Voor veel werkende ouders betekent de sluiting van het primair onderwijs, de kinderopvang en het middelbaar onderwijs dat zij niet (volledig) kunnen werken vanwege de zorg voor thuiszittende kinderen. Het kabinet begrijpt dat dit kan leiden tot een lastige thuissituatie en spanningen op de werkvloer.
Tussen werkgevers en werknemers
Het is in de eerste plaats aan werknemers en werkgevers om flexibel met deze situatie om te gaan en samen een oplossing voor het probleem te zoeken met de middelen die ze daarvoor hebben:
- benutten van flexibele werkroosters;
- gebruiken van vakantie- en compensatiedagen;
- inzetten van speciaal verlof (op grond van de Wet arbeid en zorg, bijvoorbeeld calamiteitenverlof);
- tijd-voor-tijd regels et cetera.
In de praktijk gebeurt dat in de meeste gevallen ook.
Extra kosten
Het kabinet beseft terdege dat het veel vraagt van werkgevers en werknemers en dat de gevonden oplossingen vaak kosten met zich meebrengen voor beide of een van de partijen. Zo zullen in sommige gevallen werkgevers een tijdelijk niet of minder productieve werknemer moeten doorbetalen, of zullen werknemers vakantiedagen of (een deel van) hun inkomen (tijdelijk) moeten inleveren.
Recht op betaald verlof?
Het kabinet heeft daarom de mogelijkheden verkend om werkgevers en werknemers in deze situatie tegemoet te komen. Dit ook in het licht van de toezegging die de minister-president heeft gedaan aan Jesse Klaver van GroenLinks tijdens het coronadebat van 13 januari 2021. Daarbij is onderzocht of het mogelijk is om werknemers (recht op) extra door de werkgever betaald verlof te bieden wanneer zij vanwege thuisblijvende kinderen niet kunnen werken, en tegelijkertijd werkgevers daarvoor te compenseren. Compensatie van werkgevers voor deze kosten is echter niet mogelijk gebleken.
Te complex
Dat komt omdat gerichte compensatie – die recht doet aan de situatie van een individuele werkgever – dermate complex is dat daarvoor een aanzienlijk beroep moet worden gedaan op de uitvoeringsorganisaties, die vanwege de uitvoering van de bestaande noodmaatregelen en de (extra) instroom in de reguliere sociale zekerheid geen uitvoeringscapaciteit beschikbaar hebben.
Generieke compensatie geen optie
Generieke compensatie van werkgevers, de andere onderzochte optie, kan geen recht doen aan de individuele situatie van werkgevers en kost veel voor een relatief klein effect. Met andere woorden: generieke compensatie betekent dat bedrijven gecompenseerd worden die het niet nodig hebben, en bedrijven die het nodig hebben nauwelijks worden gecompenseerd. Daarnaast biedt het bedrijven die weinig of geen coulance betrachten nauwelijks een prikkel om dat wel te gaan doen. Hetzelfde geldt voor directe compensatie aan werkenden, zo schrijft Hugo de Jonge.
Geen begaanbare route
Extra coronaverlof voor ouders met compensatie vanuit de overheid is daarmee helaas geen begaanbare route gebleken. Een snel uitvoerbare oplossing is niet gevonden tijdens overleggen met sociale partners. Dat neemt niet weg dat het kabinet de ernst van de problematiek erkent en blijft kijken naar mogelijkheden om werkende ouders en hun werkgevers hierin tegemoet te komen – vooralsnog is echter geen oplossing gevonden die uitvoerbaar is, dan wel voldoende gericht.
Het kabinet bekijkt ook met sociale partners of er aanvullende mogelijkheden zijn om bij te dragen aan een gezonde thuiswerksituatie voor werkenden. De Tweede Kamer wordt hierover binnenkort geïnformeerd.
Ondersteuning
Tegelijkertijd constateert het kabinet dat via de maatregelen uit het steun- en herstelpakket op vele manieren ondersteuning terechtkomt bij werkgevers en werknemers. In afwachting van vooral de heropening van het primair onderwijs en de kinderopvang spreekt het kabinet de hoop uit dat werknemers en werkgevers flexibiliteit en coulance zullen (blijven) proberen en hier samen zo goed mogelijk uitkomen met de middelen die tot hun beschikking staan.