Het kabinet is van plan om een 2G-coronatoegangsbewijs in te voeren. Met het 2G-beleid krijgen mensen die niet gevaccineerd zijn tegen corona niet overal toegang. Mensen die zich niet hebben kunnen vaccineren, bijvoorbeeld om medische redenen, worden in de wet uitgezonderd. Zij kunnen dan toch toegang krijgen als 2G verplicht is.
Het plan is om het 2G-coronatoegangsbewijs in te zetten op plekken waar het coronavirus zich snel kan verspreiden. Het gaat dan om plekken waarbij veel mensen bij elkaar komen zonder dat ze een vaste zitplaats hebben. Bijvoorbeeld bij:
- nachthoreca;
- grote evenementen.
De 2G-coronatoegangsbewijzen kunnen alleen in bepaalde sectoren worden ingezet. Dit betekent bijvoorbeeld dat een 2G-coronatoegangsbewijs niet verplicht mag worden op het werk of in het onderwijs.
Wetswijziging nodig
Het 2G-coronatoegangsbewijs is een plan van het kabinet waarvoor een wetswijziging nodig is. De Tweede Kamer en de Eerste Kamer moeten daarmee instemmen. Daarna wordt er nader uitgewerkt hoe en wanneer 2G, binnen de grenzen van de wet, verder wordt ingezet.
Drie wetsvoorstellen
Het kabinet heeft drie wetsvoorstellen ingediend bij de Tweede Kamer om – als het huidige hoge aantal besmettingen is teruggedrongen – passende maatregelen te kunnen nemen om de nieuwe stijging van het aantal besmettingen en het aantal ziekenhuis- en IC-opnames te kunnen vertragen en zo de samenleving zoveel en zo veilig mogelijk open te houden.
Het gaat om een wetsvoorstel dat de invoer van een 2G-coronatoegangsbewijs (2G-CTB) – alleen voor gevaccineerde en genezen personen – mogelijk maakt in situaties waar het risico op besmettingen zeer hoog is: Tijdelijke wet differentiatie toegangsbewijzen.
Coronatoegangsbewijs verplicht op werkvloer
Daarnaast zijn twee wetsvoorstellen naar de Kamer gestuurd die het kabinet in staat stellen coronatoegangsbewijzen (CTB) verplicht te stellen op de werkvloer en in het middelbaar beroeps- en hoger onderwijs wanneer de epidemiologische situatie daarom vraagt.
Circa negen procent van de besmettingen vindt plaats op de werkvloer. Daarom wil het kabinet het mogelijk maken om het CTB op de werkvloer in te zetten. Het CTB wordt met het wetsvoorstel Tijdelijke wet verbreding inzet CTB’s verplicht voor werknemers in sectoren waar het CTB ook aan bezoekers wordt gevraagd, zoals horeca, cultuur en niet essentiële detailhandel.
Daarnaast wil het kabinet ook dat er een toegangsbewijsplicht voor werknemers komt op werkplekken waar het risico op besmettingen hoog is. Welke werkplekken dat precies zijn en wanneer de CTB-plicht in gaat, wordt later bepaald via ministeriële regelingen.
Uit de memorie van toelichting:
“De regering beseft dat met de verbreding van de inzet van het ctb en dan met name naar de arbeidsplaats een fundamentele stap wordt gezet.”
En verderop:
“In alle gevallen waarin het ctb verplicht wordt gesteld, geldt dat de werkgever dan wel degene die bevoegd is tot het toelaten van personen tot de arbeidsplaats alleen nog toegang mag verlenen aan personen die beschikken over een elektronisch of schriftelijk ctb (dus over een QR-code). Deze QR-code kan worden verkregen op basis van een bewijs van een testuitslag, een bewijs van vaccinatie tegen het virus SARS-CoV-2 of een bewijs van herstel van een infectie met het virus SARS-CoV-2.”
Wat zegt de Raad van State?
De regeling voor werkgevers in niet-CTB-plichtige sectoren erg ingewikkeld is. De regeling kan ook leiden tot onwenselijke conflicten op de werkvloer, waarbij de werkgever tussen gevaccineerde werknemers en niet-gevaccineerde werknemers in komt te staan. Omdat de wetgever niet zelf beslist over de inzet van een ctb maar dit overlaat aan de werkgever, zal de werkgever dan partij moeten kiezen. Dit kan ook afbreuk doen aan de effectiviteit van de maatregel.
De Raad van State adviseert daarom de regeling op een andere manier vorm te geven. Raadzaam is dat de wetgever zelf keuzes maakt. Uitgangspunt van een regeling zou moeten zijn dat de minister aan werkgevers de verplichting kan opleggen om van werknemers een CTB te vragen, als dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan de volksgezondheid.
De werkgever moet het CTB dan vragen, tenzij de mogelijkheid bestaat om op andere wijze een vergelijkbaar beschermingsniveau te bereiken, zoals door thuiswerken of het onderling houden van afstand. Daarvoor moeten duidelijke criteria worden opgesteld. De dialoog tussen werkgever en werknemers komt daarmee in een rustiger vaarwater. Ook het toezicht en de handhaving zullen dan eenvoudiger zijn.
Wat zeggen de vakbonden?
De vakbonden CNV, FNV en VCP hebben in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven, dat zij willen dat minister De Jonge het wetsvoorstel intrekt dat het mogelijk maakt coronatoegangsbewijzen (CTB’s) op de werkvloer te controleren
De vakbonden vinden dat het wetsvoorstel de rechten van werknemers schendt: hun medische privacy en recht op lichamelijke integriteit. Waar het één van de doelen was om een veiliger werkvloer te creëren, is het doel van de wet nu de besmettingscijfers omlaag te brengen. Hierdoor wordt feitelijk een vorm van vaccinatiedwang ingevoerd, aldus de vakbonden.
Het wetsvoorstel treft daarnaast de cruciale werknemers die niet thuis kunnen werken. Werknemers die geen CTB kunnen of willen laten zien of een rood vinkje krijgen, kunnen uiteindelijk worden ontslagen.
Hoe nu verder?
Het is nu aan de Tweede Kamer wanneer zij de wetsvoorstellen behandelen. Daarna moet ook de Eerste Kamer de wetsvoorstellen behandelen voordat het kabinet de maatregelen mogelijk kan inzetten. De wetsvoorstellen zijn te lezen op de website van de Tweede Kamer.
Pas in januari bespreken
Het kabinet geeft de Tweede Kamer in overweging om de behandeling van het wetsvoorstel Tijdelijke wet differentiatie coronatoegangsbewijzen over de inzet van 2G CTB te verdagen tot in de week na het Kerstreces. Het kabinet geeft de Kamer daarbij ook in overweging om de behandeling van dit wetsvoorstel te combineren met de wetsvoorstellen over de inzet van het CTB op het werk
en in het onderwijs.
Kamerbrief over proces wetsvoorstellen Covid-19