
Voor het gehele bedrijfsleven leidt dat tot een stijging van de loonkosten met circa 17 miljard euro. In 2022 stegen de cao-lonen al met 3,2 procent; het was de grootste stijging sinds 2008, zo blijkt uit berekeningen van ABN AMRO.
De lagere koopkracht van consumenten en de snel stijgende rente leidt ertoe dat de economie afkoelt. Werkgevers moeten daarom innoveren om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Gezien de verwachting dat de personeelstekorten structureel zijn, levert efficiënter werken ook op lange termijn profijt.
Arbeidsintensieve sectoren
De noodzaak tot verhoging van de arbeidsproductiviteit is het grootst in de meest arbeidsintensieve sectoren. Vooral die sectoren waarin de loonkosten relatief hoog zijn kan de stijging van cao-lonen immers druk zetten op de marge.
Vooral de sectoren Healthcare, Zakelijke Dienstverlening, Leisure, TMT en Transport & Logistiek zijn relatief arbeidsintensief, zo blijkt als de loonkosten worden afgezet tegen de omzet. In 2019 bedroegen de kosten voor lonen, salarissen en sociale premies 15 procent van de omzet voor alle sectoren gemiddeld. In de zorg bedroegen deze kosten maar liefst ruim de helft van de omzet.
Hoge loonstijging
In de meeste sectoren nemen de lonen snel toe. De stijging van cao-lonen bedraagt over de periode 2022-2023 cumulatief circa 10 procent, zo blijkt uit een combinatie van cijfers van het CBS en de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN).
De transportsector is de enige sector die zowel relatief arbeidsintensief is als ook een bovengemiddeld hoge loonstijging kent. De personeelskosten bedroegen in deze sector in 2019 gemiddeld 22 procent van de omzet. In 2022 kende deze sector al de sterkste cao-loonstijging; 4,1 procent. In 2023 komt daar volgens de AWVN nog eens 6,6 procent bovenop. De loonstijging kan nog hoger of lager uitvallen, omdat nog niet alle cao’s verlengd zijn.
Cao-loonstijging 5,3 procent
ABN AMRO verwacht vooralsnog een cao-loonstijging van 5,3 procent in 2023 voor alle sectoren gemiddeld. De totale loonkosten nemen naar verwachting sterker toe, volgens het Centraal Planbureau (CPB) met 6,1 procent, onder andere door de snelle stijging van het minimumloon.
Op 1 januari 2023 is het minimumloon met 10,15 procent verhoogd. Op 1 juli komt daar nog eens 3,13 procent bij. Dat trekt ook de lonen omhoog van medewerkers die net boven het minimumloon zaten.
Krappe arbeidsmarkt
In de sector Leisure moet het hele loongebouw op de schop. Ook de krapte op de arbeidsmarkt leidt tot een snellere stijging van loonkosten, onder andere doordat werknemers vaker van baan wisselen en er in sommige sectoren, zoals de horeca, meer dan de cao kan worden betaald.
Inflatie gemiddeld 4,4 procent
De loongroei wordt gedreven door een uitzonderlijke situatie van een ongekende inflatie, gecombineerd met een nog steeds bijzonder krappe arbeidsmarkt. In 2022 bedroeg de inflatie 10 procent, waardoor de koopkracht sterk daalde. Ook in 2023 voorziet ABN AMRO een hoog inflatiecijfer van gemiddeld 4,4 procent.
De krapte op de arbeidsmarkt lijkt de afgelopen maanden iets te zijn afgenomen, maar personeelsproblemen zijn nog steeds aan de orde van de dag voor veel ondernemers.
Hogere arbeidsproductiviteit
Door stijgende loonkosten loont het voor werkgevers extra om arbeidsproductiviteit te verhogen. Verschillende voorbeelden uit de sectoren tonen aan dat dit vaak hand in hand gaat met het gebruik van nieuwe technologieën.
Klik hier voor meer informatie