In de nota naar aanleiding van het verslag van 3 december 2021 wordt een antwoord gegeven op de vragen naar aanleiding van het onderdeel gerichte vrijstelling thuiswerkkosten in het Belastingplan 2022. Het gaat om vragen over het budgettaire beslag van een generieke verhoging van de vrije ruimte en het budgettaire beslag van het loslaten van de antisamenloopbepaling. Ook wordt gevraagd naar de uitvoeringskosten.
Gerichte vrijstelling voor thuiswerkkostenvergoeding vanaf 2022
Verhoging vrije ruimte
De regering geeft in de memorie van antwoord aan dat de uitvoeringskosten van de Belastingdienst van de introductie van een gerichte vrijstelling (€ 2,96 miljoen structureel en € 2,48 miljoen incidenteel) hoger zijn dan het verhogen van de vrije ruimte.
De leden van de fractie van de VVD vragen naar het budgettaire beslag van een generieke verhoging van de vrije ruimte. Onderstaande tabel geeft de kosten weer per 0,1%-punt verhoging.
Verhoging | Kosten verhoging | |
Onder de grens van € 400.000 | 0,1%-punt | € 19 miljoen |
Boven de grens van € 400.00 | 0,1%-punt | € 78 miljoen |
Het gevolg van een structurele verhoging van de vrije ruimte is dat deze verhoging ook geldt voor werkgevers waarvan de werknemers niet thuis (kunnen) werken. Een dergelijke (dan) generieke verhoging van de vrije ruimte die ook de mogelijkheid biedt om onbelast een vergoeding voor thuiswerkkosten te kunnen geven van € 2, zou een fors hoger budgettair beslag kennen dan de € 221 miljoen op basis van de voorgestelde gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten. Dit zou neerkomen op een veelvoud van het huidige budgettair beslag.
Geen structurele uitvoeringskosten
Daarnaast vragen de leden van de fractie van de VVD wat de uitvoeringskosten zouden zijn bij een generieke verhoging van de vrije ruimte. Als onderdeel van het pakket Belastingplan 2022 is door de Belastingdienst getoetst wat de uitvoeringsgevolgen zijn van een tijdelijke verruiming van de vrije ruimte. Daaruit bleek dat er geen structurele kosten verbonden waren aan dat voorstel.
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten: vragen en antwoorden Belastingplan
Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten – antwoord op vragen Belastingplan 2022
Antisamenloopbepaling loslaten
De regering geeft aan dat het loslaten van de antisamenloopbepaling een groot budgettair beslag van de gerichte vrijstelling tot gevolg heeft. Het is niet wenselijk en niet logisch, volgens de memorie van toelichting, om voor een en dezelfde dag zowel een gerichte vrijgestelde thuiswerkvergoeding als een gericht vrijgestelde reiskostenvergoeding voor het woon-werkverkeer te kunnen ontvangen.
Gevraagd wordt naar het budgettaire beslag van het loslaten van de antisamenloopbepaling. De kosten van invoering van een gerichte vrijstelling voor thuiswerkkosten in de werkkostenregeling worden geraamd op € 221 miljoen.
Het loslaten van de antisamenloopbepaling heeft een toename van het budgettair beslag van de gerichte vrijstelling tot gevolg omdat dit mogelijk maakt dat werknemers die deels thuis werken op een dag dat ook naar kantoor wordt gereisd, op die dag zowel een reiskosten- als een thuiswerkvergoeding ontvangen. Zelfs al zou maar een beperkt aantal werkgevers daarin meegaan, dan nog kost dat een veelvoud van de uitvoeringskosten die verbonden zijn aan de antisamenloopbepaling.
Onbelaste vaste thuiswerkkostenvergoeding of reiskostenvergoeding: hoe werkt het?
Tot slot is de vraag welk effect het loslaten van de samenloopbepaling heeft op de in de toets geraamde uitvoeringskosten.
Substantiële besparing
In de uitvoeringstoets is niet specifiek getoetst welke kosten direct voortkomen uit de samenloopbepaling. Wel is bij de uitvoeringstoets gebleken dat de extra werkzaamheden in het kader van toezicht op de gerichte vrijstelling voor een substantieel deel samenhangen met de samenloopbepaling. De Belastingdienst verwacht daarom dat het loslaten van de samenloopbepaling een
substantiële besparing op de uitvoeringskosten zou betekenen. Om daarvan een concreet beeld te krijgen is een nadere uitvoeringstoets nodig.
Behandeling en stemming
De Tweede Kamer heeft op 11 november 2021 het wetsvoorstel Belastingplan 2022 aangenomen.
De plenaire behandeling van het Belastingplan 2022 in de Eerste Kamer vindt plaats op 13 en 14 december 2021. Eventuele stemmingen vinden daarna plaats op 21 december 2021.
Belastingplan 2022 op Eerstekamer.nl