Het beleidsbesluit van 9 oktober 2015, nr. DGB2015/7010M gaat in op de fiscale behandeling van pensioenaanspraken en met name de waardeoverdracht in internationale verhoudingen.
In onderdeel 2 van dit besluit wordt de situatie behandeld waarbij in het buitenland opgebouwde pensioenaanspraken onder de Nederlandse wetgeving kunnen worden gebracht.
Het kan daarbij gaan om een buitenlandse werknemer die in Nederland werkt en die de opbouw vanuit Nederland in de buitenlandse regeling voort wil zetten. Of om de werknemer die vanuit het buitenland in Nederland komt werken en het in het buitenland opgebouwde pensioenkapitaal naar een Nederlandse pensioenuitvoerder over wil dragen en daarmee onder de Nederlandse wetgeving wil brengen.
Met de in het beleidsbesluit beschreven voorwaarden wordt het mogelijk gemaakt om in aanmerking te komen voor de Nederlandse fiscale faciliteiten.
Artikel 91 Pensioenwet
Voor Nederland is voor belastingdoeleinden relevant of de waardeoverdracht naar Nederland plaatsvindt op grond van artikel 91 van de Pensioenwet of een andere grondslag.
Als een waardeoverdracht valt onder artikel 91 PW, kunnen de in het buitenland opgebouwde pensioenaanspraken geheel worden overgedragen aan een Nederlandse pensioenuitvoerder.
Artikel 10a, eerste lid, onderdeel f, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB) laat dan toekenning van de buitenlandse dienstjaren in de Nederlandse regeling toe.
Als het om een waardeoverdracht gaat die niet valt onder artikel 91 PW, dan geldt artikel 10a UBLB niet voor de buitenlandse diensttijd. Daardoor is mogelijk de hele pensioenaanspraak in strijd met de voorschriften voor fiscale faciliëring. Dit is onwenselijk.
Zuivere pensioenregeling
Om te voorkomen dat door de waardeoverdracht pensioenaanspraken moeten worden belast, zijn pensioenregelingen van werknemers die pensioenkapitaal vanuit het buitenland laten overdragen aan de pensioenuitvoerder van hun Nederlandse pensioenregeling onder voorwaarden aangewezen als zuivere pensioenregelingen.
Deze voorwaarden zijn:
- de buitenlandse pensioenuitvoerder draagt het pensioenkapitaal rechtstreeks over aan de pensioenverzekeraar;
- de Nederlandse werkgever kent niet meer pensioenaanspraken toe dan dat wat overeenkomt met het overgedragen kapitaal;
- na de waardeoverdracht blijft de regeling in alle overige opzichten voldoen aan de van toepassing zijnde bepalingen van de Wet op de loonbelasting 1964; en
- de werknemer pleegt in verband met de waardeoverdracht geen enkele aftrek op enig in Nederland belastbaar inkomen van hem of zijn partner. Voor de fiscaal gefacilieerde mogelijkheid tot waardeoverdracht maakt het geen verschil of de aanspraken zijn opgebouwd in een eindloon- middelloon- of beschikbare premieregeling.
Goedkeuring
Waar met nettopensioen wordt gedoeld op een pensioenaanspraak voor zover die in het buitenland niet fiscaal is gefacilieerd, bevat het beleidsbesluit van 9 oktober 2015, nr. DGB2015/7010M – ook voor de situatie na waardeoverdracht – een goedkeuring om via de saldomethode een economisch dubbele belasting te voorkomen (onderdeel 2.4).
Meewerken verplicht
Artikel 91 PW voorziet in de verplichting voor een Nederlandse pensioenuitvoerder om mee te werken aan een (individuele) waardeoverdracht vanuit het buitenland naar Nederland. Deze verplichting geldt alleen voor zover het een waardeoverdracht betreft van een pensioeninstelling uit een andere EU-lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland met een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar in Nederland. Verder moet zijn voldaan aan de voorwaarden uit artikel 91 PW.
Deze voorwaarden zijn vergelijkbaar met de voorwaarden voor een ontvangende pensioenuitvoerder bij het wettelijk recht op waardeoverdracht binnen Nederland.
Concreet gelden als voorwaarden dat:
- de waardeoverdracht ertoe moet strekken het de verzoekende werknemer mogelijk te maken pensioenaanspraken te verwerven bij de ontvangende pensioenuitvoerder;
- de ontvangende pensioenuitvoerder niet in een situatie van onderdekking verkeert;
- de buitenlandse pensioeninstelling of verzekeraar aan de ontvangende pensioenuitvoerder geen voorwaarden in verband met de waardeoverdracht oplegt, die strijdig zijn met het bepaalde in de PW; en
- voor zover het verzoek tot waardeoverdracht partnerpensioen betreft, de partner die begunstigde is voor het partnerpensioen met de waardeoverdracht instemt.
Geen verplichting
Als het gaat om een waardeoverdracht vanuit een andere buitenlandse instelling – niet zijnde een pensioeninstelling uit een andere EU-lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland – geldt er géén verplichting om mee te werken aan een waardeoverdracht.
Een Nederlandse pensioenuitvoerder is wel bevoegd om in dat geval als ontvangende pensioenuitvoerder op te treden, mits voldaan is aan de in artikel 92 PW vastgestelde voorwaarden. Dit zijn dezelfde voorwaarden als vastgelegd in artikel 91 PW.
Nieuwe werkgever
De pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever mag alleen een waardeoverdracht weigeren – voor zover het gaat om een waardeoverdracht vanaf een pensioeninstelling uit een andere EU-lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland die op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen – als niet wordt voldaan aan de in artikel 91 PW gestelde voorwaarden.
Indien niet is voldaan aan de voorwaarden uit artikel 91 PW, is een waardeoverdracht naar Nederland (op dat moment) niet mogelijk. Artikel 91 PW heeft namelijk alleen betrekking op een inkomende waardeoverdracht naar de pensioenuitvoerder van de (nieuwe) werkgever.
Een waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder dan die van de nieuwe werkgever is niet mogelijk. Het staat een pensioenuitvoerder niet vrij om de pensioenuitvoering te verzorgen voor een persoon die niet onder de werkingssfeer van een dergelijke pensioenregeling valt of die niet in dienst is van de betreffende werkgever en derhalve geen pensioenovereenkomst met de werkgever heeft gesloten.
Ook een waardoverdracht vanuit een andere buitenlandse instelling (artikel 92 PW) is slechts mogelijk naar de pensioenuitvoerder van de (nieuwe) werkgever. De voornoemde mogelijkheden tot een individuele waardeoverdracht vanuit het buitenland, zijn vergelijkbaar met de mogelijkheden voor een individuele waardeoverdracht binnen Nederland. Vraag
Buiten EU
Op grond van de Nederlandse wet- en regelgeving kan een Nederlandse pensioenregeling slechts worden uitgevoerd buiten de EU als het gaat om een verzekeraar met een zetel buiten Nederland die op grond van de Wft in Nederland het bedrijf van levensverzekeraar of schadeverzekeraar mag uitoefenen.
De vraag of een pensioenregeling van een werkgever uit een andere EU-lidstaat kan worden uitgevoerd door een instelling uit een land dat geen lidstaat van de EU is , is afhankelijk van het recht van de betreffende EU-lidstaat.
Of een waardeoverdracht van een buitenlandse instelling (geen pensioeninstelling uit andere EU-lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland) naar een Nederlandse pensioenuitvoerder kan plaatsvinden, is allereerst afhankelijk van de vraag of het land waarin de instelling is gevestigd een waardeoverdracht toestaat.
Indien dat het geval is, is een Nederlandse pensioenuitvoerder bevoegd als ontvangende pensioenuitvoerder op te treden, mits voldaan aan de voorwaarden van artikel 92 PW.
Is het verzoek tot waardeoverdracht afkomstig van een verzekeraar met zetel buiten Nederland, dan is een Nederlandse pensioenuitvoerder verplicht als ontvangende pensioenuitvoerder op te treden als is voldaan aan de voorwaarden van artikel 91 PW.
Beantwoording Kamervragen over mogelijkheid pensioenoverdracht uit buitenland