost. Onderzocht moet worden op welke manier de Inspectie SZW een betere invulling kan geven aan haar handhavende taak binnen de platformeconomie.”
Eerlijk inkomen, veilig werk
Decent work, houdt in dat mensen een eerlijk inkomen verdienen en aanspraak kunnen maken op bescherming, scholing, inspraak en veilig werk.
Platformwerkers die op locatie werken, zoals schoonmakers, chauffeurs en maaltijdbezorgers, hebben vaak weinig zekerheden, lage verdiensten en geen recht op sociale zekerheid zoals WW.
Voor online platformwerk zijn de vergoedingen vaak nog lager, door het grotere aanbod aan werk en de concurrentie van platformwerkers uit lagelonenlanden.
Werkplatforms gebruiken verder vaak algoritmen om het werk te verdelen en sturen, wat de autonomie en privacy van platformwerkers kan aantasten. Om dit te verbeteren moeten de Nederlandse en Europese wetgeving beter op elkaar aansluiten.
Platformeconomie
Het aantal platformwerkers in Nederland is nog klein: ongeveer 1 procent van de beroepsbevolking. Maar de werkwijze van de platformeconomie beïnvloedt ook de rest van de economie. Platforms kunnen de markt verstoren als voor hen niet dezelfde regels gelden als voor andere bedrijven. Dat kunnen bijvoorbeeld fiscale regels zijn, of regels over de inzet van data.
Er is een Europese aanpak nodig om ervoor te zorgen dat er een gelijk speelveld is en om de rechten van consumenten te beschermen. Tegelijkertijd zorgen zulke nieuwe toetreders dat andere bedrijven vernieuwen in hun manier van werken, hun producten en diensten.
Nieuwe technologieën
Om de kansen die de platformeconomie biedt beter te kunnen benutten, zal Nederland meer moeten doen aan het ontwikkelen en implementeren van nieuwe technologieën. Dit vraagt om meer durfkapitaal, meer passend opgeleid personeel, met name bij de grotere platforms en investeringen in digitale vaardigheden van burgers. Werkgevers, werknemers, overheid en de platformbedrijven moeten hierin samen optrekken.