Op de meeste aspecten van de kwaliteit van werken in Nederland lijkt het grootste deel van de kort verblijvende Poolse, Roemeense en Spaanse arbeidsmigranten in Nederland te maken te hebben met goed werkgeverschap.
Kort verblijvende arbeidsmigranten in Nederland werken relatief vaak voor uitzendbureaus (69 procent) en in sectoren als de opslag en logistiek, de voedingsmiddelenindustrie en de land- of tuinbouw. Zij doen werk waarvoor de beloning gemiddeld rond het wettelijke minimumloon zit en 40 procent van de kort verblijvende arbeidsmigranten geeft aan dat het loon lager ligt dan bij Nederlandse collega’s die vergelijkbare werkzaamheden verrichten.
Kort verblijvende arbeidsmigranten doen vaker dan Nederlandse werknemers zwaar, ongemakkelijk en gevaarlijk werk, waarbij de regels rond gezond en veilig werken op de werkvloer niet altijd goed in acht worden genomen.
Ook verdienen de meeste kort verblijvende arbeidsmigranten een salaris op of rond het minimumloonniveau en heeft een groot deel te maken met een variabel aantal werkuren waarvan men pas
op het laatste moment weet wanneer en hoeveel er moet worden gewerkt.
Factoren geen goed werkgeverschap
Voor ongeveer 16 procent van alle kort verblijvende arbeidsmigranten lijkt geen sprake te zijn van goed werkgeverschap. Factoren die daarbij het vaakst worden genoemd zijn:
- het niet verzekerd (denken te) zijn tegen ziektekosten;
- het ontbreken van een loonstrook in een begrijpelijke taal;
- de afhankelijkheid van de werkgever voor de woning;
- het hebben van variabele werkuren zonder tijdige notificatie; en
- intimidatie en pesten op het werk.
Arbeidsovereenkomst
In veruit de meeste gevallen is bij arbeidsmigranten sprake van een schriftelijke arbeidsovereenkomst en dit geldt zowel voor uitzendkrachten als voor werknemers in directe dienst.
De arbeidsovereenkomst is in de meeste gevallen ook in een voor de arbeidsmigrant begrijpelijke taal. Toch is er ook een substantiële groep kort verblijvende arbeidsmigranten voor wie dit niet het geval is, het vaakst bij Spanjaarden.
Communicatie over de arbeidsovereenkomst, en dan ook nog in een begrijpelijke taal, is soms erg lastig voor arbeidsmigranten.
Loonstrook
In tegenstelling tot de arbeidsovereenkomst worden loonstroken juist vaak niet opgesteld in een taal die voor arbeidsmigranten te begrijpen valt. Dit kan zorgen voor onduidelijkheden over de opbouw van het salaris en waar iemand recht op heeft. Er zijn ook arbeidsmigranten die zeggen helemaal geen loonstrook te ontvangen.
Zelfs als de taal waarin het loonstrookje is opgesteld geen probleem is, kunnen arbeidsmigranten nog moeite hebben om het te begrijpen.
Boetes
In ongeveer een kwart van alle gevallen is er bij arbeidsmigranten sprake van het moeten betalen van boetes bij fouten in het werk of bij het opnemen van vrije dagen. Het gaat om 9 tot 31 procent van alle Poolse, Roemeense en Spaanse arbeidsmigranten.
Woonsituatie
Poolse, Roemeense en Spaanse arbeidsmigranten in Nederland wonen vaak samen met collega’s, maar hebben ook dikwijls een eigen huurwoning waar ze alleen wonen of met familie, vrienden of bekenden. Bij twee op de vijf kort verblijvende arbeidsmigranten is het de werkgever die de woning heeft geregeld en woont men meestal samen met verschillende huurders op een vakantiepark, industrieterrein of het erf van de eigenaar. Deze groep raakt bij verlies van het werk in de meeste gevallen ook de woning kwijt.