Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken stuurt de Tweede Kamer de door de Belastingdienst uitgebrachte herziene uitvoeringstoets op de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Gekeken is naar de gevolgen van de uitvoering van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet in totaliteit, inclusief lagere regelgeving.
Interactie burgers/bedrijven
De belastingschuldige krijgt niet alleen informatie over de hoogte van de vereenvoudiging beslagvrije voet, maar ook over de wijze waarop deze is berekend. De complexiteit van de berekening maakt deze informatie voor belastingschuldigen in veel gevallen moeilijk te begrijpen. Vragen daarover zijn voor de Belastingdienst lastig te beantwoorden.
De nieuwe berekeningswijze maakt de kans wel kleiner dat een belastingschuldige onder zijn bestaansminimum komt. Ook hoeft de belastingschuldige alleen informatie te verstrekken als hij een verzoek doet voor herziening van de vereenvoudiging beslagvrije voet. Dit zorgt voor minder contactmomenten en minder onjuiste incasso’s.
Maakbaarheid systemen
Om bij de inzet van bijzondere incassobevoegdheden geautomatiseerd rekening te kunnen houden met de vereenvoudiging beslagvrije voet zijn nieuw te bouwen systemen en ingrijpende aanpassingen in bestaande systemen nodig. De Belastingdienst moet gebruik kunnen maken van een voorziening van UWV voor het inwinnen van de noodzakelijke loongegevens.
De specificaties voor deze voorziening moeten uiterlijk 1 juni 2019 vaststaan, de voorziening moet vervolgens 1 juni 2020 beschikbaar en testbaar zijn en 31 december 2020 in productie zijn.
Handhaafbaarheid
Het voorstel past in de huidige handhavingsstrategie. De vereenvoudiging beslagvrije voet geeft de Belastingdienst de kans om geautomatiseerd rekening te houden met de vereenvoudiging beslagvrije voet.
Fraudebestendigheid
Slechts in uitzonderingssituaties heeft de schuldenaar (of derde beslagene) een informatieplicht. Dat betekent dat er weinig tot geen mogelijkheden zijn om onjuiste informatie te verstrekken.
Invoeringsmoment
Invoering is mogelijk per: 1 januari 2021, mits op 31 maart 2019 de benodigde kaders klaar zijn. Ook moet UWV de benodigde voorziening volgens het aangegeven tijdpad kunnen opleveren. Bij overschrijding van één van de genoemde data is invoering per 1 januari 2021 niet meer mogelijk.
Op schema?
Aan de randvoorwaarden uit de herijkte integrale uitvoeringstoets is tot nog toe voldaan, zo staat in antwoorden op vragen over het Belastingplan 2020. Uit de op 8 oktober verstuurde brief van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken blijkt dat de Belastingdienst op koers ligt om implementatie per 1 januari 2021 mogelijk te maken. In die brief is ook aangegeven dat de maanden oktober, november en december cruciaal zijn voor tijdige implementatie (per 2021). Staatssecretaris Van Ark zal de Kamer begin 2020 nader informeren.
Uitvoeringstoets Herijking vereenvoudiging beslagvrije voet
Wet vereenvoudiging beslagvrije voet per 1 januari 2021 in werking?