AOW-leeftijd niet omhoog
De AOW-leeftijd is in 2020 niet verhoogd ten opzichte van een jaar eerder. Daardoor kwamen dat jaar meer mensen in aanmerking voor een AOW-uitkering. In 2020 was het aandeel werknemers dat met pensioen ging mede daardoor voor het eerst sinds jaren hoger dan in het voorgaande jaar.
6,8 procent van de werknemers van 55 jaar of ouder ging in 2020 met pensioen. In 2019 was dat nog 5,5 procent. De coronacrisis heeft mogelijk effect gehad op het aantal werknemers die met pensioen gingen in 2020. Op basis van de beschikbare gegevens is dat effect niet te bepalen.
In bijna alle sectoren
In alle bedrijfstakken gingen meer werknemers met pensioen dan in 2019, behalve in de financiële dienstverlening.
De meeste werknemers gingen in absolute zin met pensioen in de zorg, bij de overheid, in het onderwijs en de industrie. In deze bedrijfstakken werken ook de meeste werknemers van 55 jaar en ouder.
Gemiddelde pensioenleeftijd stijgt
De gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers bedroeg in 2020 65 jaar en 6 maanden. Van het begin van deze eeuw tot en met 2006 lag de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers rond 61 jaar. Deze steeg vanaf 2007 en het aandeel werknemers die voor hun 65e verjaardag met pensioen gaan is sindsdien sterk gedaald.
Helft pensioengangers 66 jaar
Ook het feit dat de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 geleidelijk is verhoogd, speelt een rol bij de stijging van de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers. De AOW-leeftijd is in 2020 niet verhoogd ten opzichte van een jaar eerder en bleef op 66 jaar en 4 maanden. Dat verklaart mede waarom er in 2020 meer werknemers van 66 jaar met pensioen zijn gegaan. In 2020 waren dat er 47.500, in 2019 waren dat er nog 31.000.