De bedreigingen gericht tegen directieleden en gezinsleden raken de persoonlijke levenssfeer. De kantonrechter oordeelt dat onder de gegeven omstandigheden van de werkgever niet kan worden verwacht dat hij de arbeidsovereenkomst nog langer in stand laat.
Bedreigingen
Een werknemer wordt sinds december 2018 lastiggevallen door vermoedelijk een ex-partner. Zo ontvangt hij onder meer WhatsApp-berichten, e-mails en brieven waarin hij beschuldigd wordt van mishandeling van vrouwen en verkrachting.
Sinds enkele maanden wordt ook de werkgever lastig gevallen. De werkgever wordt bestookt met berichten die waarschijnlijk afkomstig zijn van dezelfde persoon die de berichten naar de werknemer stuurt. De berichten zijn gericht aan de directieleden van het bedrijf. Verder worden recensies op internet geplaatst waarin het bedrijf zeer negatief wordt beoordeeld.
In de mails en WhatsApp-berichten die de werkgever ontvangt, wordt onder meer het verwijt gemaakt dat de werkgever de werknemer in dienst houdt en hem daarmee beschermt.
Ontbinden arbeidsovereenkomst?
De werkgever verzoekt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever heeft bedoeld om naast de a- tot en met g-gronden ook ontslag mogelijk te maken op redelijke gronden in het belang van het functioneren van de onderneming. Het moet daarbij gaan om situaties die in voldoende mate verschillen van de ontslaggronden genoemd onder a tot en met g.
Grote impact
De kantonrechter stelt voorop dat er in deze zaak sprake is van een zeer uitzonderlijke en voor alle betrokken partijen trieste situatie. Maar de kantonrechter stelt ook vast dat de gebeurtenissen zoals die zich de afgelopen maanden hebben voorgedaan grote impact op beide partijen hebben gehad. Er is een situatie ontstaan die voor beide partijen onhanteerbaar is.
De werknemer heeft zich als gevolg van de bedreigingen ziek moeten melden en hij staat nu onder permanente begeleiding van een psycholoog. De directeur van het bedrijf ondervindt niet alleen zakelijk maar ook op persoonlijk vlak veel hinder van de aan zijn adres geuite talrijke beschuldigingen en bedreigingen. Een en ander heeft ook zijn weerslag op zijn gezin en grijpt in ernstige mate in het privéleven van hem en zijn gezinsleden in.
Economische schade
De werkgever heeft gesteld dat de negatieve berichtgeving rondom het bedrijf mogelijk financiële consequenties heeft. Het bedrijf loopt het gevaar opdrachten mis te lopen. De kantonrechter overweegt op dit punt dat de werkgever een eventueel te verwachten economische schade op dit moment nog niet voldoende heeft onderbouwd. Dat deze omstandigheden een nadelige invloed op de bedrijfsvoering en de resultaten kunnen hebben acht de kantonrechter echter niet uitgesloten.
Einde dienstverband
De werkgever is zelf niet bij machte om het tij te keren en het lijkt erop dat zolang zij het dienstverband met de werknemer continueert er geen einde komt aan de ernstige en uiterst vervelende dreigementen die ook richting Planbouw worden geuit. Van de werkgever kan in alle redelijkheid niet worden gevergd dat deze het dienstverband met de werknemer nog langer in stand houdt.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van de werkgever toewijst en dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 september 2019.
Hoewel er sprake is van een opzegverbod staat dit opzegverbod de ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet in de weg, nu het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de arbeidsongeschiktheid.
Uitspraak Rechtbank Limburg, 24 juli 2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:6880