Een goed en fatsoenlijk pensioen is voor alle generaties belangrijk. Werknemers bouwen daarvoor pensioen via hun werkgever. Hoewel dat niet verplicht is, vindt de minister het belangrijk dat de groep werknemers zonder pensioen zo klein mogelijk is. Bij de invoering van Wet toekomst pensioenen op 1 juli 2023 is opgenomen dat deze groep ten opzichte van 2019 moet halveren. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat tussen 2019 en 2022 deze afname in gang is gezet.
Afname groep werknemers zonder pensioenopbouw
Het CBS doet periodiek onderzoek naar de omvang van de groep werknemers zonder pensioenopbouw. CBS publiceerde op 20 februari 2024 de nieuwste cijfers op basis van de stand eind 2022. Die laten een afname zien, zowel in absolute als relatieve zin. In 2019 waren er 936.000 werknemers zonder pensioenopbouw, 13,4% van het totaal aantal werknemers. Eind 2022 waren dat er 766.000, dit is 10,6% van het totaal.
Het onderzoek heeft betrekking op de witte vlek in 2022. Door de verlate aanlevering van cijfers door een aantal pensioenuitvoerders was het CBS niet in staat om eerder hun onderzoek af te ronden. In het voorjaar volgt nog een aanvulling van de cijfers, dit betreft onder meer de uitsplitsing van het aantal werknemers zonder pensioen naar verschillende sectoren en gegevens over het aantal zelfstandigen zonder pensioen.
Aanvalsplan witte vlek
Deze afname is het resultaat van de gezamenlijke aanpak van sociale partners en de overheid. Zo zijn er door sociale partners in het kader van het aanvalsplan witte vlek diverse acties uitgevoerd. In 2020 is dit aanvalsplan opgesteld, dat in 2022 is aangescherpt. De groep werknemers zonder pensioen in de uitzendsector is meer dan gehalveerd nadat sociale partners de wachttijd per 1 januari 2022 hadden verkort naar 8 gewerkte weken. De afschaffing van de wachttijd is vervolgens met het amendement Maatoug/Nijboer wettelijk vastgelegd en op 1 juli 2023 in werking getreden.
Verplicht pensioen voor payrollwerknemers
Ook is zichtbaar dat er sinds 1 januari 2021 een wettelijk verplicht pensioen geldt voor payrollwerknemers, waardoor ongeveer 20.000 werknemers pensioen zijn gaan opbouwen. Tegelijkertijd hangt de omvang van de groep werknemers zonder pensioen ook samen met bredere economische en demografische omstandigheden. Zo is bijvoorbeeld ook zichtbaar dat het aantal werknemers met een flexibel dienstverband is afgenomen, van 2,2 mln. in 2019 naar 2 mln. in 2022. Het bredere arbeidsmarktbeleid heeft daarmee ook invloed op de omvang van de groep werknemers zonder pensioen.
Doorgaan op ingeslagen weg
Met de verkleining van de groep werknemers zonder pensioen komt de reductiedoelstelling dichterbij, maar is deze nog niet behaald. Daarom gaat Van Gennip samen met sociale partners door op de ingeslagen weg om nog meer werknemers pensioen te laten opbouwen in de tweede pijler. Dit vereist een continue inspanning van sociale partners, de pensioensector en van het kabinet.
De voortgangsrapportage meldt dat op alle 22 geformuleerde acties resultaten zijn geboekt en dat de meeste punten uit het aanvalsplan in uitvoering zijn gebracht. Op basis van de huidige voortgang vindt de bewindsvrouw het verstandig om dit jaar de verdere uitwerking en afronding van het aanvalsplan op te pakken. Dit betekent dat de nog niet afgeronde acties verder worden gebracht en dat zij samen met de Stichting van de Arbeid (StvdA) ga bekijken of er, op basis van de aanvullende CBS cijfers, nog specifieke sectorgerichte actie mogelijk is.
Voortgang gerealiseerd
De Stichting van de Arbeid (StvdA) heeft de ambitie om het aantal werknemers zonder pensioenregeling in 2027 met 50% terug te brengen ten opzichte van de cijfers van 2019.
De StvdA heeft de afgelopen jaren op terreinen voortgang gerealiseerd:
- ondernemingsraden en personeelsverenigingen zijn voorgelicht over het belang van pensioenregelingen;
- mijnpensioenoverzicht.nl is beschikbaar in het Engels;
- er is voorlichting geweest onder salarisadministrateurs en accountants over pensioenregelingen;
- de informatievoorziening voor startende ondernemers bij de KvK is versterkt en vertaald naar het Engels;
- in samenwerking met AFM en Adfiz is een handreiking voor de dienstverlening op maat door pensioenadviseurs opgesteld;
- de bestaande mogelijkheden voor een basispensioenregeling zijn onderzocht, er is een handreiking voor werkgevers geschreven en beschikbaar gemaakt op geenpensioen.nl;
- de bedrijfstakpensioenfondsen zijn opgeroepen om de mogelijkheden tot vrijwillige aansluiting te verruimen;
- cao-partijen zijn opgeroepen een pensioenvoorziening te treffen en de werkingssferen te actualiseren;
- bij de KvK is het belang van een goede actualisatie van SBI-codes onder de aandacht gebracht, zijn pensioenfondsen aangemoedigd hun handhavingsbeleid te moderniseren;
- de website geenpensioen.nl is gelanceerd als informatiepunt voor werkgevers;
- de reductie van de witte vlek is onderdeel geweest van de pensioen driedaagse;
- er wordt onderzocht of de aanwezigheid van een pensioenregeling een gunningsvoorwaarde kan zijn bij een aanbestedingsprocedure.
Basispensioenregeling
Om het voor kleine werkgevers aantrekkelijk te maken om een pensioenregeling te treffen, is het van belang dat zij dat op een gemakkelijke en toegankelijke manier kunnen doen. Daarbij is de ontwikkeling van een toegankelijke pensioenregeling die past bij de situatie van deze werkgevers essentieel.
Bewustzijn pensioenen bij werkgevers vergroten
Dit (na)jaar start er vanuit het ministerie een meerjarige communicatie-aanpak om het bewustzijn van pensioenen bij werkgevers te vergroten. Het doel van deze meerjarige aanpak is werkgevers, met name in de sectoren waar er relatief veel werknemers zonder pensioenopbouw te vinden zijn (met name bij jonge/startende ondernemingen en bij kleine bedrijven), te wijzen op het belang van het regelen van een pensioen voor hun werknemers.
Pensioenregeling op de loonstrook
In de Wet toekomst pensioenen is de verplichting opgenomen om op de loonstrook te vermelden of de werknemer ouderdomspensioen opbouwt. De inwerkingtreding van deze bepaling is uitgesteld tot er duidelijkheid was over de uitvoerbaarheid. Uit overleg met uitvoerende partijen blijkt dat het wetsartikel een technische aanpassing vereist om goed uitvoerbaar te laten zijn. Daarvoor is een wetswijziging in voorbereiding.
Kleine werkgevers
Een doelgroep die belangrijk blijft voor het behalen van de reductiedoelstelling zijn de werknemers die werkzaam zijn bij een kleine werkgever (1-10 werkzame personen). Hoewel ook bij deze groep een daling te zien is, blijft deze daling achter bij andere belangrijke doelgroepen, en blijft het aantal en aandeel werknemers zonder pensioen hoog.
266.000 werknemers, of 34% van deze groep, bouwt niet actief pensioen op. In de komende jaren zal de minister extra aandacht besteden aan het onderzoeken naar en ontwikkelen van beleid om de werkgevers van deze werknemers in staat te brengen pensioenvoorzieningen te treffen, om te voorkomen dat een goede pensioenregeling niet wordt voorbehouden aan werknemers in grote organisaties.
Vervolgstappen
Op basis van de huidige voortgang trekt Van Gennip de conclusie dat de juiste stappen zijn gezet, maar dat dit nog niet voldoende is.Het reduceren van het aantal werknemers zonder pensioen kan alleen met goede samenwerking tot stand worden gebracht. Dat betekent inzet vanuit mijn ministerie en inzet vanuit sociale partners en de vele werkgevers en werknemers in Nederland.
Het is daarom belangrijk om dit jaar de verdere uitwerking en afronding van het aanvalsplan op te pakken. Dit betekent dat de nog niet afgeronde acties verder worden gebracht en dat ik samen met de StvdA ga bekijken of er nog specifieke sectorgerichte actie mogelijk is, zoals zij zelf ook aangeven. Dit kan bijvoorbeeld het pensioenbewustzijn onder werkgevers vergroten in specifieke sectoren, gecombineerd met een volwaardige basispensioenregeling.
Op basis van die voortgang kan de minister de Tweede Kamer weer informeren, wanneer de cijfers over ultimo 2024 bekend zijn. Op dat moment kan worden gekeken of er een aanvullend pakket aan maatregelen benodigd is voor het behalen van de reductiedoelstelling, waarbij als de voortgang onvoldoende op schema ligt ook de mogelijkheid van een pensioenplicht wordt onderzocht.
Kamerbrief Voortgang reductie werknemers zonder pensioenopbouw
Bijlage 1 – Voortgangsrapportage Witte Vlek StvdA