Een werkgever kan zijn recht op de tegemoetkoming loonkosten niet veilig stellen door na de peildatum de loongegevens te corrigeren. Dat oordeelt Rechtbank Den Haag.
De aanvraag tegemoetkoming op grond van de NOW 2.0 is afgewezen. Moet in dit geval afgeweken worden van de bepalingen van de NOW 2.0? Kan alsnog een tegemoetkoming worden toegekend, gebaseerd op de loongegevens over maart uit de aangifte loonheffingen zoals deze gedaan is op 15 juli 2020.
Op grond van de tekst van de NOW 2.0 ziet de rechtbank geen aanleiding om het standpunt van de werkgever dat het doen van een nul-aangifte gelijkgesteld moet worden met het nalaten van het doen van loonaangifte en dat daarom moet worden uitgegaan van het loon over de maand november van het jaar 2019, te volgen.
Wel loongegevens beschikbaar
In dit geval waren op de peildatum namelijk wel loongegevens beschikbaar over het aangiftetijdvak maart 2020, te weten: loongegevens waaruit volgt dat de loonsom voor maart 2020 € 0 bedroeg. UWV hoefde dan ook niet uit te gaan van het loon over de maand november van het jaar 2019.
Verder blijkt uit de bepalingen dat correcties op de loonaangifte die ná 15 mei 2020 hebben plaatsgevonden niet meegenomen worden. Dit wordt in de toelichting bij het zevende lid van artikel 8 bevestigd.
Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de lastige situatie waarin de werkgever op dit moment verkeert, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat in dit geval afgeweken moet worden van de bepalingen van de regeling in de zin dat uitgegaan wordt van de gegevens uit de gecorrigeerde aangifte loonheffingen van 15 juli 2020. Er is geen sprake van een puur administratieve belemmering.
Werkgever zelf verantwoordelijk
In dit geval is het de werkgever zelf, die verantwoordelijk is voor de invulling van het aanvraagformulier en voor het aanleveren van de daarbij behorende gegevens, ook al maakt hij daarbij gebruik van een accountantskantoor.
De door de accountant van de werkgever gemaakte fout, namelijk het doen van een nul-aangifte op een moment dat alle relevante gegevens, waaronder de opgave van de uren van de oproepkrachten, al beschikbaar waren en het pas twee maanden na de peildatum corrigeren van deze loonaangifte, komt, hoe vervelend ook, voor rekening en risico van de werkgever. Het beroep is ongegrond.
Wat is de situatie?
Een restaurant heeft op 6 juli 2020 een aanvraag gedaan op grond van de NOW 2.0 in verband met een verwacht omzetverlies van 40 procent vanaf 1 juni 2020.
Bij het primaire besluit heeft UWV de aanvraag afgewezen, omdat op de peildatum, 15 mei 2020, de loonsom over maart 2020 € 0 bedroeg. Het restaurant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Bij het bestreden besluit heeft UWV zich op het standpunt gesteld dat de in aanmerking te nemen gegevens uit de loonaangifte worden beoordeeld op grond van de loonaangifte zoals die uiterlijk op 15 mei 2020 is ingediend, alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op die datum hebben plaatsgevonden.
Na de peildatum
In de NOW 2.0 is geen mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de peildatum. In dit geval betekent dit dat de loonaangifte die de accountant van eiseres op 15 juli 2020 over het aangiftetijdvak maart 2020 heeft ingediend niet meegenomen kan worden, omdat deze na de peildatum is gedaan.
Nul-aangifte over maart
Uitgegaan wordt daarom van de op 22 april 2020 gedane nul-aangifte. De werkgever heeft geen recht op een tegemoetkoming op grond van de NOW 2.0, omdat de loonsom over maart 2020 op de peildatum € 0 bedroeg.
In beroep voert de werkgever aan dat haar accountant zonder overleg met hem te hebben gevoerd en zonder zijn medeweten op 22 april 2020 een nul-aangifte over de maand maart 2020 heeft ingediend.
Correctie loonaangifte
De accountant heeft later verklaard dit gedaan te hebben met de intentie om meer tijd te winnen om uit te zoeken op welke wijze de oproepkrachten vanaf de sluiting in maart verloond moesten worden en de aangifte later te corrigeren. Op 15 juli 2020 is de loonaangifte ook daadwerkelijk gecorrigeerd.
De werkgever stelt zich primair op het standpunt dat het doen van een nul-aangifte over maart 2020 gelijkgesteld moet worden met de situatie waarin er over deze maand geen loongegevens bekend zijn. UWV had dan ook moeten kijken naar de loongegevens over de maand november 2019.
Tekst NOW 2.0
Uit artikel 5, aanhef en onder c, van de NOW 2.0 volgt dat er geen tegemoetkoming wordt verstrekt als er geen loongegevens beschikbaar zijn in de polisadministratie over de aangiftetijdvakken, bedoeld in het tweede tot en met het vierde lid van artikel 8 van de regeling.
In het tweede lid van artikel 8 van de NOW 2.0 wordt uitgelegd dat uitgegaan wordt van het loon over het derde aangiftetijdvak van 2020, zijnde maart 2020.
Volgens het derde lid van artikel 8 wordt hiervan alleen afgeweken als er geen loongegevens bekend zijn over het aangiftetijdvak maart 2020. In dat geval wordt gekeken naar het aangiftetijdvak november 2019.
Tot slot volgt uit het zevende lid van artikel 8 dat de in aanmerking te nemen gegevens uit de loonaangifte van de werkgever beoordeeld worden op grond van de loonaangifte zoals die uiterlijk op 15 mei 2020 is ingediend, alsmede de aanvullingen daarop die uiterlijk op 15 mei 2020 hebben plaatsgevonden.
Op grond van de tekst van voornoemde bepalingen ziet de rechtbank geen aanleiding om het standpunt van de werkgever dat het doen van een nul-aangifte gelijkgesteld moet worden met het nalaten van het doen van loonaangifte en dat daarom moet worden uitgegaan van het loon over de maand november van het jaar 2019, te volgen.
Voorbeelden geen beschikbare loongegevens
In de toelichting bij het tweede en derde lid van artikel 8 worden voorbeelden genoemd van gevallen waarin de minister aannemelijk acht dat er geen loongegevens beschikbaar zijn over het loonaangiftetijdvak maart 2020. Als voorbeeld wordt genoemd het niet tijdig kunnen inloggen met de sinds 1 januari 2020 ingevoerde verplichte eHerkenning. In zo’n geval wordt uitstel verleend door de Belastingdienst en is het aannemelijk dat er geen loongegevens beschikbaar zijn, aldus de Toelichting.
Van dergelijke problematiek is in deze zaak geen sprake. In dit geval waren op de peildatum namelijk wel loongegevens beschikbaar over het aangiftetijdvak maart 2020, te weten: loongegevens waaruit volgt dat de loonsom voor maart 2020 € 0 bedroeg. UWV behoefde dan ook niet uit te gaan van het loon over de maand november van het jaar 2019.
Peildatum: 15 mei 2020
In de toelichting staat namelijk dat een peildatum, in dit geval 15 mei 2020, nodig is en dat voor de vaststelling van de hoogte van het voorschot noodzakelijk is dat kan worden uitgegaan van de loongegevens zoals deze gelden op een tijdstip gelegen voor de aankondiging van de NOW 2.0. Vanaf dat moment hebben werkgevers namelijk een financieel belang bij een zo hoog mogelijke loonsom in maart.
Correctieberichten op de loonaangifte van ná 15 mei 2020 worden, ter beperking van fraude- en misbruikrisico’s, niet meer meegenomen.
Geen puur administratieve belemmering
Met UWV is de rechtbank van oordeel dat in dit geval geen sprake is van een puur administratieve belemmering.
De situatie van de werkgever is namelijk niet vergelijkbaar met de voorbeelden die genoemd worden in de antwoorden op de Kamervragen van 14 september 2020, te weten: bedrijven waarvan de rechtsvorm is veranderd zonder dat de bedrijfsvoering wordt gewijzigd dan wel bedrijven waarvan het loonaangiftenummer gewijzigd wordt.
De strekking van de genoemde voorbeelden is dat de administratieve belemmering wordt opgeworpen door een (overheids)instantie, zodat die belemmering buiten de risicosfeer valt van de ondernemer die de aanvraag heeft ingediend.
Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de lastige situatie waarin de werkgever op dit moment verkeert, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat in dit geval afgeweken moet worden van de bepalingen van de regeling in de zin dat uitgegaan wordt van de gegevens uit de gecorrigeerde aangifte loonheffingen van 15 juli 2020. Met UWV is de rechtbank van oordeel dat in dit geval geen sprake is van een puur administratieve belemmering.
Voor rekening en risico werkgever
In dit geval is het de werkgever zelf, die verantwoordelijk is voor de invulling van het aanvraagformulier en voor het aanleveren van de daarbij behorende gegevens, ook al maakt hij daarbij gebruik van een accountantskantoor. Dit wordt bevestigd in de toelichting bij de NOW 2.0.
De door de accountant van de werkgever gemaakte fout, namelijk het doen van een nul-aangifte op een moment dat alle relevante gegevens, waaronder de opgave van de uren van de oproepkrachten, al beschikbaar waren en het pas twee maanden na de peildatum corrigeren van deze loonaangifte, komt, hoe vervelend ook, voor rekening en risico van de werkgever.
Geen hardheidsclausule
Nu de wetgever er bewust voor heeft gekozen geen hardheidsclausule op te nemen in de NOW 2.0 biedt die regeling in dit geval ook overigens geen ruimte om af te wijken van de bepalingen uit de NOW 2.0 en alsnog tot toekenning van een voorschot over te gaan.
Uitspraak Rechtbank Den Haag, 8 december 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:12419