
De partijen die de initiatiefwet Zelfstandigenwet hebben ingediend (VVD, D66, CDA en SGP) willen met name de onrust onder zzp’ers en zakelijke opdrachtgevers die gebruik maken van zzp’ers wegnemen.
De wet heeft drie doelen:
- Het bieden van rechtszekerheid voor zelfstandigen en opdrachtgevers.
- Wetgeving beter laten aansluiten bij de moderne arbeidsmarkt en erkenning van de behoefte aan autonomie van een grote groep zelfstandigen.
- Creëren van een gelijk speelveld op de arbeidsmarkt en de sociale bescherming van zelfstandigen verbeteren.
Met dit wetsvoorstel introduceren de initiatiefnemers:
- Een wettelijk toetsingskader met duidelijke criteria om te bepalen wanneer een zelfstandige werkzaamheden mag verrichten voor een (zakelijke) opdrachtgever buiten dienstbetrekking. Dit gebeurt door in het Burgerlijk Wetboek duidelijke criteria op te nemen wanneer er in ieder geval geen sprake is van werken in dienst van een werkgever.
- Een zelfstandigentoets met vijf concrete criteria om vast stellen dat iemand een zelfstandige is. Uit de toets moet blijken dat de persoon in kwestie werkt voor eigen risico en rekening, een deugdelijke administratie voert en zich in het economische verkeer gedraagt als zelfstandig ondernemer. Ook stelt deze zelfstandigentoets voorwaarden ten aanzien van voorzieningen tegen het risico
van arbeidsongeschiktheid en inkomensverlies bij pensionering. - Een werkrelatietoets met vier criteria om vast te stellen dat de samenwerking geen elementen van een dienstbetrekking bevat.
- De mogelijkheid om, indien nodig, een sectoraal rechtsvermoeden te introduceren voor sectoren met een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid.
- Een Commissie Beoordeling Toetsingskader Zelfstandigenwet die adviezen en beoordelingen kan geven aan partijen over de kwalificatie van de werkrelatie en de begrippen in het toetsingskader. Deze uitspraken zijn bindend voor de voor de handhavende instanties. Dit biedt meer rechtszekerheid aan marktpartijen.
Achtergrond
De VAR werd in 2016 vervangen door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). De DBA leidde echter tot veel onduidelijkheid en onzekerheid bij opdrachtgevers en zzp’ers. Hierdoor ontstond al snel een handhavingsmoratorium, wat bijna 10 jaar in stand bleef. Dit moratorium werd per 1 januari 2025 opgeheven. Dit leidde tot veel onrust onder zzp’ers en zakelijke opdrachtgevers die gebruik maken van zzp’ers. Daarnaast blijft de onduidelijkheid over wanneer iemand wel/geen zelfstandige is, bestaan. Hierdoor ontstaan er parallelle problemen waarbij enerzijds sommige opdrachtgevers onnodig terughoudend zijn om zzp’ers in dienst te nemen, en anderzijds ongewenste schijnzelfstandigheid in stand blijft en de bescherming van kwetsbare werkenden niet voldoende op orde is.
Zelfstandigenwet
De initiatiefnemers zijn van mening dat dit een wettelijk kader verdient dat nu wordt vastgelegd in deze (initiatief) Zelfstandigenwet. Doel van de wet is niet dat er méér of minder mensen als zzp’er gaan werken, maar dat er eindelijk wettelijk duidelijkheid ontstaat over de vraag wanneer je nu wel of niet zzp’er bent. Daarnaast zorgt de wet voor erkenning voor een grote groep werkenden die graag als zelfstandige actief is en al jarenlang de rechtszekerheid onder hun bestaan mist.
Deze wet is niet alleen nodig voor een goed functionerende en moderne arbeidsmarkt, maar ook voor een goed functionerende sociale zekerheid.
Er is ook iets dat dit wetsvoorstel expliciet niet doet, en dat is het aantasten van de arbeidsovereenkomst. Veruit de meeste werkenden en werkgevers werken op basis van een arbeidsovereenkomst en willen dat ook zo blijven doen. Het stelsel van cao’s, sociaal overleg en pensioenregelingen zijn belangrijk verworvenheden. De indieners van dit wetsvoorstel onderschrijven dat volledig.
Twee toetsen
- De kern van de wet is dat er een duidelijk wettelijk toetsingskader komt voor de vraag wanneer je nu kunt werken als zelfstandige. Dit toetsingskader bestaat uit twee toetsen:
- de zelfstandigentoets; en
- de werkrelatietoets.
Om zekerheid te hebben dat je als zelfstandige kunt werken moet iemand aan alle twee de toetsen voldoen. Door dit toetsingskader is het volgens de initiatiefnemers voor opdrachtnemers en opdrachtgevers duidelijk waar ze aan moeten voldoen waardoor er geen zorgen meer zijn dat men achteraf met naheffingen of boetes geconfronteerd worden.
Voorwaarden zelfstandigentoets
De voorwaarden uit de zelfstandigentoets zijn:
- werken voor eigen rekening en risico;
- een deugdelijke administratie voeren;
- zich gedragen in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer;
- een adequate voorziening hebben getroffen tegen het risico van arbeidsongeschiktheid;
- een proportionele bijdrage voor een voorziening bij pensionering hebben.
Voorwaarden werkrelatietoets
De voorwaarden uit de werkrelatietoets zijn:
- Er is sprake van vrijheid van organisatie van werk.
- Er is sprake van vrijheid van organisatie van de werktijd.
- Er is geen sprake van hiërarchische controle.
- De partijen hebben de bedoeling om anders dan op grond van een arbeidsovereenkomst arbeid te verrichten.
De wet introduceert ook nog de mogelijkheid om op sectoraal niveau een rechtsvermoeden te introduceren voor sectoren met een verhoogd risico op schijnzelfstandigheid.
Feitelijke omstandigheden
Hiernaast blijven de feitelijke omstandigheden relevant. Door deze toets hebben zzp’ers en hun opdrachtgevers vooraf aanzienlijk meer zekerheid of hun werkrelatie toegestaan is.
Aparte toetsingscommissie
Er komt door deze wet een aparte toetsingscommissie die werkrelaties waar nodig kan beoordelen. Deze commissie dient om duidelijkheid aan de markt kan geven. De beoordelingen zijn openbaar en bindend voor handhavende instanties, zoals de Belastingdienst. Dit gaat zorgen voor een regulerend effect op de markt.
Adequate arbeidsongeschiktheidsvoorziening
De indieners zijn zich echter ook zeer bewust dat deze vrijheid niet zonder verantwoordelijkheden kan: deze wet introduceert ook een plicht voor zzp’ers om te voorzien in een adequate voorziening voor arbeidsongeschiktheid en voor de oude dag waarbij zzp’ers zelf over de vormgeving daarvan gaan.
Rechtsvermoeden
Daarnaast zijn de vier indienende partijen voorstander van de introductie van het rechtsvermoeden van werknemerschap op basis van een uurtarief, dat feitelijk een bodem in de markt voor zzp’ers legt, zoals dat is opgenomen in de conceptwet VBAR.
Het lukt de politiek al vele jaren niet om dit probleem op te lossen. VVD, D66, CDA en SGP denken dat met deze wet een pacificatie kan plaatsvinden van een belangrijk maatschappelijk probleem dat de Nederlandse arbeidsmarkt al decennia in zijn greep houdt. De combinatie van een betere toets op zelfstandigheid met het vastleggen van verantwoordelijkheden, past binnen de succesvolle Nederlandse benadering van de markteconomie en maakt de arbeidsmarkt toekomstbestendig.
De startdatum van de internetconsultatie is 26 mei 2025 en de einddatum van de consultatie is 23 juni 2025.
