
Je moet dat uit eigen beweging doen. Wacht dus niet met het herzien van de lage AWf-premie over 2022 wegens de 30%- herzieningsregeling tot je een brief van de Belastingdienst krijgt.
> 30% meer verloonde uren
De 30%-herzieningsregel is per 2022 in werking getreden en moet je toepassen in de situatie waarin je voor de werknemer de lage premie hebt toegepast, maar waarbij de werknemer in het kalenderjaar meer dan 30% meer verloonde uren heeft dan je contractueel met de werknemer bent overeengekomen. Bijvoorbeeld doordat de werknemer heeft overgewerkt of op een andere wijze meer uren dan zijn contracturen heeft gemaakt.
Minimaal 35 uur per week
Je herziet de premie niet als de werknemer in het kalenderjaar één of meer arbeidsovereenkomsten had waarvoor de lage premie gold en waarbij het gemiddeld aantal uren dat was overeengekomen van die arbeidsovereenkomsten gedurende het kalenderjaar minimaal 35 uur per week was.
Corrigeren met losse correcties
Omdat het laatste aangiftetijdvak van 2022 inmiddels verstreken is, corrigeer je de aangiften loonheffingen over 2022 met zogenoemde losse correcties.
Een losse correctie is een correctie die je los van een aangifte loonheffingen verzendt.
Hoe je losse correcties verzendt, vind je in paragraaf 14.2.4 van het Handboek Loonheffingen 2022.
Herzieningsberekening maken
Om vast te stellen of de werknemer onder de 30%-herzieningsregeling valt, maak je een herzieningsberekening. Hoe je dat doet, vind je in paragraaf 7.2 (onder het kopje ‘Herzien’) van het Handboek Loonheffingen 2022.
Je bepaalt door het maken van twee berekeningen of je de lage premie moet herzien naar de hoge premie:
- Is de contractueel overeengekomen (gemiddelde) arbeidsomvang van deze werknemer – in alle
arbeidsovereenkomsten gedurende het kalenderjaar waarvoor de lage premie gold – minder dan 35 uur per week?
Zo nee, dan hoef je niet te herzien. Je hoeft berekening 2 niet te maken.
Zo ja, dan maak je ook berekening 2. - Overschrijdt het aantal verloonde uren – van alle arbeidsovereenkomsten gedurende het kalenderjaar – het aantal contracturen met meer dan 30%?