Hoofdregel is dat de werknemer voor elk jaar dat de arbeidsovereenkomst heeft geduurd 1/3 bruto
maandsalaris aan transitievergoeding krijgt.
Als het dienstverband korter heeft geduurd, krijgt de werknemer een evenredig deel daarvan voor een periode dat de arbeidsovereenkomst korter dan een kalenderjaar heeft geduurd.
De berekening van de transitievergoeding naar rato over het laatste deel van de arbeidsovereenkomst, dat minder is dan een heel dienstjaar, vindt plaats door het feitelijke brutosalaris, dat is ontvangen over de duur van dit laatste deel van de arbeidsovereenkomst waarover de berekening naar rato plaatsvindt, af te zetten tegen het bruto maandsalaris.
Dit geeft een factor die vermenigvuldigd wordt met het bedrag aan transitievergoeding dat per maand dienstverband verschuldigd is, zoals in het tweede deel van de formule wordt berekend. Op deze manier wordt de transitievergoeding naar rato berekend over de feitelijke duur van de arbeidsovereenkomst.
Voorbeeld 1: dienstverband van aantal hele dienstjaren
Een werknemer met een bruto maandsalaris van €3.000 van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd na 15 jaar dienstverband heeft recht op een transitievergoeding.
Een transitievergoeding wordt over de gehele duur van het dienstverband betaald van 1/3 maandsalaris per dienstjaar.
Totale verschuldigde transitievergoeding : 15 x (1/3 x 3.000) = €15.000
Voorbeeld 2: dienstverband langer dan aantal hele dienstjaren
De arbeidsovereenkomst heeft 9 jaar en 4 maanden geduurd. De werknemer heeft een bruto maandsalaris van € 3.000.
De transitievergoeding bedraagt 1/3 bruto maandsalaris per dienstjaar.
De berekening van de transitievergoeding over de gehele dienstjaren is als volgt:
9 x (1/3 x €3.000) = €9.000
De berekening van de transitievergoeding over de resterende duur van het dienstverband
(4 maanden) aan de hand van de formule is als volgt:
Het brutosalaris (totaal verdiende salaris over het resterende deel) is:
4 maanden x 3.000 = € 12.000 (€ 12.000/€3.000) x (€ 1.000/12) 4 x € 83,33 = € 333,33
Totaal aan transitievergoeding: € 9.000 + € 333,33 = € 9.333,33
Voorbeeld 3: dienstverband langer dan aantal hele dienstjaren
De arbeidsovereenkomst heeft 9 jaar en 5 dagen geduurd. De werknemer heeft een bruto maandsalaris van € 3.000.
De transitievergoeding bedraagt 1/3 bruto maandsalaris per dienstjaar.
De berekening van de transitievergoeding over de gehele dienstjaren is als volgt:
9 x (1/3 x €3.000) = €9.000
De berekening van de transitievergoeding over de resterende duur van het dienstverband (5 dagen) aan de hand van de formule is als volgt:
Het bruto salaris (totaal verdiende salaris over het resterende deel) is: €800.
Dit bedrag is te berekenen door het totaal aantal gewerkte uren maal het bruto uurloon te doen, in casu:
5 dagen x 8 uur = 40 uur x € 20 = €800.
(€800/€3.000) x (€1.000/12) 0.2666667 x €83.33 = €22.22
Totaal aan transitievergoeding: €9.000 + €22,22 = €9.022,22
Voorbeeld 4: dienstverband van enkele dagen
De arbeidsovereenkomst heeft 5 dagen geduurd. De werknemer heeft een brutosalaris over deze dagen van €800. Het bruto maandsalaris wordt hieraan gelijkgesteld, volgens het (vernieuwde) besluit loonbegrip.
De berekening van de transitievergoeding is als volgt:
(€800/€800) x (€266,66/12) 1 x €22,22 = € 22,22
Eerder betaalde transitievergoeding
In sommige gevallen heeft de (opgevolgde) werkgever de werknemer al een transitievergoeding betaald. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de (opgevolgde) werkgever een eerder tijdelijk contract van de werknemer niet verlengd heeft en de (opvolgende) werkgever de werknemer opnieuw in dienst neemt.
Van opvolgend werkgeverschap is sprake als de werknemer achtereenvolgens in dienst is geweest van verschillende werkgevers en deze werkgevers ten aanzien van de verrichte arbeid redelijkerwijs geacht moeten worden elkaars opvolger te zijn. Daarbij is het niet van belang of de opvolgende werkgever inzicht had in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer.
Als de (opgevolgde) werkgever eerder al een transitievergoeding betaald, dan kan de werkgever die vergoeding of voorziening in mindering brengen op de transitievergoeding. Eerdere in mindering gebrachte kosten voor bijvoorbeeld scholing of outplacement moeten buiten beschouwing worden gelaten.
Rekenvoorbeeld
De eerdere transitievergoeding was €1.000 bruto.
De (opgevolgde) werkgever heeft daarop €700 scholingskosten in mindering gebracht. De resterende €300 heeft hij aan de werknemer betaald.
De werknemer wordt (opnieuw) ontslagen door de (opvolgende) werkgever.
Wat mag de (opvolgende) werkgever in mindering brengen?
De (opvolgende) werkgever mag de volledige €1.000 in mindering brengen op de door hem verschuldigde transitievergoeding.
Betalingsregeling
Als het in één keer betalen van de transitievergoeding tot onaanvaardbare gevolgen voor de
bedrijfsvoering van de werkgever leidt, dan is betaling in termijnen mogelijk. De werkgever mag de
betaling spreiden over een periode van maximaal 6 maanden.
Wel is de werkgever steeds vanaf een maand na het einde van het contract wettelijke rente verschuldigd over dat deel van de transitievergoeding dat als gevolg van de betalingsregeling nog niet door de werkgever aan de werknemer is betaald.
WAB: de transitievergoeding – informatie voor werkgevers en werknemers, 1 juli 2020