Deze wijziging is volgens de toelichting wenselijk, omdat de Hoge Raad de bestaande uitvoeringspraktijk niet in overeenstemming met de regelgeving achtte.
Premiedifferentiatie
De premiedifferentiatie in de publieke verzekering voor de ZW en de WGA werkt als volgt.
De werkgevers worden onderscheiden in drie grootteklassen:
- Kleine werkgevers, met een loonsom tot en met tien maal de gemiddelde loonsom per werknemer per jaar;
- Middelgrote werkgevers, met een loonsom groter dan 10 maal de gemiddelde loonsom per werknemer per jaar tot en met 100 maal de gemiddelde loonsom per jaar.
- Grote werkgevers, met een loonsom groter dan 100 maal de gemiddelde loonsom per werknemer per jaar.
De indeling wordt gemaakt op basis van de loonsom van de werkgever twee jaar eerder (t-2), en is bepalend voor de wijze waarop de gedifferentieerde premie voor de Whk wordt berekend.
Startende werkgevers
Werkgevers worden in het jaar waarin zij werkgever worden en de twee daaropvolgende jaren startende werkgevers genoemd.
Aangezien de hoogte van de gedifferentieerde premie Whk in het jaar waarvoor de premie wordt vastgesteld (het jaar t) is gebaseerd op lasten en loonsommen van twee jaar eerder (het jaar t-2) en deze gegevens voor startende werkgevers niet beschikbaar of onvolledig zijn, gelden voor deze werkgevers andere regels omtrent het vaststellen van de gedifferentieerde premie Whk.
Kleine werkgever
Ingevolge het nieuwe artikel 2.17, eerste lid, wordt de gedifferentieerde premie Whk voor startende werkgevers in het jaar t of t-1 vastgesteld conform de premie voor kleine werkgevers.
Werkgevers worden in de eerste twee jaar nadat zij als werkgever zijn aangemerkt – zonder dat sprake is geweest van overgang van onderneming – aangemerkt als kleine werkgever.
Voor deze startende werkgevers wordt dan ook de sectoraal bepaalde premie gehanteerd die gebaseerd is op de lasten en loonsommen van soortgelijke werkgevers binnen dezelfde sector. Deze premie weerspiegelt zo goed mogelijk het ZW- en/of WGA-risico van die werkgevers
In het derde jaar is er in het jaar t-2 loon waardoor vastgesteld kan worden of er sprake is van een kleine, middelgrote of grote werkgever.
Overgang van onderneming
Als een startende werkgever meteen bij aanvang van het werkgeverschap dan wel in de eerste twee jaren daarna een overgang van onderneming heeft, dan is artikel 2.17 van het Besluit Wfsv niet (meer) van toepassing.
In dat geval worden op grond van artikel 2.15 Besluit Wfsv de loonsommen en de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gerelateerd aan het deel dat wordt overgenomen toegerekend aan de verkrijgende werkgever.
De grootte van de werkgever met de daarbij behorende gedifferentieerde premie Whk kan dan aan de hand van de gegevens in t-2 worden vastgesteld.
De nieuwe formulering van artikel 2.17 stemt overeen met de feitelijk bestaande uitvoeringspraktijk, zoals die gold tot begin 2018.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat ook voor de startende (middel)grote werkgevers in de eerste twee startersjaren het rekenpercentage als uitgangspunt voor de premiedifferentiatie moet worden gebruikt.
Deze uitvoering acht de regering niet wenselijk, omdat daarmee een premie wordt gehanteerd die in mindere mate aansluit bij het WGA- en/of ZW-risico van de betreffende startende werkgever.
Een dergelijke uitvoering zou bovendien alleen mogelijk zijn indien in die jaren gebruik wordt gemaakt van loonsomprognoses. Dit leidt tot extra administratieve lasten voor startende werkgevers.
Artikel 2.17 van het Besluit Wfsv wordt daarom aangepast.
De aanpassing van artikel 2.17 treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. De bepaling is vanaf dat moment direct van toepassing op werkgevers die korter dan twee jaar bestaan.