
Deze wijziging is het gevolg van een uitspraak van de Hoge Raad. Op 15 november 2024 concludeerde de Hoge Raad dat het toepassen van de arbeidskorting in strijd is met het discriminatieverbod in mensenrechtenverdragen aangezien mensen die hun uitkering direct van het UWV krijgen hier niet voor in aanmerking komen.
De aanpassing heeft financiële gevolgen voor circa 11.000 mensen met een uitkering, waarvan het overgrote deel (gedeeltelijk) arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn.
Ongelijke behandeling
De grootste groep uitkeringsgerechtigden die naast hun uitkering ook (gedeeltelijk) werkt ontvangt geen arbeidskorting over hun uitkering van UWV, omdat een uitkeringsgerechtigde daar wettelijk geen recht op heeft. Als de werkgever echter dezelfde uitkering betaalt, krijgen zij nu nog wel arbeidskorting. Dit geldt voor ongeveer 11.000 werkenden met een uitkering.
De Hoge Raad stelt dat dit leidt tot een ongelijke behandeling van uitkeringsgerechtigden. Daarom heeft het kabinet besloten dat een werkgever net zoals UWV geen arbeidskorting meer mag toepassen op uitkeringen.
Ingrijpende aanpassing
In hun Kamerbrief benadrukken minister Van Hijum van SZW en staatssecretaris Van Oostenbruggen van Fiscaliteit dat het voor veel mensen om een ingrijpende aanpassing gaat. Het kan grote financiële gevolgen hebben voor mensen die nu wel een extra voordeel hebben. De aanpassing gaat daarom pas met ingang van 2027 in, zodat deze groep mensen zich de komende twee jaar zo goed mogelijk kan voorbereiden op de veranderingen.
In gesprek
De ministeries gaan in gesprek met mensen die naast hun uitkering werken, om hen zo goed mogelijk te informeren over de gevolgen van de aangepaste regeling. Ook willen minister Van Hijum en staatssecretaris Van Oostenbruggen met de Tweede Kamer in gesprek over de arbeidskorting en de groeiende ongelijkheid tussen werkenden en uitkeringsgerechtigden.
Daarnaast wil staatssecretaris Van Oostenbruggen de arbeidskorting fundamenteel aanpakken.
Kabinetsreactie uitspraak Hoge Raad over reikwijdte arbeidskorting