De wet verplicht werkgevers om ervoor te zorgen dat beeldschermwerk geen gevaar oplevert voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers.
Arbobesluit
Het Arbobesluit kent twee specifieke richtlijnen:
- Beeldschermwerk moet op gezette tijden afgewisseld worden met ander werk of een pauze (Arbobesluit 5.10). Voor zittend werk achter een beeldscherm gelden bovendien de adviezen, maar geen wettelijke eisen.
- Werknemers moeten kans krijgen om een oogonderzoek te ondergaan voordat zij met beeldschermwerk beginnen of wanneer zij oogklachten ontwikkelen (Arbobesluit 5.11).
Inrichting werkplek
Ook zijn er voorschriften over de inrichting van de werkplek:
- Beeldscherm en toetsenbord mogen bij gebruik van meer dan 2 uur per dag niet aan elkaar vast zitten. De laptop moet in die gevallen dus voorzien zijn van een los beeldscherm of van een los toetsenbord.
- De werkplek, dus zowel de stoel als de tafel, moet in hoogte verstelbaar zijn en voldoen aan de NEN-normen.
- Het beeldscherm is van goede kwaliteit, in hoogte verstelbaar en mag niet spiegelen.
- De verlichting op de werkplek zorgt voor voldoende licht en een goed afgesteld contrast tussen het beeldscherm en de omgeving.
- Werknemers moeten gebruik kunnen maken van hulpmiddelen, zoals een documenthouder en gebruikersvriendelijke software.
- Werknemers die een leesbril nodig hebben om beeldschermwerk te verrichten, hebben recht op vergoeding van de aanschafkosten van een beeldschermbril.
Risico-inventarisatie en -evaluatie
Werkgevers mogen van deze voorschriften afwijken, zolang de veiligheid en de gezondheid van de werknemers gewaarborgd blijven.
In de risico-inventarisatie en -evaluatie, een overzicht dat de werkgever heeft opgesteld om risico’s in de organisatie te kunnen voorkomen, moet expliciet aandacht worden besteed aan beeldschermwerk. Hierin wordt vooral gelet op de gevaren voor de fysieke en psychische belasting en het gezichtsvermogen.
Daarnaast heeft iedere organisatie en branche de mogelijkheid om zelf afspraken te maken over de invulling van het arbobeleid in de eigen organisatie.
Feiten en cijfers
83 procent van alle werknemers werkte in 2019 ten minste een deel van hun werkdag met een beeldscherm, zoals een desktop, laptop, notebook, tablet of smartphone. In 2005 was dit nog 77 procent.
Werknemers besteedden in 2019 gemiddeld ruim 4 uur per werkdag achter een beeldscherm. Vergeleken met 2005 is dit een half uur langer. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van de 15e Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en het CBS.
Het langdurig beeldschermwerk van 6 uur of langer is toegenomen van 31 procent in 2005 tot 39 procent in 2019.
Werknemers van bedrijfseconomische, administratieve en ICT-beroepen werken de meeste uren achter een beeldscherm.
Vooral bij werknemers van 25 tot 45 jaar komt langdurig beeldschermwerk voor, bijna de helft van deze groep werkte minstens 6 uur per werkdag met een beeldscherm. Volgens onderzoek van TNO, vergroot langdurig beeldschermwerk de kans op gezondheidsklachten.
Gezondheidsklachten
Beeldschermwerk gaat gepaard met repeterende handelingen van de vingers en handen, en statische belasting in de nek, schouders en armen. Deze fysieke factoren kunnen leiden tot het ontstaan van werk gerelateerde Klachten aan Arm, Nek en Schouder (KANS; vroeger werd dit Repetitive Strain Injury of RSI genoemd).
Nieuwe risico’s
Het toenemende gebruik van laptops, tablets en smartphones zorgt voor nieuwe risico’s.
Werkgevers geven hun werknemers vaak een laptop in plaats van een vaste computer. Laptops zijn echter niet geschikt voor langdurig gebruik (meer dan 2 uur per dag).
Werken met een laptop zonder accessoires moet beperkt worden tot maximaal 2 uur per dag. Werken op een werkplek waarbij toetsenbord en beeldscherm aan elkaar vast zitten mag namelijk niet langer dan 2 uur per dag worden gedaan (zie Arboregeling 5.1). Vooral het aaneengesloten gebruik wordt hierbij gezien als risico. Daarom is het advies niet langer dan 1 uur ononderbroken met een laptop zonder accessoires te werken.
Er bestaan nog geen richtlijnen voor het gebruik van tablets en smartphones ter voorkoming van gezondheidseffecten.
Het advies voor smartphonegebruik is om dit te beperken tot maximaal een half uur per keer (aaneengesloten duur) en één uur totaal per (werk)dag, exclusief bellen.
Voor tabletgebruik is het advies de aaneengesloten duur te beperken tot maximaal een half uur per keer en de totale duur per dag tot twee uur.
Voer werkzaamheden die op een vaste werkplek uitgevoerd kunnen worden liever daar uit dan op een tablet of smartphone.