
De initiatiefwet zou een alternatief moeten zijn voor de wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Vbar). Hiermee willen VVD, D66, CDA en SGP een einde maken aan de verwarring die is ontstaan over wanneer sprake is van schijnzelfstandigheid.
De vraag wanneer iemand als zelfstandige kan werken voor een zakelijke opdrachtgever wordt beantwoord aan de hand van drie toetsen. Er komt een aparte commissie die kan helpen bij het beoordelen van het toetsingskader.
- Zelfstandigentoets: Is iemand echt een zelfstandige? Hierbij wordt er gekeken of iemand zich naar buiten toe gedraagt als zelfstandige: heeft iemand meerdere opdrachten? Investeert iemand in eigen bedrijfsmiddelen?
- Werkrelatietoets: zijn er belemmeringen om als zelfstandige te werken? Werkt iemand uit vrije wil als zelfstandige? Heeft iemand een grote mate van vrijheid over de uitvoering van het werk en vrijheid van werktijd of verlof? En is er sprake van hiërarchische controle?
- Sectoraal rechtsvermoeden: sommigen sectoren hebben een hoger risico op schijnzelfstandigheid. Denk aan het tegengaan van arbeidsmigranten die werken in constructies als zzp’ers.
Deze wet verankert ook de positie van zelfstandigen in de wet. Daarnaast verwachten de initiatiefnemers wel dat ze een voorziening hebben getroffen tegen het risico van inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid en pensionering. Zelfstandigen hebben daarbij zelf de verantwoordelijkheid en keuzevrijheid om die voorziening in te richten.
Vrijheid om te werken als zelfstandigen, rechtszekerheid voor opdrachtgevers en betere sociale bescherming gaan hand in hand in dit wetsvoorstel, aldus de initiatiefnemers. De partijen hebben als doel een gelijk speelveld te creëren met mensen met een arbeidsovereenkomst en zo misbruik te voorkomen.
De politieke partijen geven antwoord op de volgende vijf vragen:
- Wat wordt er met jullie wet nu concreet anders?
- Er is al jarenlang politieke discussie over zzp’ers, waarom zou een nieuwe wet nu ineens wel gaan werken?
- Waarom wordt een voorziening voor arbeidsongeschiktheid en pensioen voorwaardelijk gesteld?
- Het kabinet heeft toch net besloten om de VBAR aan te passen, waarom komen jullie nu met een eigen wet?
- Welke criteria worden er concreet voorgesteld in het toetsingskader?
Het wetsvoorstel is op 3 april 2025 in preconsultatie gegaan. De initiatiefnemers hebben samen de conceptmemorie van toelichting gepubliceerd met de intentie om in de verdere uitwerking alle inbreng vanuit het veld te kunnen verwerken.
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer vergaderde op 3 april 2025 over zzp. Namens het kabinet waren minister Van Hijum van SZW en de staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aanwezig.
Lees meer over deze initiatiefwet
Lees het gehele wetsvoorstel (pdf)
Zzp’ers steunen nieuwe Zelfstandigenwet
De meeste zzp’ers staan positief tegenover het nieuwe initiatiefwetsvoorstel voor de Zelfstandigenwet van VVD, D66, CDA en SGP. Dat blijkt uit een enquête van zzp-bank Knab onder ruim 7.500 zelfstandig ondernemers. 71% van alle zzp’ers zou voor stemmen als zij in de Tweede Kamer zouden zitten, 17% is tegen en 12% twijfelt nog.
De grote steun is opvallend, aangezien het voorstel voorziet in verplichte voorzieningen voor arbeidsongeschiktheid en pensioen, en extra administratieve stappen vraagt via een zelfstandigenverklaring. Toch blijkt uit het onderzoek van Knab dat de behoefte aan erkenning en duidelijkheid voor veel zzp’ers zwaarder wegen.
Zzp’ers willen duidelijkheid
82% van de zzp’ers vindt het belangrijk om vooraf duidelijkheid te hebben over hun status als zelfstandig ondernemer. 57% wil daarvoor extra administratieve stappen te zetten. Precies dát is de kern van het wetsvoorstel: met een zelfstandigenverklaring, getoetst aan heldere criteria, is vanaf de start duidelijk of iemand als zelfstandige aan de slag mag. Dat voorkomt de juridische onzekerheid en discussies achteraf die veel zzp’ers nu ervaren onder de Wet DBA.
Ruime steun voor verplichte voorzieningen
65% van de zzp’ers steunt het voorstel om zakelijke opdrachten alleen toe te staan als er iets is geregeld voor AOV en pensioen. De invulling mogen zelfstandigen zelf kiezen, bijvoorbeeld via een verzekering, broodfonds, beleggingen of vastgoed.
Steun verschilt per sector en uurtarief
De steun voor het wetsvoorstel is het grootst onder ondernemers met een hoger uurtarief: 8 op de 10 zzp’ers die meer dan 80 euro per uur vragen zijn voor. Bij zelfstandigen onder dat tarief is dat 6 op de 10.
Tussen sectoren zijn er ook grote verschillen. In de overheidssector is de steun met 85% het hoogst, gevolgd door de ICT, zorg en zakelijke dienstverlening, waar het draagvlak vaak boven de 75% ligt.
In sectoren met minder vaste opdrachten of lagere tarieven – zoals detailhandel, persoonlijke dienstverlening en sport – is er meer twijfel.
Wet DBA en Vbar niet populair
De huidige Wet DBA en opvolger Vbar kunnen op veel minder draagvlak rekenen: slechts 27% van de zzp’ers zou daar nog voor stemmen. Respondenten noemen het systeem juridisch vaag, onwerkbaar en funest voor het vertrouwen op de markt.
Zzp’ers willen regels die werken in de praktijk
Knab vroeg ook naar suggesties voor verbetering. Veelgenoemd:
- het versoepelen van het criterium ‘meerdere opdrachtgevers’ (vooral bij langdurige klussen); en
- het instellen van een minimumuurtarief tussen de 35 en 70 euro om schijnzelfstandigheid tegen te gaan.
Zzp’ers willen vooral een duidelijk kader, waarna zij hun ondernemerschap zelf kunnen invullen.