Woensdag 17 maart is het weer zover, wij mogen naar de stembus. Een recordaantal politieke partijen proberen ons te verleiden om het kruisje te zetten bij één van hun vertegenwoordigers. Of moet ik zeggen ‘jouw vertegenwoordiger’?
Welke keuze je maakt, wordt uiteraard grotendeels bepaald door het programma van de betreffende partij of door de blauwe/bruine ogen die we dan maar geloven. Traditionele thema’s zoals gezondheid, milieu, veiligheid, onderwijs en economie zullen de boventoon gaan voeren in de debatten en communicatie.
Partijen over werk en inkomen
Maar als we nu eens naar ons vakgebied kijken. Wat staat er nu in de programma’s rondom werk en inkomen? Wat raakt ons werk? Zonder een stemadvies te willen geven, hebben wij de programma’s van de belangrijkste partijen tegen het licht gehouden. Hiervoor hebben we de partijprogramma’s van VVD, CDA, D66, PVV, Groen Links, PvdA en de SP doorgenomen. Naast de bekende verschillen tussen politiek links en rechts, zien we ook een aantal (opvallende) overeenkomsten.
Werken loont
Het is geen verrassing dat de rechtsgeoriënteerde partijen zich meer inzetten op lastenverlichting voor bedrijven en de middeninkomens. Werken wordt beloond! Zo wil de VVD de arbeidskorting verhogen, een werkbonus invoeren en de werkgeverslasten verlagen. Eenzelfde richting zien we ook bij de andere coalitiepartijen van het (demissionaire) kabinet. Het CDA wil ook dat werken meer wordt beloond en D66 zet onder meer in op het verlagen van de werkgeverslasten.
Lagere inkomens
De linkerkant van het politieke spectrum zet meer in op de lagere inkomens en de uitkeringen. Uitkeringen worden gekoppeld aan het (stijgende) minimumloon en er wordt ingezet op het stimuleren van vaste contracten.
GroenLinks wil payrolling, contracting en nulurencontracten verbieden. Daarnaast spreken GroenLinks en de PvdA over het invoeren van een verplichte winstbonus voor bedrijven van meer dan 100 medewerkers.
De SP en GroenLinks willen ook de sociale werkplaatsen weer herintroduceren en de Participatiewet hervormen.
Hoger minimumloon
Op sommige punten zijn links en rechts het (verrassend genoeg) eens. Het wettelijk minimumloon verhogen staat in zo goed als in ieder partijprogramma met slechts een paar nuances. De introductie van wettelijk minimumloon per uur wordt soms expliciet genoemd. Ook zien we dat de SP kiest voor een inhaalslag in de hoogte van het minimumloon.
De verhouding tussen het minimumloon en het gemiddeld loon is tegenwoordig schever, dan in de jaren 80 van de vorige eeuw.
Verschillend is de aanpak van de koppeling van de uitkeringen aan dit minimumloon. Zo koppelt de SP uitkeringen zoals de AOW, de Wajong en de bijstand aan een stijging van het minimumloon. De VVD stelt juist dat de uitkeringen niet automatisch meestijgen, met uitzondering van de AOW en de arbeidsongeschiktheid.
Arbeidsongeschiktheid
D66 en GroenLinks weten elkaar te vinden in hun standpunten rondom de arbeidsongeschiktheid. Beide partijen melden de introductie van een collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Flexwerk
Ook flexwerk is een belangrijk onderwerp. Bijna iedereen wil dit wel in een vorm beperken. Men is het er over eens dat vaste contracten de norm moeten zijn. Echter over de invulling van de flexibele schil zien we weer de verschillen tussen de rechts– en linksgeoriënteerde partijen.
Administratieve druk stijgt
Het beleid van de achterliggende kabinetten heeft de administratieve druk voor de salaris- en HR–administratie doen toenemen. Denk hierbij aan de introductie van de WAB en de premiedifferentiatie AOF per 1 januari 2022. In de verschillende partijprogramma’s missen we de ideeën voor het terugdringen van deze administratieve lasten. Dit was immers een aantal jaren geleden nog het speerpunt van de overheid. Wie kent de paarse krokodil nog?
Veel thema’s gaan over effecten voor de werknemer/kiezer. We zien eerder een toename van de administratieve druk, denk aan de bepaalde maatregelen rondom het minimumloon. Dit kan toch niet de bedoeling zijn?
Conclusie
Zoals je ziet valt er zeker wat te kiezen als je kijkt naar ons vakgebied. Welke kant het volgende kabinet ook op gaat; veranderingen zijn gegarandeerd. En ik denk dat er zeker een aantal hele goede voorstellen tussen zitten, maar welke dat zijn hou ik graag voor mijzelf. Iedereen moet vooral zelf gaan kiezen.
Door Leo Overvoorde en Jouke Sjaardema