In de Nieuwsbrief Loonheffingen 2025, versie van 15 november 2024, vind je onder meer informatie over de volgende onderwerpen:
- verduidelijking en uitbreiding van de gerichte vrijstelling voor OV-abonnementen
- afschaffing van het lage-inkomensvoordeel (LIV)
- wijzigingen in de loonkostenvoordelen (LKV’s)
- verlaging van de urennorm bij ‘herzien’ voor de premiedifferentiatie AWf
- verhoging van de eindheffing voor bestelauto’s
- wijzigingen in de expatregeling (30%-regeling)
- opheffing van het handhavingsmoratorium, einde modelovereenkomsten
- wijzigingen in de aangifte loonheffingen
Eventuele aanvullingen op de onderwerpen in deze 1e uitgave en wijzigingen uit het Belastingplan 2025 of andere wetten staan in de volgende uitgave van de nieuwsbrief.
De tarieven, bedragen en percentages voor 2025 publiceert de Belastingdienst in de 1e helft van december als een aparte bijlage bij deze nieuwsbrief.
Verduidelijking en uitbreiding gerichte vrijstelling OV-abonnementen
Als de werkgever de werknemer de mogelijkheid geeft om vrij te reizen op zijn kosten (bijvoorbeeld met een mobiliteitskaart) of met korting te reizen op zijn kosten, is de waarde van het vrij of met korting reizen gericht vrijgesteld. Als voorwaarde geldt dat de werknemer met die voorziening in enige mate ook daadwerkelijk zakelijk reist.
Let op: heeft de werknemer zelf een voorziening om mee te reizen, zoals een privéreisproduct, dan geldt de gerichte vrijstelling wél voor de vergoeding van het zakelijke deel van de reizen. Maar de gerichte vrijstelling geldt niet voor het vergoeden van het privédeel van de reizen.
Met ingang van 1 januari 2025 wordt de gerichte vrijstelling uitgebreid: onder dezelfde voorwaarden als voor binnenlands openbaar vervoer geldt de vrijstelling ook voor buitenlands openbaar vervoer.
Verlaging urennorm bij ‘herzien’ voor premiedifferentiatie AWf
De regering wil de wendbaarheid binnen vaste contracten verder vergoten. Daarvoor wordt vanaf 2025 de urennorm van de 30%-herzieningsregeling verlaagd. Hierdoor geldt deze herzieningsregeling voor een kleinere groep werknemers.
Met de 30%-herzieningsregeling moet je herzien als de werkgever voor de werknemer terecht de lage premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) heeft toegepast, maar het aantal verloonde uren van de werknemer in het kalenderjaar meer dan 30% hoger is dan in de arbeidsovereenkomst staat. Op deze hoofdregel geldt een uitzondering. Je hoeft tot en met 2024 niet te herzien als de arbeidsovereenkomst een gemiddelde arbeidsomvang van 35 uur of meer per week heeft. Vanaf 2025 geldt dat voor een gemiddelde arbeidsomvang van meer dan 30 uur per week.
Eindheffing bestelauto’s
Voor het doorlopend afwisselend gebruik van bestelauto’s door meerdere werknemers, geldt voor de waardering van het privévoordeel een eindheffingsregeling. Als voldaan wordt aan de voorwaarden, betaalt de werkgever hiervoor een vast bedrag per bestelauto. Dat bedrag was tot en met 2024 op jaarbasis € 300. Dit bedrag is sinds de invoering van de regeling in 2006 niet geïndexeerd.
Voor 2025 geldt een bedrag van € 438. Dit bedrag is geïndexeerd vanaf 2006. Hierna wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd. Je moet dit bedrag evenredig over de aangiftetijdvakken verdelen. Voor een maandaangifte is dat voor elke bestelauto € 36,50.
Meer over het doorlopend afwisselend gebruik van bestelauto’s lees je in paragraaf 23.4.5 van het Handboek Loonheffingen.
Partiële buitenlandse belastingplicht vervalt
Met ingang van 1 januari 2025 vervalt voor een aantal werknemers de mogelijkheid om in de aangifte inkomstenbelasting te kiezen voor toepassing van de partiële buitenlandse belastingplicht.
Voor werknemers die een 30%-vergoeding genoten over het laatste loontijdvak van 2023 en zonder onderbreking ingekomen werknemer zijn gebleven, geldt overgangsrecht. Zij kunnen tot en met de aangifte inkomstenbelasting over 2026 blijven kiezen voor toepassing van de partiële buitenlandse belastingplicht.
Aanpassing maximale verzuimboetes
Eens in de 5 jaar worden de maximale bedragen van de verzuimboetes aangepast. Per 2025 zijn dat onder meer de volgende bedragen:
- Aangifteverzuim € 1.675 (2024: € 1.377)
- Betaalverzuim € 6.709 (2024: € 5.514)
- Correctieverzuim € 1.675 (2024: € 1.377)
Thuiswerkdrempel: anticiperen op wijziging belastingverdragen
In de Wet inkomstenbelasting, komt er een wijziging die anticipeert op mogelijk toekomstige wijzigingen van belastingverdragen. De wijziging van de verdragen zal te maken hebben met de invoering van een ‘thuiswerkdrempel’. De thuiswerkdrempel bepaalt dan welk land het volledige heffingsrecht heeft over het arbeidsinkomen. Daarmee wordt voorkomen dat twee landen ieder deels over het arbeidsinkomen kunnen heffen.
De voorgestelde wijziging in de Wet inkomstenbelasting heeft tot gevolg dat als Nederland als ‘werkstaat’ op grond van een aangepast belastingverdrag een heffingsrecht heeft over de in het woonland gewerkte thuiswerkdagen, Nederland dat heffingsrecht in alle situaties kan effectueren.
Registratie thuiswerk- en buitenlandwerkdagen
De werknemer die werkt in het buitenland, maar ook dagen thuiswerkt moet dan wel een werkdagenkalender bijhouden met een registratie van diens thuiswerk- en buitenlandwerkdagen. Daarmee wordt inzichtelijk of meerdere landen een heffingsrecht hebben over diens arbeidsinkomen en zo ja hoe het heffingsrecht moet worden verdeeld.
Deze registratie moet overigens nu ook al (los van de eventuele thuiswerkdrempel) om te bepalen in welk land de werknemer sociaal verzekerd is. De werknemer die deze werkdagenkalender al bijhoudt, kan die kalender ook gebruiken voor het bepalen van de (toekomstige) thuiswerkdrempel.
Wijzigingen in aangifte loonheffingen
Geen negatieve loonbelasting/premie volksverzekeringen of negatieve verrekende arbeidskorting op cumulatief niveau in de inkomstenverhouding
In de gegevensspecificaties geldt vanaf 2025 de voorwaarde dat per inkomstenverhouding (IKV) in het kalenderjaar het cumulatieve bedrag aan ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen of aan verrekende arbeidskorting in de aangiften loonheffingen niet negatief mag zijn.
Cumulatief bedrag
Met ‘cumulatief bedrag’ wordt het totaalbedrag aan ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen of aan verrekende arbeidskorting in de IKV vanaf 1 januari van het onderhavige jaar bedoeld. In geen enkele aangifte mag dat cumulatieve bedrag negatief zijn.
Als dat zich wel rekenkundig voordoet, moet je in het aangiftetijdvak het bedrag aan ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen of verrekende arbeidskorting voor de werknemer in de loonadministratie zo vaststellen dat in de IKV het cumulatieve bedrag minimaal € 0 is.
In het aangiftetijdvak kan het bedrag aan ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen of verrekende arbeidskorting onder omstandigheden wel negatief zijn, zolang de cumulatieve stand maar niet negatief wordt.
Let op: deze voorwaarde geldt ook voor de situatie dat je verschillende lonen voor de berekening van de loonheffingen samenvoegt, maar waarbij je de verschillende lonen wel verwerkt in meerdere IKV’s. Je verdeelt dan de ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen en de verrekende arbeidskorting over de IKV’s. De cumulatief ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen of verrekende arbeidskorting in de afzonderlijke IKV’s mag niet negatief zijn.
Code invloed verzekeringsplicht
De Belastingdienst heeft de Code invloed verzekeringsplicht de omschrijving van code A en code B aangepast. Daarmee is het duidelijker wanneer je de code moet invullen. Deze codes kennen vanaf 2025 de volgende omschrijvingen:
- A Geen gezagsverhouding met echtgenoot of familie van de eigenaar/DGA
- B Geen gezagsverhouding met vorige eigenaar
Deze codes gebruik je in situaties waarin sprake is van een werknemer in echte dienstbetrekking, maar waarbij de zogenoemde materiële gezagsverhouding ontbreekt.
Je gebruikt code A in het geval van familierelatie. Je gebruikt code B in het geval van een vorige eigenaar.
Code CAO
Als sprake is van een cao of van een andere arbeidsvoorwaardenregeling, moet je dat in de rubriek Code CAO in de aangifte loonheffingen opgeven. Op 31 december 2024 zijn de cao-codes in onderstaande tabel vervallen. Deze codes mag je niet meer gebruiken in de aangifte loonheffingen van 2025. Voor sommige cao-codes geldt een vervangende code.