De WBSO is een belangrijk instrument om de private R&D in Nederland te stimuleren. Ruim 20.000 bedrijven maakten in 2018 gebruik van de WBSO, waarvan 97% mkb. De WBSO is onlangs positief geëvalueerd en bestaat dit jaar 25 jaar.
Stabiliseren
Continuïteit in de voorwaarden voor R&D helpt bedrijven in Nederland bij het investeren in R&D en draagt bij aan het vestigingsklimaat voor innovatieve bedrijven. In de evaluatie van de WBSO is ook opgenomen dat frequente wijzigingen de effectiviteit van de regeling negatief kunnen beïnvloeden. Het stabiel houden van de voorwaarden van de WBSO is daarom van belang.
De staatssecretaris heeft daarom besloten om de parameters van de WBSO te stabiliseren door de onderuitputting uit 2018 à € 89 miljoen en de resterende onderuitputting uit 2017 en eerder à € 75 miljoen, die nu nog gereserveerd is, door te schuiven naar 2021 en 2022. Naar verwachting zal dit er volgens haar voor zorgen dat de parameters de komende jaren stabiel kunnen blijven.
Op basis van deze afspraken is er in 2020 € 1.281 miljoen beschikbaar voor de WBSO. De WBSO-ondersteuningspercentages blijven op basis van dit budget constant ten opzichte van 2019. Zie de tabel hierna.
WBSO 2020
- Tarief eerste schijf 32%
- Tarief eerste schijf starters 40%
- Grens eerste schijf € 350.000 R&D-(loon)kosten
- Tarief tweede schijf 16%
Aanvraagsystematiek WBSO
Een aanbeveling uit het WBSO-evaluatierapport was om de systematiek van indienen en toekennen van een WBSO-aanvraag (S&O-aanvraag) te vereenvoudigen en te verkorten. Op basis daarvan voert Keijzer per 2020 twee wijzigingen door.
1 Vier keer per jaar aanvragen
Om de aanvraagsystematiek te vereenvoudigen, zal het aantal momenten per jaar waarop ondernemers WBSO kunnen aanvragen worden uitgebreid van drie naar vier.
2 Uiterlijk indienen op dag voor aanvraagperiode
Om de aanvraagsystematiek te verkorten zal het uiterste moment van het indienen van een WBSO-aanvraag worden gesteld op de dag voorafgaand aan de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, in plaats van tenminste een maand voorafgaand aan die periode.
Een aanvraag die betrekking heeft op de tweede helft van 2020, mag uiterlijk op 30 juni 2020 in plaats van 31 mei 2020 worden ingediend.
Vanwege de uitvoerbaarheid wordt hierop een uitzondering gemaakt wat betreft de periode rond Kerstmis en Oud en Nieuw. Voor aanvragen die betrekking hebben op de periode die ingaat op 1 januari wordt de uiterste indieningsdatum gesteld op 20 december van het daaraan voorafgaande jaar.
Beide wijzigingen staan verder toegelicht in het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2020 (onderdeel pakket Belastingplan 2020).