De Belastingdienst Toeslagen heeft de huurtoeslag van een vrouw over het jaar 2021 terecht op nihil vastgesteld. Dat heeft de rechtbank geoordeeld.
De vrouw werd in november 2021 ontslagen en kreeg daarvoor een financiële vergoeding. Omdat die vergoeding in 2021 is uitbetaald en daarover loonbelasting is afgedragen, moet deze worden gezien als nabetaling van achterstallig loon. De nabetaling is daarom terecht opgeteld bij het inkomen van de vrouw over 2021. De vrouw heeft hierdoor geen recht meer op huurtoeslag. Het bedrag dat zij heeft ontvangen als voorschot aan huurtoeslag, moet zij terugbetalen. Zolang zij te weinig inkomsten heeft, hoeft zij deze schuld echter niet af te lossen.
Ontslagvergoeding terecht opgeteld bij inkomen?
De rechtbank moet beoordelen of de Belastingdienst Toeslagen terecht het bedrag van € 29.120 bij het inkomen van de vrouw over 2021 heeft opgeteld. Als dat terecht is gebeurd, is verder niet in geschil dat het inkomen te hoog was om recht te hebben op huurtoeslag.
De rechtbank vindt dat de Belastingdienst Toeslagen een juist besluit heeft genomen. De € 29.120 aan ontslagvergoeding is terecht opgeteld bij het inkomen van de vrouw over 2021.
Verzamelinkomen vastgesteld
In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) en de Wet op de huurtoeslag (Wht) is bepaald dat de hoogte van de huurtoeslag afhankelijk is van het toetsingsinkomen. Daartoe wordt het verzamelinkomen van de betrokkene vastgesteld. de Belastingdienst toeslagen berekent dat verzamelinkomen niet zelf, maar gaat uit van het verzamelinkomen zoals dat is vastgesteld voor de afdracht van de inkomstenbelasting. Voor de vrouw was dat in 2021 € 53.473.
Ontslagvergoeding niet in lijst
De rechtbank begrijpt dat de vrouw vindt dat in haar geval een uitzondering moet worden gemaakt door de ontslagvergoeding niet mee te tellen. De regelgeving over huurtoeslag kent wel een lijst van inkomenselementen die niet door de Belastingdienst toeslagen moeten worden meegeteld als de huurtoeslag wordt berekend. Een ontslagvergoeding staat echter niet in die lijst, zodat die lijst haar niet baat.
Nabetaling loon – buiten verzamelinkomen
De ontslagvergoeding die de vrouw heeft ontvangen moet worden gezien als een nabetaling van loon, omdat hierover loonbelasting is afgedragen. Ook is de vergoeding uitbetaald in hetzelfde jaar als waarin deze vorderbaar geworden. Volgens vaste rechtspraak wordt een nabetaling toegerekend aan het jaar waarin deze is uitbetaald. Dit alles betekent dat er geen ruimte is om de nabetaling anders te zien dan achterstallig loon en buiten het verzamelinkomen van de vrouw te laten.
Op de zitting is gesproken over de (financiële) gevolgen die het bestreden besluit heeft voor de vrouw.
Persoonlijke betalingsregeling
De Belastingdienst toeslagen heeft verwezen naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 30 november 2022. In deze uitspraak is overwogen dat financiële omstandigheden geen aanleiding zijn om een terugvordering te matigen of zelfs daarvan af te zien, omdat de betrokkene de Belastingdienst toeslagen kan verzoeken om een persoonlijke betalingsregeling te treffen. Omdat de rechtbank meer inzicht wilde verkrijgen in een dergelijke betalingsregeling, is de behandeling geschorst en aan de Belastingdienst toeslagen verzocht hierover nadere informatie over te leggen.
Geen opeisbare betalingscapaciteit
De Belastingdienst Toeslagen heeft bij brief van 26 mei 2023 de rechtbank meegedeeld dat er volgens voorlopige berekening geen opeisbare betalingscapaciteit bestaat bij de vrouw. Zolang dit het geval is, kan het bedrag van € 1.909 niet bij de vrouw worden ingevorderd. De rechtbank vindt deze persoonlijke betalingsregeling een toereikende oplossing. Er is niet gebleken van onevenredige gevolgen voor de vrouw.
De rechtbank vermeldt ter informatie van de vrouw nog dat mocht zij door een wijziging in haar inkomsten alsnog betalingscapaciteit krijgen, zij mogelijk alsnog moet gaan aflossen. Daarover zal dan wel eerst een nieuw besluit door de Belastingdienst toeslagen moeten worden genomen. Tegen dat besluit staat opnieuw bezwaar open bij de Belastingdienst toeslagen en daarna eventueel beroep bij de rechtbank.
Huurtoeslag terecht op nihil vastgesteld
De Belastingdienst Toeslagen heeft de huurtoeslag over het jaar 2021 terecht op nihil vastgesteld. Het beroep van de vrouw is ongegrond. Zij krijgt geen gelijk.
Uitspraak Rechtbank Amsterdam, 15 september 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:5855