
Voor werknemers met de AOW-gerechtigde leeftijd die na 1 januari 2023 ziek worden, gaat de termijn van zes weken gelden. De termijn van zes weken treedt niet eerder in werking dan 1 juli 2023. Dat staat in het wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2023.
Kortere duur
Met de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd is geregeld dat voor AOW-gerechtigde werknemers het opzegverbod bij ziekte, de loondoorbetalingplicht bij ziekte en de duur van het recht op ziekengeld korter duren dan voor werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
Dertien i.p.v. zes weken
In het oorspronkelijke wetsvoorstel had de regering een termijn van zes in plaats van 104 weken voorgesteld. Er waren echter zorgen over mogelijke verdringingseffecten ten aanzien van niet AOW-gerechtigden. Daarom is bij amendement in het wetsvoorstel opgenomen dat tot op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip de termijn werd gesteld op dertien in plaats van zes weken.
Geen signalen van verdringing
Deze termijn kan op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip worden teruggebracht naar zes weken als uit evaluatie zou blijken dat er geen verdringing heeft plaatsgevonden. Uit de evaluatie die is uitgevoerd, zijn geen signalen van verdringing naar voren gekomen. Daarop is een ontwerp voor een koninklijk besluit, waarmee het tijdstip werd vastgesteld waarop de termijn zou worden
teruggebracht, voorbereid.
Termijn van 13 weken blijft gelden
De voorgestelde wijziging houdt in dat voor de groep werknemers met de AOW-gerechtigde leeftijd die op het vast te stellen tijdstip al ziek waren de termijn van dertien weken blijft gelden voor het recht op ziekengeld, loondoorbetaling bij ziekte en het opzegverbod bij ziekte. Voor ziektegevallen die op of na die datum ontstaan, gaat de termijn van zes weken gelden (eerbiedigende werking).
Binnen vier weken opnieuw ziek
Om te bepalen welke termijn van toepassing is, moeten ook de regels over de samentelling van ziekteperioden in acht worden genomen. Als twee ziekteperioden elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen, wordt dit gezien als één ziekteperiode.
Voorbeeld
Als een werknemer met de AOW-gerechtigde leeftijd de Ziektewet instroomt voor het vast te stellen tijdstip bestaat recht op ziekengeld voor een periode van maximaal dertien weken. Als de werknemer binnen deze termijn weer herstelt en daarna binnen vier weken opnieuw ziek wordt kan hij de maximale termijn van dertien weken volmaken. Vanwege de samentelling van ziekteperioden geldt dat ook als de eerste dag van de tweede ziekteperiode gelegen is na het vast te stellen tijdstip.
Iets langere uitkeringsduur
De wijziging van het overgangsrecht bij de Ziektewet heeft tot gevolg dat een beperkte groep ZW-gerechtigden een iets langere uitkeringsduur hebben; zij behouden het recht op dertien weken ziekengeld.
Zes weken vanaf 1 juli 2023
Het voornemen is deze wijzigingen met ingang van 1 januari 2023 in werking te laten treden. Het tijdstip vanaf wanneer de termijn van zes weken gaat gelden zal niet eerder dan 1 juli 2023 zijn vanwege de voorbereidingstijd die UWV nodig heeft.
Wetsvoorstel Verzamelwet SZW 2023
Loondoorbetaling zieke werkende AOW-er per 2023: eerst 13 dan 6 weken