Het aanvullend geboorteverlof duurt minimaal 1 week en maximaal 5 weken. De werknemer krijgt dan een uitkering van 70 procent van het dagloon. De werknemer neemt het op binnen 6 maanden na de geboorte van het kind.
Voorwaarden
De werknemer kan alleen aanvullend geboorteverlof opnemen, bij het voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De werknemer is in dienst bij een werkgever.
- De werknemer heeft eerst het standaard geboorteverlof opgenomen van 1 keer de werkweek.
- Het kind is geboren op of na 1 juli 2020.
- De werknemer is de partner van de moeder van het kind en een van de volgende situaties geldt:
- Hij/zij is echtgenoot, echtgenote of geregistreerd partner van de moeder van het kind.
- Hij/zij heeft het kind erkend.
- Hij/zij woont ongehuwd samen met de moeder van het kind.
Iemand kan geen aanvullend geboorteverlof opnemen als hij:
- werkloos is;
- vrijwillig verzekerd is;
- werkt als zelfstandige.
Als iemand gedeeltelijk een WW-uitkering, WIA-uitkering, Wajong-uitkering of Ziektewet-uitkering heeft en deels in loondienst werkt, dan kan hij aanvullend geboorteverlof krijgen voor het deel dat hij in loondienst is. De plichten die bij de uitkering horen, blijven wél gelden tijdens het aanvullend geboorteverlof.
Let op: is het kind na de bevalling opgenomen in het ziekenhuis, dan kan de werknemer gewoon aanvullend geboorteverlof krijgen. Dit kan ook als het kind is overleden tijdens of na de bevalling.
Nieuwe werkgever
Als de werknemer een nieuwe werkgever heeft, dan kan het verlof dat hij nog niet heeft opgenomen, alsnog opnemen bij de nieuwe werkgever. De uitkering blijft dan gelijk. Hij overlegt dit zelf met de nieuwe werkgever.
Binnen 6 maanden
De werknemer neemt het verlof binnen 6 maanden na de geboorte van het kind op. Hoe hij dit doet, overlegt hij met de werkgever. Hij kan bijvoorbeeld 5 weken achter elkaar opnemen, of verspreid over 6 maanden.
Zo te regelen
De werknemer moet bij de werkgever aangeven dat hij aanvullend geboorteverlof wil opnemen. De werkgever vraagt dan het verlof bij UW aan. Hiervoor heeft hij het volgende nodig:
- de geboortedatum van het kind;
- het aantal weken dat de werknemer het verlof wil opnemen (1, 2, 3, 4 of 5 weken);
- de ingangsdatum;
- de verklaring dat de werknemer al het standaard geboorteverlof van 1 keer de werkweek heeft opgenomen.
UWV betaalt de uitkering aan de werknemer.
Gevolgen voor inkomsten
Tijdens het aanvullend geboorteverlof is het loon 30 procent lager. Bij een hoger inkomen kan dit zelfs meer zijn. Het dagloon heeft namelijk een maximum. Soms vult de werkgever de uitkering aan tot 100 procent. Dit staat dan in de cao.
Als het loon tijdens het aanvullend geboorteverlof lager wordt, dan komt de werknemer tijdens het verlof misschien onder het sociaal minimum. Hij kan dan geen toeslag van UWV krijgen.
Het opnemen van aanvullend geboorteverlof heeft misschien gevolgen voor de toeslagen die de werknemer ontvangt van de Belastingdienst. Meer informatie op belastingdienst.nl/toeslagen. Of bellen met de BelastingTelefoon via 0800 – 05 43.
Meer informatie over aanvullend geboorteverlof
WIEG en aanvullend geboorteverlof voor partners vanaf juli 2020