De verruiming ziet op vergoedingen en verstrekkingen ten aanzien van het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen en niet op vergoedingen en verstrekkingen voor onderhoud en verbetering van kennis en vaardigheden van de dienstbetrekking.
Hiermee vallen vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers van wie afscheid is of wordt genomen ook onder de reikwijdte van de gerichte vrijstelling voor een opleiding of studie, voor zover dat niet al mogelijk is.
Sociaal plan
Dit geldt daarmee onder meer voor vergoedingen van scholingskosten die werkgevers willen geven als onderdeel van een sociaal plan en voor nog niet tijdens de dienstbetrekking opgenomen scholingsbudgetten.
De verruiming van de vrijstelling geldt als werkgevers aan werknemers als onderdeel van bijvoorbeeld een sociaal plan scholingskosten willen vergoeden en de huidige gerichte vrijstelling voor scholing niet toereikend is.
Deze wijziging heeft overigens niet tot doel iets te wijzigen ten aanzien van de bestaande mogelijkheden, zoals de mogelijkheid om al eerder tijdens het dienstverband gemaakte transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding.
Daarnaast kunnen werknemers die een scholingsbudget hebben en dit ook nog mogen gebruiken nadat het dienstverband is afgelopen – bijvoorbeeld bij werkloosheid, als ze zelfstandige zijn geworden of bij een andere werkgever werken – met dat scholingsbudget vrijgestelde scholing volgen.
Geen inhoudelijke wijziging
De voorgestelde wijziging beoogt geen inhoudelijke wijziging van de bestaande gerichte vrijstelling voor scholing. De Belastingdienst zal op dezelfde manier beoordelen of sprake is van een opleiding of studie die wordt gevolgd met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning, als op dit moment gebeurt wanneer sprake is van tegenwoordige arbeid.
Individueel scholingsbudget
Een individueel leerbudget of scholingsbudget wordt in steeds meer sectoren en cao’s afgesproken.
De werknemer kan een dergelijk budget naar eigen inzicht, maar binnen de bestaande fiscale grenzen, besteden aan scholing. Een dergelijk individueel leerbudget kan op verschillende manieren worden vormgegeven en al dan niet bij een externe beheerder worden ondergebracht. Volgt de werknemer uiteindelijk geen scholing binnen een bepaalde periode dan komt het op dit moment vaak voor dat het budget in deze situatie vervalt en, indien extern ondergebracht, terugvloeit naar de werkgever.
De voorgestelde verruiming van de gerichte vrijstelling is van belang voor dergelijke situaties waarin scholingsbudgetten of leerrekeningen zo zijn vormgegeven dat deelnemers geen onvoorwaardelijk recht hebben op het budget zolang het niet wordt aangewend.
Het kabinet verwacht dat deze maatregel voor werkgevers en werknemers een stimulans is om ook bij beëindiging van een dienstverband in te zetten op het volgen van scholing.
Hoe werkt het precies?
Werknemers kunnen van hun werkgever scholing krijgen die is vrijgesteld van loonheffing. Vanaf 2021 geldt dit ook voor ex-werknemers. De werkgever betaalt dan geen loonheffingen over de scholingskosten. Zo wil het kabinet (om)scholing toegankelijker maken.
Scholingskosten onbelast vergoeden
De werkgever kan op twee manieren de scholingskosten onbelast vergoeden:
- De werkgever betaalt de scholingskosten als onderdeel van een sociaal plan.
- Is er na het dienstverband een deel scholingsbudget over? Dan mag de ex-werknemer dit na zijn dienstverband nog gebruiken.
Coronacrisis en omscholing
Het kabinet wil werknemers die hun baan kwijtraken meer mogelijkheden geven voor omscholing. Het doel is om de arbeidsmarktpositie van werknemers te verbeteren. Daarom kunnen werkgevers vanaf 2021 scholingskosten van ex-werknemers onbelast vergoeden. Nu worden scholingskosten na dienstverband gezien als loon uit vroegere arbeid en betaalt de werkgever hier loonheffing over.
Scholingskosten opgeven als eindheffing
De Belastingdienst toetst of de werknemer de scholing volgt om de arbeidsmarktpositie te verbeteren met als doel om een inkomen te verdienen. De werkgever geeft de scholingskosten op als eindheffing bij contractbeëindiging in de werkkostenregeling. De Belastingdienst berekent hier dan geen loonheffing over.