Dat blijkt uit onderzoek van HR- en salarisdienstverlener ADP. In andere landen wordt tijdens de coronacrisis nog massaler overgewerkt. Wereldwijd heeft ruim 80 procent van de werknemers met overwerk te maken, gemiddeld zo’n negen uur per week. Dat is bijna twee uur per persoon per week meer dan voor COVID-19.
Toename in coronatijd
In 2018 werd er nog door één op de vijf werknemers in Nederland tussen de 6 en 10 uur overgewerkt. Dit steeg tijdens de coronacrisis naar één op de vier. Ruim 3 procent van de werknemers geeft zelfs aan wekelijks meer dan 26 uur onbetaald over te werken. Martijn Brand, algemeen directeur van ADP Nederland: ‘’De coronacrisis en het massale thuiswerken lijken de drempel voor overwerken te verlagen. Werk en privé loopt meer door elkaar en de tijd die je anders kwijt was aan het reizen van en naar kantoor gebruik je nu mogelijk eerder om nog even door te werken. Ook kan de economische onzekerheid ervoor zorgen dat werknemers de druk voelen om meer te gaan werken.”
Jongvolwassenen werken vaker over
De groep die het meeste aan overwerk doet zijn jongvolwassenen tussen de 18 en 34 jaar. Slechts 15 procent van de jongvolwassenen werkt nooit over, terwijl dit percentage bij 55-plussers ruim 41 procent is. Werknemers met essentiële beroepen werken vaker over dan hun collega’s in andere functies. Desondanks is bijvoorbeeld de zorg niet de sector waarin het meest wordt overgewerkt. Wereldwijd scoort de IT- en telecommunicatiesector het hoogst, met 89 procent van de werknemers die wekelijks overuren maken. Opvallend is verder dat fulltimers (81%) meer geneigd zijn om wekelijks over te werken dan werknemers met een parttime dienstverband (76%).
Onderzoek People at Work 2021: a global workforce view