30%-regeling; buitenbehandelingstelling na niet tijdig hersteld vormverzuim.
Sinds 2023 geldt nieuw beleid voor situaties zoals die van de werkneemster, waarbij in het bezwaarschrift tegen de buitenbehandelingstelling alle door de inspecteur van de Belastingdienst gevraagde informatie voor de behandeling van de aanvraag 30%-regeling alsnog wordt aangeleverd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en wijst de zaak terug naar de inspecteur om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.
Toekennen beschikking 30%-regeling
De werkneemster werkt met ingang van 15 april 2021 bij een bedrijf.
Met dagtekening 5 augustus 2021 is er namens de werkneemster en het bedrijf een pro forma verzoek ingediend voor het toekennen van een beschikking 30%-regeling ten name van de werkneemster. Dit verzoek is door de inspecteur ontvangen op 9 augustus 2021.
Verzoek om ‘natte’ handtekening
Op 29 september 2021 heeft de inspecteur een verzoek tot het herstellen van een vormverzuim verstuurd. De inspecteur geeft aan dat het aanvraagformulier met Docusign is ondertekend en dat Docusign niet geaccepteerd wordt door de Belastingdienst. De inspecteur verzoekt de werkneemster in de brief om het aanvraagformulier opnieuw te overleggen maar dan met fysieke (‘natte’) handtekeningen.
Op 3 november 2021 heeft de inspecteur het verzoek buiten behandeling gesteld op basis van artikel 4:5, lid l, sub a, van de Algemene wet bestuursrecht.
Bezwaar tegen buiten behandelingstelling
Met dagtekening 29 november 2021 heeft de voormalige gemachtigde van de werkgever van de werkneemster bezwaar gemaakt tegen de buiten behandelingstelling van het gedane verzoek om toepassing van de 30%-regeling. Dit bezwaarschrift is door de inspecteur op 1 december 2021 ontvangen.
Op 5 januari 2022 is er telefonisch contact geweest tussen de inspecteur en de voormalige gemachtigde van de werkgever van de werkneemster naar aanleiding van het voornemen tot afwijzen van het bezwaarschrift tegen de buiten behandelingstelling.
Na het telefonisch contact tussen de voormalige gemachtigde van de werkgever van de werkneemster en de inspecteur wordt het bezwaarschrift op 7 januari 2022 per e-mail ingetrokken door de voormalige gemachtigde van de werkgever van de werkneemster.
Nieuw verzoek om toepassing 30%-regeling
Het bezwaarschrift tegen de buiten behandelingstelling wordt door de inspecteur aangemerkt als een nieuw verzoek om toepassing van de 30%-regeling.
Met dagtekening 10 januari 2022 is er door de inspecteur aan de werkneemster een beschikking 30%-regeling afgegeven met een looptijd van 1 januari 2022 t/m 13 april 202.
In de bezwaarfase heeft er op 22 april 2022 een hoorgesprek plaatsgevonden tussen de gemachtigde van de werkneemster en de inspecteur. Van het hoorgesprek is een verslag opgemaakt.
Ingangsdatum 30%-regeling in geschil
In geschil is de ingangsdatum van de 30%-regeling.
De werkneemster verzoekt de rechtbank de inspecteur op te leggen een nieuwe beschikking af te geven met ingangsdatum 15 april 2021 (primair) of 1 december 2021 (subsidiair).
De werkneemster concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de uitspraak op bezwaar. Verder verzoekt de werkneemster om vergoeding van de gemaakte proceskosten.
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de ingangsdatum van het verzoek terecht is vastgesteld op l januari 2022 en concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.
Nieuw beleid sinds 2023
Ter zitting heeft de inspecteur verklaard dat er sinds 2023 nieuw beleid geldt voor situaties waarbij in het bezwaarschrift tegen de buitenbehandelingstelling alle door de inspecteur gevraagde informatie voor de behandeling van de aanvraag 30%-regeling alsnog wordt aangeleverd door de verzoeker. Het nieuwe beleid houdt in dat in zulke gevallen de bestaande aanvraag 30%-regeling door de inspecteur opnieuw wordt beoordeeld met inachtneming van de alsnog aangeleverde informatie.
Opnieuw uitspraak op bezwaar
De inspecteur heeft ter zitting verklaard dat hij er in dit geval vanuit gaat dat het bezwaar tegen de buitenbehandelingstelling ook namens de werknemer (zijnde de werkneemster) is ingediend. In dat geval kan de inspecteur alsnog uitspraak op bezwaar doen tegen de buitenbehandelingstelling van het bezwaar en in overeenstemming met het huidige beleid de aanvraag 30%-regeling van de werkneemster herbeoordelen. Partijen hebben daarom ter zitting de rechtbank verzocht om het bestreden besluit te vernietigen en de zaak terug te wijzen naar de inspecteur om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.
Beschikking 30%-regeling vanaf startdatum tewerkstelling
Nu tussen partijen niet in geschil is dat de werkneemster vanaf het begin van haar tewerkstelling voldeed aan de materiële voorwaarden voor toepassing van de 30%-regeling, zal de herbeoordeling door de inspecteur tot gevolg hebben dat de beschikking 30% zal worden afgegeven met ingang van de startdatum van de tewerkstelling van de werkneemster, namelijk 15 april 2021.
De rechtbank ziet geen reden om anders te oordelen. Dat betekent dat het bestreden bezwaar tegen de beschikking 30%-regeling ten onrechte ongegrond is verklaard. De rechtbank zal voldoen aan het verzoek van partijen en de zaak terugwijzen naar de inspecteur om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen met inachtneming van deze uitspraak.
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 8 december 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:13499