
Het document ‘Verduidelijkingen verloonde uren vanaf 2026’, 1 januari 2026, is beschikbaar als pdf. In deze versie staan aanvullingen en verduidelijkingen waarmee je vanaf 2026 rekening moet houden. Maar je mag het nu ook al toepassen.
In het versiebeheer voorin het document zie je wat de aanpassingen zijn vergeleken met de versie van 2021.
Standpunten
Het juist opgeven van het aantal verloonde uren in de aangifte loonheffingen is van belang voor de processen van de Belastingdienst, UWV en het CBS. In de praktijk zijn er veel vragen over verloonde uren in specifieke situaties. Het CBS, UWV en de Belastingdienst hebben daarom standpunten geformuleerd om meer duidelijkheid te geven over wat verloonde uren in die specifieke situaties zijn. Die standpunten vind je in dit document.
Wat zijn verloonde uren?
Elk beloond uur is een verloond uur, ongeacht de hoogte van de beloning per uur. Hieronder vallen:
- de contracturen;
- niet-gewerkte, maar wel uitbetaalde uren, bijvoorbeeld tijdens verlof of ziekte;
- niet-opgenomen, maar wel uitbetaalde verlofuren.
Geen verloonde uren zijn:
- wel gewerkte, maar onbetaalde uren, bijvoorbeeld adv-uren (arbeidsduurverkorting) en onbetaalde overwerkuren;
- niet-gewerkte onbetaalde uren, bijvoorbeeld onbetaald verlof.
Belang juist invullen verloonde uren
Verloonde uren geef je op in de aangifte loonheffingen. Het juist opgeven van de verloonde uren is belangrijk. Deze uren bepalen bijvoorbeeld de duur van een WW-, ZW-, WIA- of WAO-uitkering van de werknemers. Ze bepalen ook of de werkgever recht heeft op bepaalde tegemoetkomingen.
Memo verloonde uren
Het document ‘Verduidelijkingen verloonde uren’ ken je misschien onder de naam ‘Memo verloonde uren’. Het gaat om hetzelfde document.
Nieuwe versie
Deze versie bevat op een aantal punten een aanvulling of verduidelijking. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de versie van 2021 zijn:
- Een groot deel van de tekst uit de inleiding van de versie van 2021 van dit document is inmiddels opgenomen in paragraaf 29.9 van het Handboek Loonheffingen. Deze tekst is daarom verwijderd uit de inleiding.
- In de inleiding is de uitleg van het begrip ‘gebruikelijke verloonde uren’ verduidelijkt.
- Punt 3 is gewijzigd. Bij het kopen van verlof moet je in het tijdvak waarin het verlof wordt gekocht de code incidentele inkomstenvermindering vullen met een ‘O’.
- Bij punt 5.2.3 over de doorbetaling van een ZW- of WAZO-uitkering is verduidelijkt dat je de gebruikelijke verloonde uren moet opgeven, ook als de dienstbetrekking is beëindigd.
- Bij de punten 5.2.3, 5.3.3, 7.3 en 7.4 is een verwijzing opgenomen naar het Handboek Loonheffingen over het mogen aangeven van de daar genoemde uitkeringen in de inkomstenverhouding van de dienstbetrekking.
- Bij punt 5.3.2 over de uitbetaling van de WGA-uitkering door eigenrisicodragers is verduidelijkt dat deze tekst ook geldt voor private uitvoerders die namens de eigenrisicodrager de uitbetaling van de uitkering verzorgen.
- Bij punt 5.3.3. over de doorbetaling van WAO-/WIA-uitkeringen door de werkgever is de tekst verduidelijkt en aangegeven hoe je moet handelen als de werknemer nog loon uit werken krijgt of een aanvulling op de uitkering.
- Bij de punten 7.3 en 7.4 is de toelichting verduidelijkt.
- Bij de punten 8 (Zeevarenden) en 10 (Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand) is toegevoegd dat als de verloonde uren in de loonadministratie bekend zijn, de werkgever deze uren ook moet opgeven in de aangifte loonheffingen. Hiervoor geldt dus hetzelfde als bij stukloon.
- Bij punt 12 zijn de vakantiebonnen geschrapt omdat deze niet meer bestaan.
- Bij punt 17.1 is aangepast dat je de gebruikelijke verloonde uren alleen moet doorgeven als je de WAZO-uitkering doorbetaalt. De tekst is daarnaast aangepast aan de nieuwe code K in de aangifte loonheffingen en is tekstueel in overeenstemming gebracht met de nieuw toegevoegde tekst van onderdeel 17.2.
- Twee nieuwe punten zijn toegevoegd:
− betaald ouderschapsverlof op grond van de Wet arbeid en zorg (punt 17.2)
− het arbeidsvoorwaardenbedrag (punt 19).
Met de wijzigingen moet je met ingang van 1 januari 2026 rekening houden, maar je mag ze ook eerder toepassen.