Dat concludeert AWVN op basis van een vergelijkend onderzoek naar onregelmatigheidstoeslagen.
Hierin heeft de werkgeversvereniging onregelmatigheidstoeslagen van 100 ondernemings- en bedrijfstakcao’s vergeleken met diezelfde cao’s in 2015. Onder de onderzochte cao’s vallen 2,9 miljoen werknemers.
Feiten en cijfers
In 25 cao’s is de hoogte van de onregelmatigheidstoeslagen gewijzigd en/of is het dagvenster aangepast. Onder dagvenster verstaat AWVN de uren waarop medewerkers geen toeslag voor onregelmatigheid ontvangen.
In 13 cao’s is het dagvenster op maandag tot en met vrijdag verruimd, vooral richting de avond. De gemiddelde lengte van het dagdienstvenster op maandag tot en met vrijdag neemt in de onderzochte cao’s toe van 11,9 uur in 2015 naar 12,3 uur in 2020.
In de industrie is het dagvenster op maandag tot en met vrijdag vaak 11 of 12 uur (van 6.00 of 7.00 uur tot 18.00 of 19.00 uur). In de dienstverlening is het dagvenster wat ruimer; het start vaak om 6.00 of 7.00 uur, maar eindigt ergens tussen 18.00 uur en 22.00 uur.
Ten opzichte van 2015 zijn er op zaterdag meer uren zonder toeslag. In 10 cao’s is het dagvenster op zaterdag verruimd. Vooral over de uren op zaterdagochtend ontvangen werknemers minder vaak een onregelmatigheidstoeslag. In 2020 kent circa een kwart van de onderzochte cao’s geen onregelmatigheidstoeslag voor de uren van 8 tot 12 uur; dit betreft vrijwel alleen cao’s in de dienstverlening. In de industrie-cao’s ontvangen werknemers doorgaans een toeslag over alle zaterdaguren.
Het gemiddelde niveau van de onregelmatigheidstoeslagen in de nacht ligt in 2020 hoger dan in 2015. Het gemiddelde verschil is rond de 3 procent.
Bij 6 van de onderzochte cao’s is een ruimer dagdienstvenster ingevoerd en is gelijktijdig de onregelmatigheidstoeslag in de nacht verhoogd.
Bij 10 van de onderzochte cao’s zijn de onregelmatigheidstoeslagen in de avonden en/of de weekenden verlaagd.
24-uurseconomie
De uitkomsten van het onderzoek naar onregelmatigheidstoeslagen weerspiegelen de maatschappelijke ontwikkelingen: de langzame maar gestage evolutie richting een 24-uurseconomie. Deze wordt versneld door de coronamaatregelen, die voor een groep bedrijven de bredere spreiding van productie en werken op locatie over de dag wenselijk maken.
De genoemde trend wordt in eerste instantie zichtbaar in de verruiming van de tijden waarop het door werkgevers en werknemers ‘normaal’ wordt gevonden om te werken, de dagvensters. De verruiming van deze dagvensters die blijkt uit dit onderzoek, is een gevolg van een veranderende houding van zowel werkgevers, werkenden, consumenten en overheden in de afgelopen decennia.
Die wijzigende houding van de samenleving tegenover bijvoorbeeld de zondagsrust is inmiddels ook in plattelandsgemeenten zichtbaar in de openstelling van winkels op zondag. Ook de opkomst van webshops heeft ervoor gezorgd dat traditionele openingstijden achterhaald zijn.
Consumenten willen winkelen op zondag en in de avond, winkelbedrijven komen graag aan die wens tegemoet. In drukke tijden, zoals nu rond de feestdagen, is het bij uitstek van belang om ruimere tijden te hanteren, onder andere om de spreiding van consumenten te vergroten.
Daarbij zijn steeds meer werkenden op meer tijden beschikbaar, omdat het past binnen hun leefpatroon en hun eigen combinatie van werk en privé.
Tegen de achtergrond van deze ontwikkeling is het niet meer dan logisch dat de extra beloning voor het werken op zaterdag, op zondag en in de vroege avonduren, de onregelmatigheidstoeslag, kleiner wordt en dat meer uren ‘normaal’ worden betaald.
Nachtwerk
Daar staat tegenover dat er wel een grens lijkt te ontstaan in de evolutie naar een 24-uurseconomie. Werken in de nacht blijft buiten de grenzen van wat ‘normale’ werkuren worden gevonden: de toeslagen voor nachtwerk zijn in 2020 zelfs hoger dan in 2015. Nachtwerk brengt grotere gezondheidsrisico’s met zich mee. Als werken in de nacht niet kan worden voorkomen, is het dan ook terecht dat deze werkuren extra worden beloond.
Afbouw
De afbouw van onregelmatigheidstoeslagen, zoals die volgens dit onderzoek zeer geleidelijk plaatsvindt, vindt AWVN een goede ontwikkeling die past in de modernisering van de arbeidsvoorwaarden. Wel is het belangrijk dat werkgevers zoeken naar draagvlak onder werknemers(vertegenwoordigers) om tot afbouw te komen.
AWVN verwacht dat de ontwikkeling naar de afbouw van onregelmatigheidstoeslagen de komende jaren nog verder zal doorgaan.