De werkgever moet zorgen voor een gezonde en veilige werkplek voor de werknemer. De inrichting van de werkplek moet aan de persoonlijke eigenschappen van de werknemer zijn aangepast. Dit geldt ook voor de thuiswerkplek. Dit wordt de ‘zorgplicht’ van de werkgever genoemd.
De mate waarin de werkgever daar invulling aan kan geven hangt af van wat redelijkerwijs gevraagd kan worden. Het kan voorkomen dat het door omstandigheden niet redelijk is om dit van de werkgever te verwachten.
Actief instrueren
De werkgever moet zijn werknemers actief instrueren. Hoe een werknemer veilig en gezond kan werken, moet regelmatig terugkomen in gesprekken tussen werkgever en werknemer. Als de werknemer nog geen goed ingerichte thuiswerkplek heeft, dan kan hij met de werkgever overleggen wat nodig is om klachten te voorkomen.
Risico-inventarisatie
Bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid legt de werkgever in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vast welke risico’s het werk voor de werknemers heeft. Deze risico-inventarisatie en -evaluatie bevat ook een beschrijving van de gevaren en de risicobeperkende maatregelen en de risico’s voor bijzondere categorieën van werknemers.
Ondernemingsraad
In de wet is bepaald dat de werkgever met de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (of bij ontbreken daarvan, de individuele belanghebbende werknemers) overleg heeft over het arbobeleid en de uitvoering daarvan. Werkgevers en werknemers kunnen zich hierbij laten adviseren door arbodeskundigen.
Proactief aangeven
De werknemer moet in gesprek gaan met de werkgever wanneer hij de werkplek graag aan wil passen als gevolg van klachten. Hij moet dit proactief aangeven en bespreken hoe hiervoor een oplossing kan worden gevonden. De werknemer moet zelf ook goed letten op zijn fysieke en mentale gezondheid: dit is essentieel om klachten te voorkomen.
Ergonomisch inrichten werkplek
In het Arbeidsomstandighedenbesluit is opgenomen dat de werkplek in de eigen woning moet worden ingericht volgens de ergonomische beginselen.
De ergonomische beginselen zijn niet nader uitgewerkt in een wettelijke regeling.
Zie infographic Thuiswerken in coronatijd op TNO.nl
Belangrijk bij het inrichten van de werkplek is:
- een goede positie van het beeldscherm;
- het op elkaar afstemmen van de stoel- en tafelhoogte zodat de armen een ontspannen houding aan kunnen nemen;
- de muis dichtbij het lichaam plaatsen; en
- de stoel zo instellen dat voeten, bovenbenen en onderrug goed worden ondersteund.
Bij een laptop is het nodig om een extra toetsenbord, een muis en eventueel een beeldscherm te gebruiken.
Werken achter beeldscherm
Daarnaast moet de werkplek voldoen aan de eisen die worden gesteld aan beeldschermwerk. Dit betekent dat het werken achter een beeldscherm op gezette tijden moet kunnen worden afgewisseld door andere werkzaamheden of rusttijd.
Wanneer de werknemer problemen ondervindt aan de ogen of het gezichtsvermogen, die mogelijk veroorzaakt zijn door het werken met een beeldscherm, moet de werkgever de werknemer in de gelegenheid stellen om hier passend onderzoek naar te doen.
Nadere voorschriften voor beeldschermwerk zijn bijvoorbeeld:
- Het beeldscherm is van goede kwaliteit, gemakkelijk instelbaar en kantelbaar en mag niet spiegelen.
- Beeldscherm en toetsenbord mogen niet aan elkaar vast zitten.
- De werkplek moet een comfortabele houding mogelijk maken.
- De verlichting op de werkplek zorgt voor voldoende licht en een beheerst contrast tussen het beeldscherm en de omgeving.
- De programmatuur is aangepast aan de te verrichten taken.
Om bedrijven te ondersteunen heeft TNO het risicobeoordelingsinstrument ‘Beter achter je schermen’ (BAS) ontwikkeld.
Psychosociale arbeidsbelasting
De werkgever moet inventariseren aan welke risico’s zijn werknemers (kunnen) worden blootgesteld op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting. Bij psychosociale arbeidsbelasting gaat het om alle factoren in de arbeidssituatie die stress kunnen geven. De werkgever moet vervolgens maatregelen nemen om deze risico’s te minimaliseren, bijvoorbeeld om werkdruk tegen te gaan.
De werkgever moet zijn werknemers daarnaast informeren over deze risico’s, en over de maatregelen die de werkgever heeft genomen om de risico’s te verkleinen.
Welke wetten?
De zorgplicht van de werkgever is gebaseerd op de Arbowet (artikel 3) en het Burgerlijk Wetboek (artikel 7:658).
In het Arbobesluit staan regels voor ‘plaatsonafhankelijke arbeid’ (artikelen 1.43 tot en met 1.53). Thuiswerken valt hier ook onder.
Bepalingen over de eisen van aan beeldschermarbeid zijn opgenomen in het Arbobesluit (artikelen 5.4 en 5.7 tot en met 5.12) en in de Arboregeling (artikelen 5.1 tot en met 5.3).
Bron: Arboportaal.nl