In een brief gaat de minister in op de ontwikkelingen op de hybride markt en zijn bevindingen rondom de keuze die kleine werkgevers op de hybride markt maken. Ook meldt Koolmees de stand van zaken rondom de aanpassingen die hij heeft voorgesteld voor het voortschrijdend cumulatief rekenen. Verder
bespreekt hij een aantal ontwikkelingen in de WIA.
Eigen risico WGA
Zowel het aantal WGA-eigenrisicodragers als hun aandeel in de totale loonsom is sinds 2017 stabiel. Hierbij valt op dat het aantal werkgevers dat voor het eigenrisicodragerschap kiest veel lager ligt dan het aandeel dat zij vertegenwoordigen in de loonsom. Het aantal kleine werkgevers dat kiest voor
eigenrisicodragerschap is dus klein.
Eigen risico ZW
De Ziektewet (ZW) laat hetzelfde beeld zien als de WGA. Hoewel het aandeel van eigenrisicodragers in de totale loonsom nog wel licht stijgt sinds 2017, is het beeld veel stabieler dan de daaraan voorafgaande jaren. Ook hier valt op dat het aantal eigenrisicodragers veel lager ligt dan het aandeel dat zij vertegenwoordigen in de totale loonsom.
Kleine werkgevers
Koolmees heeft gesprekken gevoerd met werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties, private verzekeraars, private uitvoerders en een intermediair. Op basis van deze gesprekken komt de minister tot de conclusie dat er bij de meeste kleine werkgevers geen behoefte bestaat aan het eigenrisicodragerschap.
Financieel is er geen winst te behalen en de verantwoordelijkheden die het eigenrisicodragerschap met zich meeneemt zijn voor kleine werkgevers zwaar. Zij hebben niet de expertise om zelf uitvoering te geven aan hun re-integratieverantwoordelijkheid en moeten daar daarom een dienstverlener voor inschakelen. De premie van UWV is voor deze werkgevers vaak minimaal even aantrekkelijk als de premie die zij kunnen krijgen op de private markt. In het geval van eigenrisicodragerschap komen de kosten voor het advies daar nog bovenop.
Tot slot geven private verzekeraars en private uitvoerders aan dat er ook voor wat betreft middelgrote werkgevers lastig te concurreren valt met de premiestelling van UWV. De UWV-premie voor deze werkgevers wordt gedeeltelijk individueel en gedeeltelijk sectoraal vastgesteld.
Voor het individuele deel betalen deze werkgevers vaak een minimumpremie, omdat het grootste
gedeelte van deze werkgevers geen ZW- of WGA-uitkeringen heeft. Het risico op een dergelijke uitkering is namelijk zo laag dat deze categorie werkgevers eigenlijk onvoldoende werknemers heeft om het risico individueel te bepalen.
Op basis van deze analyse constateert de minister dat de hybride markt vooral functioneert voor grote werkgevers. Kleine werkgevers hebben in veel mindere mate de behoefte om eigenrisicodrager te worden.
Aangezien de behoefte bij kleine werkgevers voor het eigenrisicodragerschap in grote mate ontbreekt, ziet de bewindsman geen noodzaak en geen andere mogelijkheden om belemmeringen op dit terrein weg te nemen.
Kleine werkgevers blijven wel de mogelijkheid houden om eigenrisicodrager te zijn voor de ZW en/of de WGA.
Gedifferentieerde Aof-premie
In het kader van het voorstel van een gedifferentieerde Aof-premie zal Koolmees wel de grens tussen kleine en middelgrote werkgevers die nu in de Werkhervattingskas wordt gehanteerd, verhogen van 10 maal het gemiddelde premieplichtige loon naar 25 maal het gemiddelde premieplichtige loon.
Deze maatregel zorgt ervoor dat de definitie kleine werkgever eenduidig zal zijn voor de gedifferentieerde Aof en de premie in de Werkhervattingskas en is ook noodzakelijk voor de uitvoerbaarheid. Deze wijziging zorgt er tegelijk voor dat het individuele gedeelte van de premie voor de
huidige groep middelgrote werkgevers afneemt.
Voortschrijdend cumulatief rekenen
Voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR) is een methodiek om maandelijks de hoogte van de premie over het loon van de werknemer en over uitkeringen te berekenen.
UWV past deze methodiek alleen toe over de uitkering, terwijl eigenrisicodragers en private uitvoerders die uitkering betalen namens de eigenrisicodrager, deze methodiek moeten toepassen over de som van loon en uitkering. Dit is lastig voor private uitvoerders, omdat zij dan inzicht moeten hebben in de loonadministratie van de eigenrisicodrager. Daarom staat de Belastingdienst op dit moment in individuele situaties toe dat de private uitvoerder VCR alleen toepast over de uitkering.
Erd met private uitvoerder
De minister heeft in zijn brief van 26 november 2018 aangegeven dat hij een wetsvoorstel zou voorbereiden om eigenrisicodragers toe te staan VCR separaat toe te passen over loon en separaat
over de uitkering. Hij heeft ervoor gekozen het voorstel alleen betrekking te laten hebben op eigenrisicodragers met een private uitvoerder. Voor eigenrisicodragers zonder private uitvoerder is aanpassing niet noodzakelijk, aangezien zij geen inzicht in een andere loonadministratie nodig hebben.
Gemiddelde premie Whk
Daarnaast kondigde de minister in november 2018 nog een tweede voorstel aan. Dit betrof het heffen van de gemiddelde premie voor de Werkhervattingskas (Whk) over uitkeringen die worden betaald via werkgevers (werkgeversbetalingen) of door eigenrisicodragers. Koolmees heeft echter besloten om dit voorstel niet door te zetten.
De winst van het voorstel blijkt zeer beperkt. Daarnaast heeft het voorstel behoorlijke impact heeft op de betaalstraat UWV én kan de wijziging leiden tot meer complexiteit voor werkgevers; zij zouden dan rekening moeten gaan houden met verschillende Whk-premiepercentages over uitkeringen en over loon.
Ontwikkelingen WIA
Sinds de invoering van de Wet Modernisering Ziektewet in 2014 bestaat er geen verschil meer in financiële prikkels binnen de WIA met betrekking tot werknemers met een vast en werknemers met een tijdelijk dienstverband (eindedienstverbanders).
Ten opzichte van zieke WW’ers is er wel een verschil: voor hen is er geen werkgever meer met een financiële prikkel voor doorstroom van WGA naar IVA.
Uit analyse van UWV blijkt dat de doorstroom van werknemers met een vast dienstverband hoger ligt dan de doorstroom van eindedienstverbanders. Uit de analyse blijkt daarnaast dat de doorstroom van WGA naar IVA bij WW-gerechtigden lager ligt. Dit verschil kan met name verklaard worden door het
feit dat (ex)-werkgevers en verzekeraars een groter aantal WIA-herbeoordelingen aanvragen dan UWV Werkbedrijf.
Kamerbrief ontwikkelingen werknemersverzekeringen ziekte en arbeidsongeschiktheid