De toename van de cao-lonen naar 6,1 procent in 2023 is bijna een verdubbeling van de ontwikkeling van 2022, toen de lonen nog met 3,2 procent stegen.
Reële loonontwikkeling
De reële cao-loonontwikkeling, waarbij het cao-loon wordt gecorrigeerd voor inflatie, lag het afgelopen kwartaal rond de 2,9 procent. Een exact cijfer is nog niet te geven, omdat het inflatiecijfer voor het vierde kwartaal pas volgende week bekend wordt. De berekening van de reële loonontwikkeling in het vierde kwartaal is daarom gebaseerd op de prijsontwikkeling in oktober en november.
Verder is bij het bepalen van de reële loonstijging anders dan voorheen gebruikgemaakt van de prijsontwikkeling die is berekend met de daadwerkelijk betaalde energieprijzen.
Lonen stegen minder hard dan prijzen
Op basis van deze gegevens was de reële loonontwikkeling in de eerste drie kwartalen van 2023 negatief. Dit betekent dat de lonen minder hard stegen dan de prijzen. Alleen in het vierde kwartaal is die reële loonstijging positief. De reële loonontwikkeling voor heel 2023 is negatief (-2,1 procent).
Grootste stijging bij overheid
De lonen stegen in 2023 het meest bij de sector overheid, namelijk met 7,0 procent. Bij de particuliere bedrijven en de gesubsidieerde instellingen namen de lonen toe met respectievelijk 5,9 en 5,5 procent. In 2022 stegen de lonen bij de overheid ook het meest (4,1 procent). Toen kwam dit voornamelijk door de loonstijging in het onderwijs. In 2023 droegen meerdere cao’s bij aan de stijging, onder andere die van gemeenten, Rijk, waterschappen en onderwijs.
Loonstijging in vervoer het grootst
Op het niveau van bedrijfstakken stegen de lonen in 2023 met 8,4 procent het meest in vervoer en opslag. Dit kwam vooral door de loonstijging in het beroepsgoederenvervoer; ook enkele cao’s in de luchtvaart, de havens en de pakketbezorging droegen bij aan dit resultaat.
Ook in de bedrijfstak overige dienstverlening (met onder andere kappers, uitvaartondernemingen en vakbonden) namen de cao-lonen harder toe dan in de meeste andere bedrijfstakken. In de bedrijfstak verhuur van en handel in onroerend goed (woningcorporaties) was de loonstijging met 2,5 procent het kleinst.
De voorlopige cijfers over 2023 zijn gebaseerd op 99 procent van de cao’s waaruit de statistiek is opgebouwd. Drie kwart van de werknemers valt onder een cao.
Wat zegt AWVN?
Werkgeversvereniging AWVN heeft haar eindevaluatie van het cao-jaar 2023 op donderdag 28 december 2023 gepubliceerd.
De gemiddelde loonafspraak waarover werkgevers en vakbonden het in 2023 eens werden, is uitgekomen op 7,1 procent. Het ging afgelopen jaar om 439 nieuwe cao’s voor 3,7 miljoen werknemers. In het midden van het jaar boog de oplopende trend in de loonafspraken om in een dalende lijn.
Opvallend daarbij is dat in een derde van de afgesproken cao’s verschillende categorieën werknemers verschillende loonsverhogingen kregen. In die cao’s zijn de laagstbetaalden er relatief het meeste op vooruitgegaan.
Historisch hoge loonafspraken
De sterke focus van de vakbonden op loonsverhogingen – vanaf begin 2022 – werd ingegeven door de hoge inflatie en de wens om de koopkracht van werknemers op het eerdere niveau te houden. Samen met het aanhoudende personeelstekort zorgde dat voor opwaartse druk in de arbeidsvoorwaardenonderhandelingen, met historisch hoge loonafspraken als gevolg.
Kortere gemiddelde looptijd
Behalve door de arbeidsmarkt en inflatie werden de cao-afspraken sterk beïnvloed door economische onzekerheid. Dit kwam vooral tot uitdrukking in de kortere gemiddelde looptijd van nieuwe cao’s. Cao-partijen weten niet wat te verwachten en kiezen daarom vaker voor een relatief kort contract. De gemiddelde afgesproken looptijd liep terug van 22 maanden in cao’s die vorig jaar oktober werden afgesloten naar 14 tot 17 maanden in de afgesloten cao’s over heel 2023.