De Kennisgroep IBR IB niet winst/LB/PH-aanslag van de Belastingdienst heeft een standpunt ingenomen over de verschillende overgangsregelingen behorende bij de 30%-regeling. Meer specifiek over de vraag wanneer sprake is van het genieten van een vergoeding waarop de 30%-regeling van toepassing is en wanneer deze vergoeding moet zijn genoten om in aanmerking te komen voor het overgangsrecht.
Met ingang van 1 januari 2024 en 1 januari 2025 gelden er wijzigingen ten aanzien van de 30%-regeling. Het betreft per 1 januari 2024: de aftopping en de versobering (artikel 31a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964)) en per 1 januari 2025: de afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht (artikel 2.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001)).
Overgangsregelingen
Bij de genoemde wijzigingen behoren overgangsregelingen. Deze zijn opgenomen in artikel XIII van het Belastingplan 2023 (aftopping), artikel XXXVIIA (versobering) en artikel XIIA (afschaffing partiële buitenlandse belastingplicht) van het Belastingplan 2024.
Om in aanmerking te komen voor de verschillende overgangsregelingen is relevant dat in een bepaalde periode een vergoeding is genoten waarop artikel 31a Wet LB 1964 van toepassing was.
De teksten van de verschillende regelingen zijn niet volledig gelijkluidend.
Vragen en antwoorden
- Wat wordt verstaan onder het ‘genieten van een vergoeding waarop artikel 31a, achtste lid, Wet LB 1964 van toepassing was’?
- In welke periode moet de betreffende vergoeding zijn genoten om in aanmerking te komen voor de overgangsregeling ten aanzien van:
- aftopping van de 30%-regeling;
- versobering van de 30%-regeling;
- afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht.
- Onder het ‘genieten van een vergoeding waarop artikel 31a, achtste lid, Wet LB 1964 van toepassing was’ wordt in het kader van de overgangsregelingen verstaan: het toepassen van de 30%-regeling.
- Om in aanmerking te komen voor de overgangsregelingen moet de 30%-regeling zijn toegepast:
- bij de aftopping: in het loontijdvak dat eindigde op 31 december 2022;
- bij de versobering: uiterlijk in het loontijdvak dat eindigde op 31 december 2023;
- bij de afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht: in het loontijdvak dat eindigde op 31 december 2023.
KG:041:2024:11 30%-regeling, overgangsregelingen, vergoeding genoten