Naast loon zijn er een aantal vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die geen loon of geen belast loon zijn.
Je kunt in 2021 in het kader van de noodmaatregelen coronacrisis maximaal 3 procent van het fiscale loon tot en met € 400.000 (daarboven maximaal 1,18 procent) van alle werknemers besteden aan onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen (vrije ruimte).
Je wijst deze vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen dan als eindheffingsloon aan, bijvoorbeeld door ze in de administratie als eindheffingsloon op te nemen. Dit eindheffingsloon komt vervolgens ten laste van de vrije ruimte. Over het bedrag boven de vrije ruimte betaal je loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80 procent.
Daarnaast kun je bepaalde zaken onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen door gerichte vrijstellingen en nihilwaarderingen.
Altijd eindheffingsloon
Altijd eindheffingsloon zijn:
- vergoedingen voor postactieve werknemers voor de aanschaf van producten uit het eigen bedrijf of uit het bedrijf van een verbonden vennootschap die de werkgever of de verbonden vennootschap ook aan actieve werknemers geeft;
- verstrekkingen voor postactieve werknemers die de werkgever of een verbonden vennootschap ook aan de actieve werknemers geeft, zoals een kerstpakket.
Altijd loon
Altijd loon van de werknemer zijn:
- auto van de zaak met uitzondering van de kosten van buitengewone beveiligingsmaatregelen aan die auto;
- (dienst)woning met uitzondering van huisvesting buiten de woonplaats voor de dienstbetrekking en de kosten van buitengewone beveiligingsmaatregelen aan de woning;
- vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die je niet als eindheffingsloon hebt aangewezen;
- vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen voor criminele activiteiten;
- het deel van de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen dat boven de 30%-grens van de gebruikelijkheidstoets uitkomt;
- te betalen geldsom op grond van een strafbeschikking, of een daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing, of een bestuursrechtelijke dwangsom, of een met die dwangsom vergelijkbare buitenlandse dwangsom. Als je deze geldsom aan de werknemer vergoedt of betaalt, is deze vergoeding of betaling altijd loon van de werknemer;
- loon uit vroegere dienstbetrekking;
- rentevoordeel inclusief de kosten van een personeelslening voor een eigen woning waarvan de rente (inclusief de kosten) aftrekbaar is in de inkomstenbelasting.
Aanwijzen als eindheffingsloon
Heb je een boete gekregen voor een overtreding van de werknemer en verhaal je deze niet op de werknemer? Dan mag je het voordeel dat de werknemer heeft van het niet verhalen, als
eindheffingsloon aanwijzen als aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan.
Betaal je de werknemer naast loon uit vroegere dienstbetrekking ook loon uit tegenwoordige dienstbetrekking? Dan mag je het loon uit vroegere dienstbetrekking aanwijzen als eindheffingsloon
als aan de gebruikelijkheidstoets is voldaan.
Gebruikelijkheidstoets
Om vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen als eindheffingsloon te kunnen aanwijzen, mogen die vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen niet meer dan 30 procent afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.
Vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal € 2.400 per persoon per jaar beschouwt de Belastingdienst als gebruikelijk. De afwijking van 30 procent geldt niet voor dit bedrag.
Het bedrag van € 2.400 geldt in alle redelijkheid. Dit bedrag geldt bijvoorbeeld niet voor zover het loon van de werknemer lager is dan de bedragen waar hij recht op heeft volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of als stagiair.
Voorbeeld
De werkgever geeft werknemers met studerende kinderen per jaar een vergoeding van € 3.000 voor collegegeld en bijkomende studiekosten. Je mag deze vergoeding voor studiekosten aanwijzen als eindheffingsloon. Want het is niet ongebruikelijk om studiekosten tot dat bedrag te vergoeden en aan te wijzen als eindheffingsloon.