Het kabinet verlengt de NOW-regeling met vier maanden. De voorwaarden voor toekenning van de NOW worden aangepast.
De verlengde NOW-regeling hanteert dezelfde systematiek van tegemoetkoming, maar de nieuwe regeling bevat de volgende wijzigingen:
- De vaste (forfaitaire) opslag wordt verhoogd van 30 naar 40 procent. Daarmee levert de NOW ook een bijdrage aan andere kosten dan de loonkosten.
- De referentiemaand voor de loonsom wordt maart 2020.
- In de al lopende NOW-regeling wordt maart ook als uitgangspunt genomen als de loonsom in de maanden maart-mei hoger is dan in januari-maart. Dit is van belang voor seizoensgebonden bedrijven.
- Een bedrijf dat gebruik maakt van de NOW mag over dit jaar geen winstuitkering aan aandeelhouders doen, geen bonussen aan het bestuur en de directie uitkeren en geen eigen aandelen inkopen.
Let op: het gaat alleen om bonussen die worden uitgekeerd aan het bestuur en de directie. Het strekt zich niet uit tot het overige personeel dat in het bedrijf werkt en mogelijk variabel beloond wordt via bonussen. Dit betekent voor dga’s/bestuurders en andere directieleden dat zij mogelijk slechts hun basisvergoeding ontvangen of hun gebruikelijkloonregeling, vanwege het
verbod om bonussen uit te keren. Onder bonussen worden zowel winstdelingen als andere bonusbetalingen verstaan. - In de NOW 2.0 blijft de correctie op de subsidie bij ontslag bestaan, maar de subsidie wordt niet meer extra verlaagd bij bedrijfseconomisch ontslag.
- Werkgevers verklaren bij de nieuwe NOW-aanvraag wel dat zij overleggen met vakbonden als zij voor meer dan 20 medewerkers bedrijfseconomisch ontslag willen aanvragen. Dit sluit aan bij de regelgeving rondom collectief ontslag. Ook blijft de wettelijke bescherming bij ontslag gewoon van kracht.
- Werkgevers die de NOW aanvragen, worden verplicht om hun werknemers te stimuleren om aan bij- en omscholing te gaan doen. Zij leggen hier bij aanvraag van de NOW 2.0 een verklaring over af. Werkgevers kunnen werknemers hierin stimuleren door bijvoorbeeld (vrijvallende) tijd beschikbaar te stellen en middelen te verschaffen via bijvoorbeeld een O&O-fonds. De scholing zelf is geen onderdeel van de NOW, de inspanningsverplichting van de werkgever is dat wel.
- De NOW kent al de verplichting voor de werkgever om de ondernemingsraad (OR), de personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan de werknemers te informeren over de verleende subsidie. Deze verplichting blijft bestaan. Verondersteld mag worden dat de OR, personeelsvertegenwoordiging of werknemers dan ook kennisnemen van deze nieuwe verplichting om deelname aan een ontwikkeladvies of scholing te stimuleren en de werkgever daarop zo nodig zullen aanspreken.
- Ter ondersteuning van initiatieven van sociale partners trekt het kabinet daarvoor 50 miljoen euro uit via het crisisprogramma NL leert door waarmee mensen vanaf juli kosteloos online scholing en ontwikkeladviezen kunnen volgen om zich aan te passen aan de nieuwe economische situatie.
Doel is mensen te ondersteunen die hun werk als gevolg van de crisis dreigen te verliezen of al verloren hebben en de transitie naar ander kansrijk werk zullen moeten maken. Dat betreft naast werknemers in getroffen sectoren ook flexwerkers en zzp’ers die geen opdrachten meer krijgen. De beoogde termijn van in werking treden is juli 2020 met een looptijd tot einde 2020.
Tweede tijdvak
Het tweede tijdvak volgt verder de systematiek van het eerste tijdvak: werkgevers die tenminste 20 procent omzetverlies verwachten, kunnen een aanvraag indienen bij het UWV. Daarbij leggen werkgevers zich vast om de lonen van betrokken werknemers 100 procent door te betalen.
Het streven is naar openstelling van het tweede aanvraagtijdvak per 6 juli 2020, waarbij een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode juni, juli en augustus kan worden aangevraagd
Subsidieaanvragen staan open voor zowel werkgevers die al een aanvraag in het eerste tijdvak hebben gedaan, als voor werkgevers die voor het eerst een beroep gaan doen op de NOW.
Juni, juli, augustus, september
De omzetdaling wordt vastgesteld over een viermaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli, 1 augustus of 1 september waarbij voor aanvragers die voor de tweede keer een beroep doen op de NOW de omzetperiode moet aansluiten op de periode gekozen in het eerste tijdvak.
De referentiemaand voor de loonsom wijzigt van januari naar maart (peildatum 15 mei) van dit jaar.
Op basis van de aanvraag in de tweede tranche verstrekt UWV wederom een voorschot van de tegemoetkoming (80 procent van het bedrag) aan de werkgever.
Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke omzetverlies is geweest en of sprake is van een daling van de loonsom over de maanden juni, juli en augustus.
Voor zowel de NOW 1.0 als de NOW 2.0 geldt dat subsidies die ondernemers in het kader van de coronacrisis ontvangen als omzet meetellen.
Kamerbrief Noodpakket banen en economie 2.0