
De Werkloosheidswet (WW) biedt een vangnet voor werknemers die buiten hun schuld tijdelijk zonder werk komen te zitten. Het is een groot goed dat werknemers worden beschermd tegen de gevolgen van loonverlies tijdens onvrijwillige werkloosheid en ondersteuning krijgen bij de zoektocht naar een nieuwe baan. Vanuit de uitvoering zijn de afgelopen jaren verschillende knelpunten gesignaleerd rondom het WW-proces.
Een totaaloverzicht van knelpunten die in de WW worden ervaren, was er tot nu toe nog niet. Daarom heeft de minister medio 2022 opdracht gegeven tot een onderzoek naar de ervaren knelpunten bij het gebruik en bij de uitvoering van de WW vanuit de perspectieven van werknemers, werkgevers en de uitvoering. Het werknemersperspectief vormt een belangrijke kapstok van dit onderzoek.
WW complexer geworden
Aanleiding voor het knelpuntenonderzoek is de constatering dat de WW en onderliggende regelgeving complexer geworden is. De huidige Werkloosheidwet is in 1987 in werking getreden. Sindsdien zijn er meerdere grote wijzigingen in het WW-stelsel doorgevoerd.
Arbeidsmarkt aanzienlijk veranderd
Sinds de invoering van de WW is de arbeidsmarkt bovendien aanzienlijk veranderd. Door flexibilisering, digitalisering en globalisering zijn nieuwe banen en dienstverbanden ontstaan waar de WW zoals die oorspronkelijk is ingericht, niet altijd meer goed op aansluit. Als gevolg van deze ontwikkelingen ervaren zowel werknemers als de uitvoering knelpunten in de WW.
Huidige knelpunten WW-stelsel in kaart brengen
Voor de WW wil de minister inzetten op verdere optimalisatie voor zowel WW-gerechtigden, werkgevers en de uitvoering. Een eerste stap in dit vereenvoudigingstraject was het in kaart brengen van de knelpunten in het huidige WW-stelsel.
Het onderzoek geeft handvatten voor de keuzes die vervolgens gemaakt moeten worden om de knelpunten te voorkomen en/of te verhelpen. Bijvoorbeeld door de vormgeving van wet- en regelgeving en de dienstverlening aan WW-gerechtigden aan te passen.
Bevindingen uit knelpuntenonderzoek
Overkoepelende bevindingen uit het knelpuntenonderzoek:
- Voor de meeste werklozen werkt de WW naar behoren.
- Voor een deel van de WW-gerechtigden is de WW te ingewikkeld.
- Door complexe regelgeving wringt het in de uitvoering regelmatig.
- Rol werkgevers in WW-proces beperkt.
Informatie over rechten en plichten in WW
Voor een deel van de WW-gerechtigden blijkt de informatie over rechten en plichten in de WW moeilijk te begrijpen. Hierdoor maken zij soms onbedoeld fouten of nemen ze beslissingen die nadelig uitpakken voor hun recht op uitkering. Ook ervaren uitkeringsgerechtigden dat de persoonlijke dienstverlening niet altijd aansluit bij hun behoeften en hebben zij er soms last van dat zij binnen UWV met verschillende divisies te maken hebben.
Veel van de onderzoeksbevindingen over de informatievoorziening en dienstverlening stroken met eerdere signalen. UWV is inmiddels verschillende trajecten gestart om haar informatievoorziening en dienstverlening aan te passen en beter te laten aansluiten bij de behoeften van uitkeringsgerechtigden.
Werken naast WW-uitkering moet lonen
Vanuit de gedachte dat werken naast de WW-uitkering moet lonen, is met de invoering van de Wet werk en zekerheid in 2015 de inkomstenverrekening ingevoerd. Wanneer iemand met een WW-uitkering gaat werken tegen een lager loon dan in de baan voorafgaande aan de werkloosheid, kan recht ontstaan op een aanvullende uitkering.
Systematiek van inkomstenverrekening
Uit de ervaringen van WW-gerechtigden blijkt dat deze systematiek van inkomstenverrekening voor sommige groepen moeilijk is te begrijpen. Vooral werknemers met wisselende inkomsten ervaren financiële onzekerheid als gevolg van de verrekening. De onderzoekers constateren dat mede hierdoor het principe ‘werk moet lonen’ in de praktijk niet altijd zo uitpakt.
WW-aanvraagproces vooral ingewikkeld bij lager opgeleiden
Het WW-aanvraagproces lijkt verder vooral ingewikkeld te zijn voor werknemers met een lager doenvermogen en ongunstige arbeidsmarktpositie, die het soms ook op persoonlijk vlak moeilijk hebben. Juist voor deze kwetsbare mensen, knelt de WW het meest. De minister vindt het daarom belangrijk om bij de vereenvoudiging van de WW ervoor te zorgen dat diegenen die de steun van de overheid het hardst nodig hebben deze ondersteuning ook daadwerkelijk krijgen.
Hoe nu verder?
Vereenvoudiging kost tijd en vraagt om het maken van keuzes. Niet alle gesignaleerde knelpunten zijn op korte termijn op te lossen. Met name rond de wet- en regelgeving hangen veel knelpunten met elkaar samen en zijn vaak geen quick fixes mogelijk. Tegelijkertijd hecht de minister eraan om in het belang van WW-gerechtigden waar mogelijk de oplossing van knelpunten te versnellen.
Over het calamiteitenverlof in het buitenland en het beëindigen van de uitkering op eigen initiatief (BOEI) werkt de bewindsvrouw met UWV aan mogelijkheden om deze knelpunten sneller op te lossen.
Sollicitatieplicht
Wat betreft de sollicitatieplicht gaat UWV starten met een experiment voor een alternatieve invulling van de sollicitatieplicht. Dit omdat de sollicitatieplicht in de huidige vorm er niet altijd aan bijdraagt dat WW-gerechtigden weer snel aan het werk komen. Het doel van het experiment is om te kijken welke van verschillende varianten van de sollicitatieplicht terugkeer naar werk het best stimuleert. Het experiment start in 2024.
Invulling voor volgend kabinet
Het oplossen van een deel van de gesignaleerde knelpunten vraagt om aanpassing van de huidige wet- en regelgeving. Zodat de WW beter aansluit bij de behoeften van WW-gerechtigden en beter uitvoerbaar wordt voor UWV. Gezien de huidige demissionaire status van het kabinet laat Van Gennip de invulling hiervan aan een volgend kabinet.
Kamerbief aanbieding onderzoeksrapportage ‘Waar knelt de WW’ en het True Talk rapport naar beleving