
De werkneemster eist de werkgever te veroordelen over te gaan tot afgifte van haar personeelsdossier, zoals gespecificeerd in de brief van 30 mei 2023, door deze documenten per e-mail te sturen aan haar gemachtigde, op straffe van een dwangsom.
Spoedeisend belang
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Uit de stellingen van de werkneemster volgt dat deze spoed aanwezig is. De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is, tenzij hierna anders blijkt.
Afgifte bepaalde documenten niet toewijsbaar
De kantonrechter neemt bij haar beslissing in aanmerking dat een aantal items genoemd in de brief van 30 mei 2023, te weten “Functioneren & ontwikkeling”, “Ziekteverzuim en het verloop hiervan”, “Diversen & bijzonderheden”, “Alle bedrijfsreglementen van toepassing op cliënt” en “Arboreglementen”, geen documenten betreft in de zin van artikel 843a Rv dan wel dermate algemeen geformuleerd zijn dat – bij gebreke van een onderbouwing van het belang – de afgifte van die documenten niet toewijsbaar is.
De afgifte van “alle” loonstroken wordt toegewezen vanaf oktober 2022, omdat uit de dagvaarding volgt dat de werkneemster sindsdien geen loonstroken meer ontvangt.
De gevorderde dwangsom wijst de kantonrechter toe tot een bedrag van € 100 per dag met een maximum van € 5.000.
De werkneemster krijgt gelijk. De werkgever moet daarom de proceskosten betalen
Beslissing kantonrechter
De kantonrechter veroordeelt de werkgever:
- om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis over te gaan tot afgifte van het personeelsdossier van de werkneemster, inhoudende de persoonlijke gegevens, contracten en arbeidsvoorwaarden, alle loonstroken vanaf oktober 2022 en gespreksverslagen van met de werkneemster gevoerde gesprekken, door deze documenten naar het e-mailadres van de advocaat van de werkneemster te sturen, op straffe van een dwangsom van € 100 per dag dat de werkgever niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 5.000.
- in de proceskosten.
Uitspraak Rechtbank Rotterdam, 10 augustus 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:7100